Gereformeerd in Görlitz
Van de voormalige vrije gereformeerde kerken in Neder-Silezië resteert alleen die van de Pools-Duitse grensstad Görlitz. Binnen de oecumenische Landeskirche probeert voorganger Diedrich Immer invulling te geven aan het gereformeerde karakter. „Mensen hebben niet alleen behoefte aan opwekking, maar vooral aan onderwijs.”
De middelste verdieping van een monumentaal pand aan de Blumenstrasse dient als pastorie voor Pfarrer Immer en zijn omvangrijke gezin. De rest van de woning wordt verhuurd. Zo verkrijgt de gemeente wat extra inkomsten. Bepaald geen overbodige luxe, want de evangelisch-reformierte Gemeinde van Görlitz kent weinig rijken en edelen. Uiterlijk onderging de stad na de Wende een metamorfose, maar achter veel deuren heerst misère. „Bijna 25 procent van de beroepsbevolking is werkloos, jaarlijks trekken grote aantallen jongeren weg, er is enorm veel alcoholisme.”Door bemiddeling van de altreformierte Gemeinde van Laar kwam Diedrich Immer, destijds voorganger in Suddorf, in contact met de gereformeerde kerk in Görlitz. In 1991 werd hij er als predikant bevestigd. „Ik voelde er aanvankelijk niet voor, maar toen ik hier voor de tweede keer was, maakte God me duidelijk dat Hij me in Görlitz wilde hebben. Dat nam al mijn bezwaren weg.”
Sinds 1950 maakt de gemeente, noodgedwongen, deel uit van de oecumenische Landeskirche. De keuze voor aansluiting bij deze kerk had een pragmatische achtergrond. „Aansluiting bij de hernhutters, de baptisten of de methodisten was ook een optie, maar de Landeskirche bood ons de grootste mate van vrijheid. Ook in het beroepen van predikanten. Dat gaf de doorslag.”
Woordverkondiging
Bij de komst van Immer telde de gemeente nog maar veertig leden. De eerste vijf jaar bleef dat aantal gelijk, daarna begon een geleidelijke groei. „We hebben momenteel 84 leden, daarnaast komen er veel gasten. Op papier zijn we nog altijd klein, maar zondags zitten hier meer mensen in de kerk dan bij gemeenten van de Landeskirche die soms meer dan duizend leden tellen.”
De Duitse predikant verklaart de belangstelling uit de invulling van de eredienst. „In de lutherse kerken is die sterk liturgisch. Dat is een hindernis voor mensen die niet in die traditie zijn opgegroeid. Bij ons staat de Woordverkondiging centraal en we proberen zo begrijpelijk mogelijk te zijn. Als een vraag en antwoord van de Heidelbergse Catechismus wordt gelezen, licht ik verouderde woorden toe. We besteden ook veel aandacht aan jeugdwerk. Dat maakt de gemeente aantrekkelijk voor gezinnen.”
De missionaire inslag wordt bij Immer versterkt door zijn taak als parttimegevangenispredikant, die hij vanuit de Landeskirche kreeg toebedeeld. „Het gebeurt regelmatig dat gedetineerden na ontslag naar onze kerk komen. Het zijn vaak mensen zonder kerkelijke achtergrond, velen hebben een persoonlijkheidsstoornis.”
Heidelbergse Catechismus
De catechismus van Heidelberg is voor Immer na honderden jaren nog steeds actueel. „De drieslag ellende, verlossing en dankbaarheid biedt een goed theologisch fundament. Mensen hebben niet alleen behoefte aan opwekking, maar vooral aan onderwijs. Aan structuur in hun denken en geloven. Daarvoor biedt de Heidelbergse Catechismus goede handvatten. Met die opvatting zijn we in deze streek overigens zeer exotisch. Door een deel van de Landeskirche worden we een sekte genoemd. Hier in de stad zijn de contacten met andere kerken goed. Onze kerk heeft een leidende rol binnen de Evangelische Alliantie van Görlitz. Zelf ben ik tien jaar voorzitter geweest, toen heb ik gezegd: Nu moet iemand anders het maar eens doen.”
De invloed van de kerken op de samenleving is marginaal. „Na de Wende hadden ze korte tijd een goede naam. Door participatie in de politiek verloren ze hun aanzien weer. De mensen kregen het gevoel: vroeger had de partij het voor het zeggen, nu de kerk. Mijns inziens is dat niet terecht, maar zo werd het wel gezien. Vandaag overheerst de scepsis. Tachtig procent van de bevolking is onkerkelijk. Ik wek mijn gemeenteleden op tot vriendschapsevangelisatie. Grote campagnes hebben hier nauwelijks vrucht gedragen. Als mensen naar de kerk komen en tot geloof komen, is dat door langdurige persoonlijke contacten. Daardoor is onze gemeente gegroeid. Is de drempel naar de kerk voor mensen te hoog, dan doen we Bijbelstudie bij hen aan huis.”
Opdracht
Hét kenmerk van een gereformeerde kerk is voor Immer het centraal stellen van de Bijbel. „Zowel in de prediking als tijdens de Bijbelstudie raad ik de mensen aan die ook zelf te lezen. Regelmatig houd ik een prekenserie rond een bepaald thema, bijvoorbeeld het aanschouwen van God. De eerste preek ging over Mozes, die God vraagt of Hij Zijn heerlijkheid mag zien. De tweede over 1 Korinthe 13, waar Paulus zegt dat wij nu door een spiegel in een duistere rede zien, maar alsdan van aangezicht tot aangezicht. De derde preek belichtte de belijdenis van Job, die weet dat zijn Verlosser leeft en dat hij eens uit zijn vlees God zal aanschouwen. Zo probeer je grote lijnen in de Bijbel naar voren te halen.”
Wezenlijk voor het gereformeerde karakter is voor Immer ook het besef dat de predikant geen leider maar dienaar is. „Alle gemeenteleden hebben, als leden van het lichaam van Christus, een opdracht en dragen mede verantwoordelijkheid. Lutherse gemeenten zijn veel hiërarchischer.”
In de liturgie trad in de loop der jaren een verschuiving op. „Het zingen van psalmen is jarenlang niet gepraktiseerd, omdat mijn voorganger uit de Landeskirche kwam. Ik probeer ze geleidelijk weer terug te krijgen. De nieuwe lofprijzingsliederen, die we ook zingen, zijn te eenzijdig. Het brengen van klachten voor God ontbreekt. De psalmen zijn veel breder, inhoudsvoller. Als ik in de altreformierte Gemeinde van Laar kom, en daar uit volle borst psalmen worden gezongen, geniet ik met volle teugen.”
De erfenis van een Schotse Jood
De Free Church of Scotland, gesticht in 1843, zet zich vanaf het begin in voor evangelieverkondiging onder Joden. John Duncan werkt in Boedapest. De bekeerde Jood Daniel Edward vertrekt naar Galicië in Oostenrijks Polen (de streek rond het huidige Krakau). Een tegencampagne vanuit de Rooms-Katholieke Kerk heeft tot gevolg dat hij het gebied na tien jaar zegenrijke arbeid moet verlaten. Op de terugreis naar Schotland wordt hem een hartelijk welkom bereid in het Pruisische Breslau (het huidige Wroclaw in Polen). Hij besluit zijn arbeid daar voort te zetten.
Naast het evangelisatiewerk onder Joden dient hij een door hemzelf gestichte vrije gereformeerde kerk. In 1865 wordt een zustergemeente in Görlitz gesticht. De eerste predikant daarvan is Hermann Matzke, een Duitser die in Schotland heeft gestudeerd. Door zijn inzet kan in 1877 een kerkgebouw aan de Blumenstrasse worden betrokken. Veertien jaar later wordt het aan het zicht onttrokken door de bouw van een statig voorhuis.
De gemeente heeft goede contacten met afgescheidenen in Nederland en de altreformierte Kirche in het graafschap Bentheim. Tot vandaag bestaat een officiële band met de altreformierte Gemeinde in Laar, net over de grens bij Coevorden. Na de Tweede Wereldoorlog wordt de vrije gereformeerde kerk van Görlitz, de enige in Silezië die de oorlog en de etnische zuivering heeft overleefd, door de communistische overheid gedwongen een kerkelijk onderdak te zoeken. Dat leidt in 1950 tot aansluiting bij de Landeskirche, waarbij wordt vastgelegd dat de gemeente haar eigenheid kan bewaren. Haar belangrijkste belijdenisgeschrift is de Heidelbergse Catechismus, waarvan vrijwel elke zondag een vraag en antwoord kort wordt toegelicht.
Gedeeld en verenigd
Op grond van de besluiten van Potsdam wordt in 1945 een groot stuk Duitsland toegevoegd aan Polen. Aan westelijke zijde vormen Oder en Neisse de nieuwe grens. Een deel van de oorspronkelijke bewoners is reeds vermoord of verjaagd door het Rode Leger, de rest kan inpakken en vertrekken. De operatie levert zo’n 14 miljoen ”Heimatvertriebene” op. Hun huis en haard worden in bezit genomen door Polen, die op hun beurt door Stalin zijn verdreven uit het gebied dat nu deel uitmaakt van Oekraïne. Görlitz raakt door de grenscorrectie gekliefd. De Neisse loopt dwars door de stad. Het Poolse deel gaat Zgorzelec heten, vrijwel alles wat aan de Duitse historie en cultuur herinnert wordt er geslecht.
Na de val van het communisme, in 1989, komt weer grensverkeer op gang. Sinds de toetreding van Polen tot de Europese Unie is voor het passeren van de brug tussen Görlitz en Zgorzelec het tonen van een identiteitsbewijs voldoende. Op 21 december is ook dat voorbij. Polen treedt dan toe tot de Schengenlanden. De pijn van het verleden laat zich daarmee niet uitwissen. Die is pas voorbij als het laatste slachtoffer van de grootste etnische zuivering van de twintigste eeuw is overleden.