„Tijd is rijp om mythe over suïcide te doorbreken”
Hij wil de mythe van de balanssuïcide, waarbij mensen weloverwogen en in alle rust een einde aan hun leven maken, graag doorbreken en voert in de Tweede Kamer een vurig pleidooi voor landelijk preventiebeleid. „Als je beseft dat de meeste mensen zichzelf uit pure wanhoop doden, kun je niet lijdelijk aan de kant blijven staan”, zegt Kamerlid Voordewind van de ChristenUnie.
Een dag na zijn installatie als lid van de Tweede Kamer, in november 2006, was Voordewind aanwezig bij de begrafenis van een vrouw uit zijn kennissenkring die suïcide had gepleegd. „Een zwangere vrouw, moeder van een kind. Ze was depressief en kon vanwege haar zwangerschap geen medicijnen innemen.”De tragedie bepaalde Voordewind eens te meer bij de noodzaak van goede voorlichting. Eind vorig jaar bood hij minister Rouvoet voor Jeugd en Gezin en minister Klink van Volksgezondheid zijn notitie over suïcidepreventie aan, ”De hartenkreet gehoord”. Zijn motie om gerichte actie te ondernemen, kreeg Kamerbrede steun.
Dat laatste kan duiden op een verandering in politiek denken over suïcide, zegt Voordewind. „Lange tijd rustte er bij de meeste partijen een taboe op het onderwerp. Mensen waren toch vrij om te bepalen wat ze wilden? Meer en meer dringt het besef door dat suïcideplegers helemaal niet op een berekenende manier te werk gaan. Zij komen vaak in wanhoop tot hun daad.”
Volgens Voordewind is het de hoogste tijd om maatregelen te treffen. Concreet denkt hij aan voorlichtingscampagnes over de mogelijkheden van hulpverlening, het instellen van een hulptelefoon, het coördineren van beschermingsmaatregelen bij spoorwegen en hoge gebouwen, en het opzetten van een instituut dat kennis over suïcide verzamelt en knelpunten in het preventiebeleid signaleert. Ook de nieuwe centra voor jeugd en gezin wil hij een signaleringstaak geven.
Voordewind denkt dat een landelijke aanpak nog geen 4 miljoen euro per jaar kost. „Ik verwacht voor de zomer een reactie van de ministers. Komt die er niet, dan trek ik zelf weer aan de bel. Het dossier is de moeite meer dan waard: het gaat over het redden van mensenlevens.”