Wellington heeft nog twee namen
De hoofdstad van Nieuw-Zeeland, Wellington, is een tikkeltje chic. In veel opzichten moet de kleine regeringsstad echter Auckland voor laten gaan. In Auckland -ruim 1 miljoen inwoners- komt alles samen: de grote luchthaven, bedrijvigheid, grote ondernemingen, een culturele mix en niet te vergeten het hoogste gebouw van het zuidelijk halfrond.
Hoe Engels Nieuw-Zeeland ook mag lijken, de taal van de oorspronkelijke bewoners, de Maori, komt overal terug. Zo ook in de naam van de hoofdstad. Wellington is vernoemd naar de Engelse legeraanvoerder Arthur Wellesley, de eerste graaf van Wellington die de Slag bij Waterloo won. Maar voor de stad zijn nog twee namen in zwang: Te Whanganui-a-Tara en Te Upoko-o-te-Ika-a-Maui. De Maoritaal is niet voor niets de tweede officiële taal van het land.Dat merkt de bezoeker van het land down-under vooral in de regeringsstad Wellington, waar alles wat officieel is tweetalig staat aangekondigd. Een gast van de regering zal -ook al verstaat hij er niets van- ook welkom worden geheten in de taal van de bewoners van de eilanden van de Stille Oceaan.
Houten paleis
De regeringsgebouwen zetten de toon in Wellington. Zo staat er het fraaie neoclassisistische parlementsgebouw met ernaast het hypermoderne regeringsonderkomen. Onder in dat aardbevingsbestendige gebouw bevindt zich het nationale crisiscentrum. Verspreid in het centrum staan de verschillende ministeries. Aan de andere kant van het centrum waait hoog op de heuvel de vlag voor het gouverneursgebouw, een houten huis met de omvang van een klein paleis. Voor hout is gekozen vanwege de aardbevingsgevoeligheid van de regio.
Als hoofdstad heeft Wellington ook het nationale museum van het land binnen zijn grenzen. Te Papa -Onze plek- heet het. In het architectonisch vormgegeven gebouw komen alle hoeken van het land samen. Er is aandacht voor de oude cultuur van de Polynesische volken en wat daarvan terug te vinden is in Nieuw-Zeeland, voor de komst van de Europeanen, maar ook voor de moderne industrie. Te Papa is qua opzet een schoolvoorbeeld voor veel andere musea op de wereld. De historie wordt er op een toegankelijke en tastbare manier gepresenteerd.
De stad Wellington is niet een stad om als toerist dagen door te brengen. De dierentuin, de kabeltrein naar boven, het Petone Settlers Museum en de kerken zijn interessant, maar de omgeving biedt meer.
Vulkanen
Voor concurrent Auckland geldt eigenlijk hetzelfde. Auckland bruist meer, maar de hoogtepunten zijn ook in een enkele dag te bezichtigen. Auckland is vooral een mooie uitvalsbasis; zelfs voor een trip van enkele dagen naar kleine eilandenrijkjes in de Stille Oceaan.
Auckland zelf is een versnipperde stad. Dat is niet het gevolg van een slecht stedenbouwkundig plan. De stad ligt echter op verschillende (schier)eilanden. Voor de kust liggen nog eens vijftig eilandjes. Die zijn populair voor een dagtocht met de boot. De jachthavens van Auckland zijn daarom niet klein.
De stad ligt ook nog eens op 48 vulkaanmonden. Onder de stad is de grond actief en heet, maar gelukkig is er de laatste 600 jaar geen uitbarsting meer geweest. De gestolde vulkaanmonden zijn duidelijk terug te vinden in het landschap.
Hoog boven dat alles uit steekt de Sky Tower. Met 328 meter is het het hoogste gebouw ten zuiden van de evenaar. De toren is net iets hoger dan de Eiffeltoren (324) in Parijs.
De bezoeker kan tot 220 meter hoog komen. Dan ligt de stad aan zijn voeten: de kantoorgebouwen, de haven, de parken. Het water van de oceaan is azurig blauw. Een lift met een deels glazen vloer suist in 40 seconden naar het hoofdobservatiedek op 186 meter hoogte. Waaghalzen kunnen met nog grotere snelheid -85 kilometer per uur- aan de buitenkant van de toren aan een kabel naar beneden springen. Regelmatig wagen jongeren de sprong. Het is maar waar je van houdt.