Binnenland

„Advies begrenst recht op godsdienstvrijheid”

De uitspraak van de Commissie Gelijke Behandeling dat er geen ruimte meer zou moeten zijn voor gewetensbezwaarde trouwambtenaren, roept gemengde reacties op.

Binnenlandredactie
16 April 2008 11:56Gewijzigd op 11 February 2021 10:28

P. Schalk, directeur van de Reformatorische Maatschappelijke Unie (RMU), vindt dat de CGB zich op sleeptouw heeft laten nemen door de homolobby. „De commissie is gezwicht voor de druk van de publieke opinie en de argumenten van het COC. Het advies staat diametraal op het standpunt dat in het verleden door de CGB werd ingenomen. Erg teleurstellend”, aldus Schalk.De CGB begrenst het recht op godsdienstvrijheid met het gelijkheidsbeginsel, zegt de RMU-directeur. „De commissie ontkent dat, maar het voelt wel zo. Ik vind dat een zorgwekkende ontwikkeling. De kracht van onze democratie is juist dat er voor iedereen ruimte is. Dat verandert in dit advies. Mensen die op grond van hun geloofsovertuiging geen homohuwelijk voltrekken, wordt de deur gewezen en zij krijgen een beroepsverbod opgelegd.”

Dat laatste schrijnt temeer, zegt Schalk, omdat homo’s sinds de regeling van het homohuwelijk bij geen enkele gemeente nul op het rekest hebben gekregen. „Ik heb van geen enkel homopaar gehoord dat het op problemen is gestuit door een gewetensbezwaarde trouwambtenaar. Daarom is het onbegrijpelijk dat zij, nu zij hun doelen hebben verwezenlijkt, Bijbelgetrouwe christenen het recht ontnemen huwelijken te voltrekken. Dat de commissie daarin meegaat, vind ik buitenproportioneel.”

Mr. S. O. Voogt, advocaat en betrokken bij zaken waar de vrijheid van godsdienst in het geding is, vindt de CGB-uitspraak „duidelijk een verschuiving.” Hij wijst erop dat de CGB in de kwestie met trouwambtenaar Eringa uit Leeuwarden, „heel uitdrukkelijk heeft uitgesproken dat er geen sprake was van een probleem als er alternatieven voorhanden zijn. Nu wil men zelfs geen uitzondering meer voor een bestaande buitengewone ambtenaar van de burgerlijke stand, een zogenoemde babs. Dat is absoluut een koerswijziging.”

Voor Voogt komt de uitspraak desondanks niet geheel onverwacht. „Voorzitter Castermans van de CGB had al eerder aangegeven niet gelukkig te zijn met de huidige praktijk. Dit zat er wel aan te komen, al gaat het nu wel erg snel.”

Overigens is het volgens de advocaat niet gezegd dat een eventuele rechter zonder meer meegaat in de lijn van de CGB. „Weliswaar laat de rechter het oordeel van de CGB zwaar wegen, maar hier doet zich het geval voor dat de CGB enkele jaren geleden nog andere dingen heeft gezegd. De vraag is dus vooral: wélke uitspraak laat de rechter het zwaarst wegen? Het is zeker niet zo dat dit automatisch de meest recente is.”

Voogt verdedigt ook de SGP in de kwestie van het vrouwenlidmaatschap. Ook in die zaak botsen artikel 1 van de Grondwet, het antidiscriminatiebeginsel, en artikel 6, de vrijheid van godsdienst, met elkaar. De advocaat is huiverig om te zeggen dat artikel 1 prevaleert boven artikel 6. „Dat kun je niet op basis van deze ene uitspraak zeggen. De rechter heeft tot nu toe ook verschillend geoordeeld in de zaak over de SGP. Als je specifiek kijkt naar deze uitspraak van de CGB, laat die natuurlijk wel een ontwikkeling zien die meer is gestoeld op artikel 1 dan artikel 6. Maar het is te kort door de bocht te stellen dat artikel 1 in z’n algemeenheid steeds meer de leidraad vormt.”

Frank van Dalen, voorzitter van homo-organisatie COC, is blij met de ommezwaai van de CGB. Volgens hem is met de uitspraak glashelder aangetoond dat trouwambtenaren bij een gemeente niet mogen discrimineren. De passage in het regeerakkoord over gewetensbezwaarde trouwambtenaren is met het advies overbodig geworden, aldus Van Dalen. „In de pluriforme samenleving die Nederland is, is het ontzettend belangrijk dat de overheid neutraal is en ambtenaren de wet gewoon uitvoeren zonder onderscheid te maken”, stelt hij. „De CGB laat zien te staan voor een samenleving waar iedereen voor de wet gelijk wordt behandeld.”

De Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) is het eens met de CGB dat iedere ambtenaar gehouden is de wet uit te voeren en dat ambtenaren niet mogen discrimineren. „In de praktijk wordt overigens bijna altijd een oplossing voor deze problematiek gevonden door de betrokken ambtenaar andere taken te geven. De VNG blijft van mening dat nadere wetgeving niet nodig en niet wenselijk is.”

Abvakabo FNV is content met de uitspraak van de CGB. De vakbond vindt wel dat gemeenten een oplossing moeten zoeken voor ambtenaren die voor de openstelling van het homohuwelijk al als trouwambtenaar werkten en die nu gewetensbezwaren hebben. „In de praktijk komt dit weinig voor en meestal wordt het in goed overleg opgelost”, denkt de bond.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer