Kroon voor hogepriester als chanoekacadeau
JERUZALEM - Het Tempelinstituut in Jeruzalem heeft maandag een replica gepresenteerd van de gouden kroon die de hogepriester moet dragen tijdens zijn dienst in de -te bouwen- Derde Tempel. De kroon is van louter goud en draagt het opschrift: ”De heiligheid des Heeren”.
Dat meldt de orthodox-joodse website israelnationalnews.com.Op de website is een filmpje van ruim vijf minuten te zien waarin twee medewerkers van het Tempelinstituut de kroon -in het Hebreeuws de ”tzitz” genoemd- presenteren.
Al jaren is het Tempelinstituut in Jeruzalem bezig om alle voorwerpen na te maken die in de tempel in Jeruzalem werden gebruikt. Het uiteindelijke doel van het instituut is om de tempeldienst op de Tempelberg in Jeruzalem te herstellen in een herbouwde tempel.
De directeur van het Tempelinstituut, rabbijn Chaim Richman, legt op de website van israelnationalnews.com uit dat alle gebruiksvoorwerpen die tot nu toe gemaakt zijn voor de tempeldienst naar de maatstaven van de Thora onrein zijn. Volgens hem kan de heilige tempeldienst pas echt beginnen wanneer de Tempelberg gereinigd is met de as van een rode vaars. Ook het hoofddeksel van de hogepriester, dat na een jaar werken gereedgekomen is, is onrein.
In Exodus 28 wordt opdracht gegeven tot het maken van een gouden hoofddeksel voor de hogepriester. „Verder zult gij een plaat maken van louter goud en gij zult daarin graveren, gelijk men de zegelen graveert: De heiligheid des Heeren”, zo staat te lezen in Exodus 28:36. In Exodus 29:6 wordt deze gouden plaat de „kroon der heiligheid” genoemd die vastgemaakt moet worden aan de hoed die de hogepriester draagt. In Exodus 39:30 wordt verhaald hoe deze plaat daadwerkelijk bevestigd wordt aan de hoed van de hogepriester.
Rabbijn Richman noemt de kroon, dat alleen al aan materiaal vele tienduizenden dollars heeft gekost, een chanoekacadeau van het Tempelinstituut aan het joodse volk. Van dinsdagavond tot en met 12 december wordt dit feest in Israël gevierd. Tijdens Chanoeka wordt de herinwijding van de tempel herdacht, in het jaar 164 voor Christus. ’s Avonds zetten de joden gedurende dit feest de zogenoemde chanoekia, een achtarmige kandelaar, voor de ramen. Iedere avond wordt een van de acht lampjes aangestoken, totdat ze op de laatste avond van het feest alle acht branden.
Op de website haalt rabbijn Richman fel uit naar de Israëlische regering, die volgens hem in vredesonderhandelingen met de Palestijnen eventueel bereid zou zijn delen van Jeruzalem of zelfs de Tempelberg weg te geven. Het Tempelinstituut doet volgens hem niet anders dan een plaats in de wereld creëren voor God.