Kerk & religie

Met 400 boeken de oceaan over

De Engelse puriteinse predikant John Harvard zag de noodzaak van goed onderwijs voor de Nieuwe Wereld. Met een grote lading boeken trok hij de oceaan over. Hij was nog maar net aangekomen in Massachusetts toen hij overleed, op 31-jarige leeftijd. Hij liet zijn bibliotheek van 400 boeken en de helft van zijn nalatenschap na aan een lokale, pas opgerichte hogeschool, New College. Als dank werd de school, de oudste Amerikaanse universiteit, ”Harvard College” genoemd.

K. van der Zwaag
29 November 2007 10:24Gewijzigd op 14 November 2020 05:19
Voor de university hall van Harvard University, gebouwd in ”federal” stijl, staat het standbeeld van een zittende man met het onderschrift ”John Harvard, Founder, 1638”. Al was John Harvard officieel niet de oprichter, hij was wel de drijvende kracht acht
Voor de university hall van Harvard University, gebouwd in ”federal” stijl, staat het standbeeld van een zittende man met het onderschrift ”John Harvard, Founder, 1638”. Al was John Harvard officieel niet de oprichter, hij was wel de drijvende kracht acht

John Harvard werd op 26 november 1607 (deze week 400 jaar geleden) geboren in het dorpje Southwark bij Londen. Hij groeide op in een welvarend gezin. Zijn vader, Robert, was eigenaar van onder meer een slagerij en een herberg, en runde een aantal belangrijke kantoren.Hij was bestuurder van een middelbare school, een ”grammar school”, waar leerlingen onderwezen werden in het Latijn. John volgde waarschijnlijk onderwijs aan deze instelling.

In 1625 werd het gezin getroffen door een hevige epidemie. In vijf weken tijd moest de achttienjarige John meemaken dat vier kinderen uit het gezin en zijn vader naar het graf werden gedragen. Zijn vader liet zijn vrouw en twee zonen 600 pond na. De vrouw hertrouwde na vijf maanden, maar was vijf maanden later opnieuw weduwe. Haar tweede man, John Elletson, liet haar een groot deel van zijn landgoed na. Het was dit landgoed van zijn moeder (die voor de derde maal in het huwelijk trad) dat John in staat stelde een weldoener te worden in de Nieuwe Wereld.

Studie
John Harvard liet zich inschrijven bij Emmanuel College in Cambridge, destijds een belangrijk puriteins bolwerk. In tegenstelling tot Oxford, die de hoogkerkelijke richting van de Anglicaanse Kerk volgde, stond Cambridge de puriteinse hervormingen voor. Harvard studeerde in 1636 af. In dat jaar overleed ook zijn moeder. Haar testament vermeldt ”John Harvard, clerk”, wat erop duidt dat hij inmiddels het ambt van predikant bekleedde.

Op 19 april 1636 trad hijzelf in het huwelijk met Ann Sadler. In die tijd dacht hij serieus na over emigratie naar Nieuw-Engeland. Reden was de verslechterende toestand in de Engelse kerk vanwege de aanvallen op de puriteinen van de kant van de Engelse koning en aartsbisschop William Laud.

Verschillende studenten van Emmanuel College vertrokken later naar de Nieuwe Wereld, die beschouwd werd als een toevluchtsoord van godsdienstige tolerantie.

Nieuw begin
In het voorjaar van 1637 verkocht John Harvard vier huizen aan een zeekapitein voor 120 pond, én de helft van zijn aandeel in huizen dat hij samen met zijn broer had opgebouwd. In deze periode verzamelde hij veel van de boeken die hij naar Amerika wilde meenemen. Hij realiseerde zich het belang van onderwijs in de groeiende kolonie. Hij had al een kleine bibliotheek opgebouwd tijdens zijn studie, maar breidde deze nog aanzienlijk uit.

Samen met zijn vrouw ondernam hij in maart en april 1637 de overtocht. In juni of juli kwamen ze aan in Massachusetts Bay. Op 6 augustus 1637 werd Harvard als burger van Charlestown verwelkomd; op 2 november volgde de benoeming tot theologisch docent van de kerk van Charlestown.

Zijn functie werd algauw gesplitst in die van predikant en van docent, waarbij hij ook betrokken werd bij de maatschappelijke opbouw van de kolonie, waarschijnlijk omdat hij verschillende boeken over rechten bij zich had.

Er kwam een einde aan zijn veelbelovende loopbaan toen Harvard na een korte ziekte op 14 september 1638 overleed, op 31-jarige leeftijd. Hij liet geen schriftelijk testament na, wel een mondelinge toezegging dat de helft van zijn onroerend goed en zijn gehele bibliotheek geschonken werd aan „de voorgestelde nieuwe school in Cambridge”. De rest van zijn vermogen schonk hij aan zijn vrouw, die vijftien maanden later huwde met de opvolger van Harvard, ds. Thomas Allen.

New College
Op 28 oktober 1636 passeerde het Algemeen Gerechtshof van Massachusetts de wet die leidde tot stichting van de nieuwe school. De notulen vermelden: „Het Hof kwam overeen 400 pond te geven voor een school of college, waarvan 200 pond het eerste jaar betaald dient te worden, en 200 pond wanneer het werk is geëindigd. De volgende vergadering van het Hof zal aanwijzen waar en hoe het gebouw zal zijn.”

Het gerechtshof koos als plaats voor de school Newtown; in 1638 werd dat Cambridge. De eerste jaren was de naam van de school ”New College”.

Doel was vooral de opleiding van predikanten, zodat de toenmalige kolonie Boston minder afhankelijk zou zijn van geestelijken uit Engeland.

De som van 400 pond was voor die tijd een formidabel bedrag voor een kleine gemeenschap als Massachusetts Bay. Als eerste professor en hoofd van de opleiding werd Nathaniël Eaton gekozen, die in Franeker onder toezicht van Amesius een dissertatie over de sabbat had geschreven.

Op 13 maart 1639 werd de school vernoemd naar John Harvard, als dank voor zijn geschonken geldbedrag en zijn bibliotheek.

Groei
Het eerste schoolgebouw was geheel opgetrokken uit hout met een stenen fundering. Het had zijn eigen appelboomgaard en was voorzien van huisvestingmogelijkheden voor dertig studenten.

Van één klaslokaal, met negen studenten en een docent, groeide Harvard College uit tot een wereldberoemde universiteit die zes Amerikaanse presidenten en vele andere bekende Amerikanen opleidde, zoals Henry Kissinger, Al Gore en Bill Gates (hoewel deze zijn studie niet afmaakte, maar in 1975 een bedrijfje, Microsoft, startte).

De eerste motto’s van Harvard waren ”Veritas” (Waarheid) en ”In Christi Gloriam” (Tot eer van Christus), later gewijzigd in ”Christo et ecclesia” (Aan Christus en Zijn Kerk). Het belangrijkste doel van Harvard was het opleiden van predikanten. Men vreesde, zo staat in oude notulen, „ongeletterde predikanten aan de kerken over te laten, als onze tegenwoordige predikanten begraven zijn.”

Harvard kenmerkte zich vanaf het begin door een gematigde orthodoxie. Ze wilde van het begin af aan een volwaardige wetenschappelijke opleiding zijn, en was zelfs minder kerkelijk dan Oxford en Cambridge. In de zeventiende eeuw drongen meer liberale opvattingen binnen. Baptisten en quakers deden hun intrede in de Amerikaanse kolonies. De stichting van de Yale Universiteit in 1701 is te beschouwen als een antwoord op de verlichte tendens die zich langzamerhand van Harvard meester maakte.

Nederlandse wortels
Er zijn ook Nederlandse connecties met Harvard. Dat komt met name tot uitdrukking in de invloed van Amesius, die enige jaren aan de universiteit van Franeker doceerde. Over het algemeen wordt aangenomen dat hij de eerste president van Harvard zou zijn geworden, ware het niet dat hij in 1633 plotseling overleed. In plaats van Amesius kreeg zijn Franeker student Nathaniël Eaton deze functie.

Velen die in de beginjaren bij Harvard betrokken waren, hielden de Hollandse geleerden in ere. De werken van Amesius werden lange tijd als handboek gebruikt. Studenten kregen elke zaterdagmorgen catechetisch godsdienstonderwijs uit de ”Medulla” (Engels: The Marrow) van Amesius.

Zowel Harvard als Yale ontleende haar beginselen aan de Franeker universiteit. Het derde motto van Harvard, ”Aan Christus en Zijn Kerk”, was identiek aan dat van Franeker. De universiteit van Yale koos als leus de woorden ”Urim et Thumiim”, de titel van Amesius’ openingscollege in Franeker.

Een andere Hollandse connectie lag hierin dat de kerk in Newtown werd gesticht door Thomas Hooker, die eerst predikant was van de Engelse kerk te Delft (van 1630 tot 1633). Hooker, die in Leiden en Franeker woonachtig was, emigreerde in 1633 naar Amerika en bereidde daar jongens voor op de studie in Harvard.

Een andere belangrijke contactpersoon was Hugh Peter. Hij was in de jaren 1632 tot 1633 predikant van de Engelse kerk in Rotterdam. Van hem wordt gezegd dat hij grote invloed uitoefende op verschillende leden van het gerechtshof dat in 1633 de wet passeerde die leidde tot de stichting van Harvard. Deze Hugh Peter vroeg Amesius zijn hoogleraarschap in Franeker op te zeggen en een puriteinse opleiding in Rotterdam te starten.

Amesius gaf de wens te kennen om zich bij zijn broeders in Nieuw-Engeland te voegen. In december schreef hij in een brief aan John Winthrop (de toekomstige president van Harvards eerste bestuur) dat hij van plan was „de eerste gelegenheid te nemen om hem te volgen.” Zijn dood verhinderde dit. Zijn vrouw en kinderen ondernamen wel de overtocht. Amesius’ zonen William en John bezochten het nieuwe Harvard College.

Veritas
Inmiddels is Harvard uitgegroeid tot een van de meest prestigieuze universiteiten van Amerika. Studenten moeten jaarlijks 32.000 dollar collegegeld op tafel leggen. De bibliotheek van John Harvard van 400 banden is uitgegroeid tot een collectie van meer dan 15 miljoen boeken.

Sinds enkele jaren is Harvard de bakermat van een netwerk van christenstudenten en christenacademici die zich met de naam van Veritas tooien, het oorspronkelijke motto van Harvard. Te midden van een proces van geestelijke verloedering en diepgaande secularisatie op ’s lands oudste universiteit wil dit forum de campus weer herinneren aan zijn oorspronkelijke missie. Een hoopvolle ontwikkeling, geheel in de geest van oprichter John Harvard.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer