Klopboor kopen hoeft niet meer
Eigenlijk zou het leuk zijn als de fietsen mee konden op vakantie. Maar voor dat doel speciaal een aanhanger aanschaffen, gaat een beetje ver. En het terras in de achtertuin is nodig aan een schoonmaakbeurt toe. Maar hogedrukspuiten zijn zo duur. Geen nood. Ga gewoon eens huren bij de buren.
Beamers, winterbanden, steigers, graafmachines, rode lopers, vakantiehuizen, fietsendragers, aggregaten: typisch van die zaken die je maar heel af en toe nodig hebt. Natuurlijk, ze zijn aan te schaffen, maar dat is niet bijster efficiënt.Huren is een optie, bij een verhuurbedrijf bijvoorbeeld. Lenen van de buurman is de goedkoopste en meest praktische oplossing, maar er zit altijd een element van onzekerheid in, want het kan maar zo voorkomen dat de buurman geen klopboor in de aanbieding heeft. Allicht liggen er in een straal van enkele tientallen meters verschillende boren in verschillende schuurtjes, maar om nou bij alle huizen in de buurt te gaan aanbellen? De samenleving is, zeker in steden, niet meer van dien aard dat buren als vanzelfsprekend de deur bij elkaar plat lopen.
Onlangs gingen om die reden twee websites van start: huurparticulier.nl van Hans van Westen uit Zwaagdijk-Oost en hurenvanburen.nl van Cees Zwart uit Assendelft. Van Westen benadrukt vooral het huren van particulieren, bij Zwart staat dienstverlening op buurtniveau voorop. Via beide sites -die veel weg hebben van onlineverkoopplatforms zoals Marktplaats en eBay- kunnen mensen gratis advertenties plaatsen waarin ze zaken en diensten te huur aanbieden. Van Westen: „De nadruk ligt op gebruiksvoorwerpen, maar opvallend is dat veel mensen bijvoorbeeld ook vakantiehuisjes aanbieden.”
Plaatselijk
Van Westen kwam op het idee voor huurparticulier.nl na een vakantie. „Ik kocht speciaal voor dat doel een navigatiesysteem, maar toen ik terug was, lag dat ding nutteloos in de kast. Ik ben op internet gaan kijken of er een mogelijkheid was hem te verhuren. Die bleek er niet te zijn, dus heb ik zelf de koe bij de hoorns gevat.” Van Westens site trok kort na de start zo’n 200 websitebezoeken per dag, inmiddels zijn dat er 500 tot 800. „Er is absoluut vraag naar, al word ik er niet rijk van. Maar dat is ook niet mijn doel.”
Zwart haalde zijn inspiratie voor het -iets later gelanceerde- hurenvanburen.nl van ver. Vorig jaar bezocht hij Vietnam en zag daar hoe de economie nog heel plaatselijk werkte. „Op wijkniveau zelfs.” Kooplui verkochten op de markt vruchten die 100 meter verderop waren geoogst, en nog eens 100 meter verder weer werden geconsumeerd. „Dat gebeurde met tal van producten en diensten”, aldus Zwart.
In Nederland moet zoiets ook kunnen, dacht de ondernemer, en hij ontwierp hurenvanburen.nl. „Het leuke is dat je eindelijk iets kunt met die ongebruikte spullen, en dat je tegelijkertijd de buren beter leert kennen.” Om dat sympathieke idee in de praktijk goed te laten werken, is een hoge dekkingsgraad wel noodzaak. Op dit moment zit Zwarts site op een kleine 250 hits per dag, kleine kans dus dat daar een buurman van twee straten verderop bijzit, en een nog veel kleinere kans dat die ook nog eens de door jou gezochte betonmolen te huur aanbiedt.
Maar Zwart heeft een lange adem. „We zijn begonnen in de Zaanstreek, daar begint het nu een beetje te lopen. We willen over een jaar minstens 10.000 tot 15.000 hits hebben, dan komt die dekking er wel.”
Voorzichtig
Beide heren voorzien via hun sites gebruikers van tips en bieden (voorbeeld)huurovereenkomsten aan. Zwart: „Ik raad aan naar legitimatie te vragen. Zo kun je altijd checken of iemand bijvoorbeeld echt woont op het adres dat hij opgeeft.” Van Westen: „Het is ook slim om een borg te vragen. Hoewel ik in de praktijk merk dat mensen heel voorzichtig omgaan met gehuurde spullen. Het lijkt natuurlijk een drempel, je verhuurt iets aan mensen die je niet kent. Maar het vertrouwen is er, zo blijkt.” Zwart herkent dat. Hij vertrouwt bovendien op de sociale controle die er is wanneer je van iemand uit de buurt iets huurt. „Ik kan iemand bedriegen, maar er bestaat een zeer grote kans dat ik hem de volgende dag weer tegenkom op straat. Dat laat ik dus wel uit mijn hoofd.”