„Missionair gemeente-zijn geen doel op zich”
„De gemeente is een missionaire gemeente. Als dat niet het geval is, is ze geen gemeente.” Dat zei ds. C. van Duijn, predikant van de hervormde Noorderkerk in Amsterdam, donderdag in de Aker in Putten op de jaarlijkse studiedag van het Contact Orgaan Gereformeerde Gezindte (COGG).
De studiedag had als thema ”De Gemeente BinnensteBuiten!? Missionaire gemeente vandaag op grond van Bijbel en belijdenis”. Ds. Van Duijn sprak er over de Bijbelse fundering van het missionair gemeente-zijn. De term ”missionair gemeente-zijn” is volgens hem een pleonasme. Net als het groene gras en de witte sneeuw. De toevoeging ”missionair” aan ”gemeente-zijn” noemde hij overbodig. De gemeente is missionair, anders is ze geen gemeente.„Missionair gemeente-zijn is geen doel op zich. Het gaat om het komen tot Jezus Christus, als naar een levende steen. Petrus voegt daaraan toe: „Dan wordt u ook zelf als levende stenen gebouwd tot een geestelijk huis, opdat u de deugden zou verkondigen van Hem, Die u uit de duisternis geroepen heeft tot Zijn wonderbaar licht.” Je wordt dus of op deze hoeksteen gebouwd of je struikelt erover”, aldus ds. Van Duijn.
De Amsterdamse predikant legde uit wat de term ”binnenstebuiten” betekent in relatie tot de gemeente. „Wie het heil intern ontvangt en beleeft, kan het niet voor zichzelf houden. Het krijgt een dimensie naar buiten.”
Ds. Van Duijn wees daarbij op de eerste christengemeente, getypeerd als een gemeente die volhardde in de leer van de apostelen, in de gemeenschap, in het breken van het brood en in de gebeden. Volgens de predikant stonden die gebeden vooral in relatie tot de noden, de zorgen en de vreugden. Maar ook in relatie tot het missionaire werk, van de voortgang van het Woord van God. Zij spraken het Woord van God met alle vrijmoedigheid. „Ook hier wordt het interne verbonden met het externe. Noem het maar de missionaire spits”, aldus ds. Van Duijn.
Missionair gemeente-zijn is volgens ds. Van Duijn geen kwestie van power en opvallende uitingen van de Heilige Geest. „Stefanus bad voor degenen die hem stenigden. Een missionair gebed vereist een missionair leven. Dat is mét Stefanus de heerlijkheid van God en Jezus zien.”
Bij het begrip ”missionair” fronsen wij vaak ons voorhoofd, aldus de predikant. „We vinden het te verheven, te modern. Wij houden graag het godsdienstige onder controle. Het is óns religieuze systeem. Alles is zo dichtgetimmerd dat er voor de ontmoeting met de levende God vaak geen millimeter ruimte over is. Dan zijn we geen gemeente, laat staan een missionaire gemeente”, zo zei ds. Van Duijn.
Derde kerk
Drs. C. J. Haak, docent contextuele theologie aan de Theologische Universiteit Kampen, sprak over de uitdagingen en de valkuilen van het missionair gemeente-zijn. De kerk van na 1950 noemde Haak de derde kerk. Na de profetische eerste periode van haar bestaan en het Constantijnse tijdperk, waarin ze gewend was geraakt aan haar koninklijke gestalte die werelds machtsvertoon met zich had meegebracht, is volgens Haak de derde kerk zich bewust van haar nieuwe, priesterlijke positie ten opzichte van staat en maatschappij. „Het is de kerk die wereldwijd voet aan de grond heeft gekregen en inspeelt op de haar omringende context”, aldus Haak.
„Een kerk die niet contextualiseert, vegeteert slechts en plaatst zichzelf als toeschouwer aan de zijlijn van het wereldgebeuren”, zo zei hij. Een van de uitdagingen van de missionaire gemeente is volgens Haak het geloof zo te verwoorden dat het in de cultuur van vandaag overkomt.
Valkuilen daarbij zijn het bezeten zijn van veranderingsdrift en het invoeren van een nieuw soort wetticisme. Ook zal de kerk de hoorder moeten opzoeken in zijn context. „Dat verlegt de aandacht van de gezamenlijke dienst in een kerkgebouw naar samenkomsten in de wijk, op minder imposante locaties”, aldus Haak.
Theo Visser, verbonden aan de International Christian Fellowship in Rotterdam-Zuid en Bram Dingemanse, missionair consulent bij de Christelijke Gereformeerde Kerken, vertelden hoe de ICF-gemeente in Rotterdam is ontstaan. „In deze multiculturele gemeente is het belangrijk verschil te maken tussen de inhoud en de vorm”, zei Visser. Hij noemde het schokkend dat het aantal medelanders van 3 miljoen naar straks 5 miljoen zal groeien, terwijl naar verwachting slechts 0,05 procent tot de gevestigde kerken zal toetreden.
Volgens Bram Dingemanse blijkt uit onderzoek dat slechts de helft van een gemeente actief is. Ongeveer 10 procent voelt zich ergens bij betrokken. „De opdracht missionaire gemeente te zijn, wordt maar matig ingevuld”, zei Dingemanse. Toch ziet hij ook dat steeds meer gemeenten zich bezinnen op missionair gemeente-zijn. „Het gras is niet overal even groen, maar er zijn hoopgevende sprieten te zien.”