Mattheüs 7:13 Om deel te krijgen aan Jezus en door Hem het leven in te gaan, gaat niet zo gemakkelijk. Het is een worstelen met deze Machtige Jacobs, een strijden om in te gaan door deze enge poort. Het vergt inspanning van alle krachten en vermogens van ziel en lichaam beide. Het is een strijden tot bloedens toe. Ja, hier wordt vereist een kruisigen van het vlees, een doden van de zondige leden die op de aarde zijn, het uitsteken van het rechteroog en het afkappen van de rechterhand. Men moet het lichaam bedwingen en afstand doen van de liefste zonden en lusten, al valt dat nog zo hard voor vlees en bloed.

Allen die hoge gedachten van zichzelf hebben, kunnen door deze poort onmogelijk ingaan, want de Heere wil hier alleen de hand van Zijn genade tot de kleine wenden, tot mensen die klein, nederig en ootmoedig zijn in zichzelf. Hier moet men eerst een klein kind worden in een heilige nederigheid. Kinderlijk eenvoudig zal men door deze enge poort ingaan in het koninkrijk van God. Hier moeten alle kleren van eigen gerechtigheid, dat is het steunen op zijn godsdienstig leven, afgelegd worden. Al deze gerechtigheden moeten aangemerkt worden als een wegwerpelijk kleed. Zo moet de mens hier geheel naakt uitgekleed en ontbloot worden tot aan de fundamenten toe.

Joachimus Mobachius,

predikant te Den Bosch
(”De staat van een uitverkorene”, 1744)