„Wordt het niet tijd dat er, evenals in het Reveil, een vriendenkring van erudiete en gelovige mensen ontstaat, die zich rekenschap geven van onze tijd en die zich mengen in de strijd der geesten nú en die een weg willen wijzen voor onze jonge mensen en wellicht voor volk en overheid?” zo vroeg dr. Klink zich af in het laatstverschenen nummer van Ecclesia, het orgaan van de Stichting Vrienden van Dr. H. F. Kohlbrugge.Zijn oproep -zelf spreekt hij liever van een „oprisping”- heeft behoorlijk wat reacties opgeleverd, zegt de predikant ruim een week later. „Geen honderden, maar toch wel tien, vijftien. Ik krijg brieven, e-mails, telefoontjes. Van, laat ik zeggen, gewone mensen, maar ook van mensen die een meer vooraanstaande positie innemen. Wat ik merk, is dat zij de nood die ik onder woorden heb geprobeerd te brengen -de nood van deze tijd, de nood ook van het grote gebrek aan mensen, christenen, die de tijdgeest verstaan- herkennen. Veelzeggend vind ik het ook dat zich de afgelopen week zeven nieuwe abonnees voor Ecclesia hebben opgegeven. Het aantal abonnees groeit sowieso gestaag: voor het eerst sinds jaren ligt het weer boven de duizend.”

Islam
Dr. Klink zegt zich te bezinnen op een vervolg. „Wellicht is het nuttig om in bredere kring eens van gedachten te wisselen.”

Waar volgens hem behoefte aan bestaat, is doordenking van twee, of drie, zaken. „Het zou bijvoorbeeld heel mooi zijn als er een gefundeerde studie zou komen over de islam, als een handreiking voor gemeenteleden. Wat is de islam? Wat wil de islam? Natuurlijk, er verschijnt best wat, maar - ik heb hier een boek van de Duitse islamwetenschapper Gudrun Krämer, ”Geschichte des Islam”. Daarin worden op heldere wijze de achtergronden ervan beschreven. En wie bij de Franse Bijbelgeleerde Lagrange te rade gaat, kan daar mooie dingen vinden over de oorsprong van de islam en de relatie van deze religie tot het jodendom van destijds.”

Ook op het terrein van de Bijbelwetenschap verschijnt er vanuit kerkelijke hoek nauwelijks nog iets, constateert de predikant. „Sinds het wegvallen van de generatie Th. C. Vriezen en W. C. van Unnik in de jaren zestig zijn er in Nederland geen christelijk gedreven grote Bijbelwetenschappers meer. Het lijkt wel alsof dit aan ons land voorbijgaat. Er wordt nauwelijks meegedaan aan de discussies die in het buitenland spelen. In Frankrijk, Duitsland en Engeland zijn de laatste decennia veel goede studies verschenen - die hier maar weinig doorwerken. Iemand als dr. W. Aalders wist deze boeken, ondanks zijn hoge ouderdom, wél te benutten en vruchtbaar te maken.”

Maar, een instituut als het Centrum voor Bijbelonderzoek in Veenendaal publiceert toch regelmatig op dit gebied (de Studiebijbel onder andere)? „Ik vind dat te mager. Er is zo veel meer. Bijbelwetenschappers als James Dunn en Martin Hengel worden in Nederland nauwelijks verdisconteerd. En ook al ben je het niet in alles met hen eens, zij hebben veel te bieden. Zulke werken zouden kerkelijk verwerkt moeten worden.”

Nauw met de vorige punten samenhangend is het derde waarvoor de predikant uit Hoornaar aandacht vraagt: christelijke bezinning op de huidige tijd.

Rijkdom Schrift
De mensen die tot nu toe op zijn pleidooi in Ecclesia hebben gereageerd, vormen volgens dr. Klink „een divers gezelschap, zo lijkt het. „Er waren reacties van mensen uit de SGP-kring, maar ook vanuit de evangelische hoek, zelfs uit joods-christelijke hoek. Maar allemaal lijken ze toch iets gezien te hebben van de rijkdom van de Schrift, ook en juist voor de dag van vandaag. En zo was het ook in het Réveil.”