Ontdekking
„Ik hoorde Uw stem in de hof, en ik vreesde; want ik ben naakt; daarom verborg ik mij.”
Genesis 3:10plattekst (u15,1,0(Gij zorgeloze zondaren, u heeft een angel in uw verdorven natuur geërfd van uw vader, de satan. Hoe weet u zichzelf met hem gelijk te stellen, zodat u de werken van de duisternis zoekt te doen en daarbij voor het licht vlucht om niet ontdekt te worden. Het is wel waar dat u, hoewel u wandelt in de duisternis, nochtans enig vermaak schept in het licht van de prediking van het Evangelie, gelijk als de onbekeerde Joden zich voor een korte tijd verheugden in het licht van Christus’ voorloper. Het is immers aangenaam te horen van die genade waardoor de Heere Zijn aangezicht niet meer voor ons verbergt en van die vergeving waardoor Hij al onze ongerechtigheden voor ons bedekt.
Wanneer u zich echter zou moeten stellen voor het licht van de predicatie van de wet die ook de meest verborgen zonden met de goddelijke vloek bedreigt en de meest zorgeloze consciëntie verontrust, dan verbergt u zich met Adam en kunt dat licht niet dulden. Dan zou u wel wensen dat er geen Woord des Heeren was, dat over uw zonden zware dreigementen kon uitspreken en dat er geen predikanten waren die uw liefste boezemzonden met strafpredicaties konden vervolgen en dat er geen Rechter in de hemel was, die uw misdaden in het licht kon brengen.
Thomas Alberthoma,
predikant te Groningen