Opinie

Vereniging met Vlaanderen kansrijk

Een confederatie van Nederland en België biedt veel kansen. Nauwe samenwerking maakt beide landen sterker, stelt J. de Weijer in reactie op de politieke problemen in België.

11 December 2007 09:29Gewijzigd op 14 November 2020 05:21

Sinds enkele maanden doet zich in België een unieke situatie voor. De onderhandelingen die moeten leiden tot een federale regering van Vlamingen en Walen lopen vast ten gevolge van grote meningsverschillen over een verdere staatshervorming.De huidige problemen bieden ruimte voor nieuwe vormen van samenwerking, gegrond op onderlinge wil en vertrouwen en met eerbiediging van ieders zelfstandigheid. Een samenwerking die landen samenbrengt die bij elkaar passen. Laat dat de uitkomst van de diverse impasses zijn: herenig de Nederlanden, te beginnen met een confederatie.

Als men de verrassende peilingen van de afgelopen maanden moet geloven, is een groot deel van de bevolking van Vlaanderen en Nederland te vinden voor een bestuurlijke samenvoeging van Nederland en Vlaanderen.

In het verleden is al enige ervaring opgedaan in de Benelux, opgericht in 1944 als douane-unie en daarmee een voorloper van de Europese samenwerking. De Benelux heeft al met al veel bereikt, maar de houdbaarheidsdatum is ver overschreden. Het aflopen van het Beneluxverdrag in 2009 biedt mogelijkheden voor nieuwe vormen van samenwerking. Daarin zouden Vlaanderen en Nederland een voortrekkersrol kunnen vervullen.

Behalve een verrijking van de veelzijdigheid die Nederland en Vlaanderen nu al voortbrengt, biedt samenwerking tussen de twee landen nog een groot aantal voordelen, vooral in internationaal verband.

Op economisch gebied behoren de Nederlanden tot de top 10 van rijkste en welvarendste landen in de wereld. Dit is niet in de laatste plaats te danken aan de mainportfunctie. De twee grootste havens van Europa, Rotterdam en Antwerpen, vormen samen met enkele kleinere dé poort tot Europa. In de internationale politiek zouden 23,5 miljoen Vlamingen en Nederlanders samen een van de grote landen van Europa worden en daardoor een grotere vinger in de EU-pap krijgen.

Ontvoogdingsstrijd
Met de huidige crisis binnen de Belgische staat komt de Vlaamse ontvoogdingsstrijd tot een climax. Vlaanderen heeft zich op eigen kracht ontwikkeld tot een zelfbewuste, florerende natie die genoeg heeft van het ondemocratische karakter van België. De ingewikkelde staatsstructuur met vele deelstaten en minderheidsprivileges belemmert een doelmatig beleid. Dat is extra wrang omdat de financiering van die structuur hoofdzakelijk wordt opgebracht door de Vlamingen.

In de voorbije decennia zijn Vlamingen en Walen door federalisering steeds verder uiteengegroeid. Niet alleen oriëntatie, identiteitsvorming en publieke opinie zijn volstrekt verschillend, zelfs politici zijn vreemden voor elkaar geworden. De regeringsonderhandelingen lijken dan ook eerder op onderhandelingen tussen twee onafhankelijke staten.

Zelfs als men ditmaal nog tot een regering komt, is duidelijk dat op termijn de Belgische eenheid niet te handhaven is. Bij een eventuele splitsing zal men wel problemen krijgen om een oplossing te vinden voor Brussel. De Vlaamse hoofdstad ligt midden in Vlaanderen en is van oorsprong Nederlands, maar de meeste autochtone inwoners zijn verfranst.

Confederatie
Hoewel de voordelen van samenwerking overduidelijk zijn en er in beide landen draagvlak lijkt te bestaan, is enige nuchterheid wel geboden. Er zijn zeker ook verschillen tussen Vlaanderen en Nederland gegroeid, al was het maar in de overheidsstructuren. Denken dat beide landen meteen en volledig kunnen worden samengevoegd, is te gemakkelijk.

Een confederatie lijkt op dit moment de meest wenselijke samenwerkingsvorm. Dit is een bestuurlijk samenwerkingsverband waarin de afzonderlijke staten hun zelfstandigheid behouden en per onderwerp bepalen op welke gebieden ze samenwerken. De Nederlandse Taalunie is een goed voorbeeld van zo’n samenwerking. Deze zou uitgebreid kunnen worden tot een politieke unie, waarin op veel meer onderwerpen samenwerking kan worden aangegaan. Dit moet dan wel te allen tijde gebeuren op basis van vrijwilligheid. Bij een samenwerking met meerdere partijen houdt elke partij de vrijheid desgewenst buiten de samenwerking te blijven.

Wij zien Vlaanderen met Brussel en Nederland als vanzelfsprekende voortrekkers binnen dit samenwerkingsverband. Toch is ook een samenwerking met andere partijen niet uit te sluiten. Wallonië en Luxemburg kunnen zich eventueel bij het verband aansluiten, als zij bereid zijn het vrijblijvende en Nederlandstalige karakter van de samenwerking te aanvaarden.

De auteur is lid van de Baarle Werkgroep, een initiatief van Nederlandse, Vlaamse en Brusselse burgers uit alle politieke richtingen die naar een bestuurlijke samenwerking tussen de Nederlanden streven.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer