Kerk & religie

Synode van de onverklaarbare kloof

Preses dr. E. A. de Boer van de gereformeerd vrijgemaakte synode van Zuidhorn is zich terdege bewust van het feit dat deze hoogste ambtelijke vergadering in haar besluiten op enkele punten iets dubbels heeft. Maar het was ook de synode van de oproep tot schulderkenning, de controversen en al dan niet breed gedragen oplossingen. Dreigde het deputaatschap kerkmuziek, teleurgesteld omdat Liedboekliederen een paar jaar buiten beeld blijven, met opstappen, na een gesprek met het moderamen bleef het aan. Dr. De Boer, begonnen als assessor, maar later preses omdat ds. P. Groenenberg ziek werd, kijkt terug op de synode.

Door S. C. Bax
3 October 2002 11:24Gewijzigd op 13 November 2020 23:51

Het dubbele of ambivalente van deze synode wordt onder andere duidelijk uit de besluiten over de verhouding met de Nederlands gereformeerden en de christelijke gereformeerden. De preses: „Onze relatie met de Nederlands gereformeerden is, gezien ons gemeenschappelijk verleden, spontaner en directer. Maar wij kunnen eigenlijk ook niet zonder de ernst en de vroomheid van de behoudende christelijke gereformeerden. Tegelijk is het zo dat we het met Nederlands gereformeerden en die vleugel in de christelijke gereformeerde kerken die zich richt op herformulering van het gereformeerd gedachtegoed wel beter kunnen vinden. Ik besef terdege dat dit een zekere spanning geeft, want die vleugels breng je niet zomaar bij elkaar. Maar het opgeven van het ideaal van eenheid willen we ook niet. Wij ervaren dat als geloofsopdracht.”

Dr. De Boer merkte tijdens de synode op dat zijn kerken wellicht eerder één worden met de Nederlands gereformeerden dan met de christelijke gereformeerden. Desgevraagd zegt hij: „Ik besefte op dat moment wellicht te weinig dat ik die uitspraak als assessor deed. Dan krijgt zij een bepaald gewicht. Maar ik kan niet bedenken waarom ik zo’n opmerking zou moeten afzwakken.”

Het feit dat enkele jaren geleden vrijgemaakte deputaten kerkelijke eenheid met de christelijke gereformeerde deputaten tot overeenstemming kwamen over de toe-eigening van het heil, wil volgens dr. De Boer dan ook niet zeggen dat er kerkbreed op dat punt overeenstemming is. „Persoonlijk”, zegt de Calvijn-kenner, „voel ik me zeer verwant met de vroomheid die ik daar aantref. Maar de breedte van onze vrijgemaakte kerken kent die bevindelijke theologie met haar wortels in de Afscheiding niet zo. Contact tussen predikanten en ontmoeting tussen de kerken kan dat bewerken. We hopen vurig dat de CGK-broeders ons niet op afstand houden, maar het inhoudelijk contact zoeken.”

Dr. De Boer zag het besluit dat Zuidhorn nam om plaatselijke contacten met Nederlands gereformeerden terug te draaien dan ook weliswaar als niet-populair, maar tegelijk als een schreeuw om eenheid met de NGK als geheel. „Het is gemakkelijk genoeg om met enkele gemeenten die dicht bij elkaar leven samen te werken, maar veel moeilijker om als kerkverbanden één te worden. Hoe moeizaam deze discussie is, bewijst het feit dat de synode begin volgend jaar nog terugkomt voor de vraag uit de kerken om op de breuk van de jaren zestig terug te zien.”

Dat er onderwerpen aan de orde waren die als splijtzwam konden gaan werken, besefte het moderamen. De synode vroeg ook aan de kerken schuld te erkennen waar het gaat over de losmaking van predikanten, seksueel misbruik door kerkelijk werkers en de steeds vaker voorkomende gevallen van echtscheiding in de kerkelijke gemeente.

De meest in het oog lopende controverse was die van de liturgie en de gezangen. De visie van deputaten kerkmuziek werd op het punt van de Liedboekliederen niet gedragen. „Vrijgemaakten zingen in principe allemaal psalmen én gezangen. Deputaten zijn deskundigen en letten veelal meer op kwaliteit. Ze ontdekten dat in het bij ons altijd onbekend gebleven Liedboek mooie liederen zaten. Dan ontstaat de spanning tussen deskundigheid en de wensen van de achterban. Maar de vrede is weer getekend en deputaten blijven toch aan.”

Op de vraag of de beslissing inzake het Liedboek vooral een kerkpolitiek besluit was -om de rust terug te krijgen- in plaats van een geestelijk besluit, antwoordt de preses: „Het was een open strategisch besluit. Net als in een kerkenraad zeiden de ouderlingen overtuigd „nee.”

De beslissingen van Zuidhorn over liturgie en liederen lijken een tijdelijke pas op de plaats zijn. Juist door deze ontwikkelingen wordt de afstand tot eigen behoudende kring enerzijds en bevindelijke christelijke gereformeerden en hervormd-gereformeerden anderzijds groter.

Dr. De Boer: „Bij ons is inderdaad een onverklaarbare kloof tussen wat we graag aan eenheid willen, ook met de Gereformeerde Bond, en deze binnenkerkelijke liturgische ontwikkeling. We zeggen wel dat een eigen liedbundel straks opgeefbaar is als het zou komen tot hereniging met bijvoorbeeld de CGK, maar ik vraag we af hoe serieus we dat menen.”

De kwestie over de fundering van de zondag laat een andere kloof zien binnen de vrijgemaakte kerken. Is de zondag vooral vierdag, waarbij mensen de dag buiten de kerkgang naar eigen inzicht invullen, of is hij in de eerste plaats rustdag, waarop de gemeente ook samenkomt? Dat is de vraag waarop nog verder gestudeerd moet worden. Dr. De Boer maakt zelf van dat studiedeputaatschap deel uit.

Ook prof. dr. J. Douma mengde zich in het koor. Hij koos voor de zondag als vierdag. Dr. De Boer: „Ik zou het ten zeerste betreuren als de zondag een ”ik-dag” zou worden en tot de gezamenlijke vieringen beperkt zou worden. Dan verlies je ook je argumenten in deze geseculariseerde wereld om de zondag in ere te houden.” Op de volgende synode komt deze zaak terug.

Het spijt dr. De Boer dat de synode door de behoudende vleugel „vrijwel alleen beoordeeld is op zaken die men daar wezenlijk vindt. Dat is een versmalling van wat de synode deed. Het maakte het de synode ook onmogelijk iets goed te doen. Als we hen niet voor de volle 100 procent tegemoetkwamen, deden we het als synode voor de volle 100 procent fout. Tegelijk besef ik dat dit deel van de kerken intens meeleeft. Anderzijds is er van harte meegebeden met het synodewerk. We kregen stapels post waar dat uit blijkt.”

Secularisatie was een steeds weerkerend thema op de synode. Lijkt de verwereldlijking in vrijgemaakte kring harder toe te slaan dan elders? „Ik ken onze kerkleden als zelfbewuste gereformeerde mensen die in de overtuiging leven dat ze veel van de Heere hebben meegekregen en open naar de samenleving en de cultuur staan. Dat heeft veel goeds in zich. Maar het kan ook een gebrek aan nederigheid met zich meebrengen. Dan ligt werelds denken snel op de loer. Ik denk aan de manier waarop de dominee dan beoordeeld wordt naar wereldse maatstaven. Zeker nu zich vleugels ontwikkelen in onze kerken. Verder is er sprake van verwereldlijking als het heilige iets alledaags wordt. Maar als synode kun je daarop geen beleid maken. Ik kan slechts met dankbaarheid constateren dat er ook weer jongeren zijn die zich profileren in een soort evangelisatorische beweging.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer