Dat blijkt uit onderzoek dat minister Donner van Sociale Zaken deze week naar de Tweede Kamer stuurt. De bewindsman had in april al gezegd te rekenen op ongeveer 100.000 tot 120.000 overwegend Poolse werknemers op jaarbasis.Een woordvoerder van Donner stelde dit weekeinde dat niet de suggestie bestaat dat de Oost-Europese werknemers sinds het openen van de grenzen per 1 mei dit jaar in groten getale binnenstromen, zoals wethouders in Rotterdam en Den Haag vorige week beweerden. Volgens hen zou de instroom van Polen, met name in de oude stadswijken, veel groter zijn dan eerder was verwacht.

Wel stelt de CDA-bewindsman dat de komst van Oost-Europeanen van grote steden „een extra inspanning vergt.” Hij gaat daarom de problemen met de huisvesting binnenkort met de vier grote steden bespreken. Ook overlegt Donner met staatssecretaris De Jager van Financiën of gemeenten sneller via de Belastingdienst kunnen controleren of arbeidsmigranten wel goed gehuisvest zijn.

Donner constateert, aldus zijn zegsman, verder dat er nauwelijks sprake is van verdringing, omdat Polen meestal banen vervullen waarvoor moeilijk Nederlanders te vinden zijn. Het gaat vooral om werk in de land- en tuinbouw, transport, vleesverwerking, bouw en metaal.

Geschat wordt dat een kwart van de Oost-Europeanen werkt als zelfstandig ondernemer. Circa 75.000 staan bij uitkeringsinstituut UWV geregistreerd als werknemer in loondienst. Daarvan doet de helft tijdelijk werk via een uitzendbureau.

Daarnaast stelt de woordvoerder dat het aantal overtredingen met illegale arbeid afneemt. Stuitte de Arbeidsinspectie vorig jaar bij 23 procent van de inspecties nog op illegaal tewerkgestelde vreemdelingen, in de eerste vier maanden van dit jaar ging het om 20 procent en in de maanden mei tot en met oktober om 17 procent. Het gaat vaak om Bulgaren, Chinezen en in mindere mate Roemenen die hier illegaal aan de slag zijn.

Bulgarije en Roemenië zijn sinds dit jaar ook EU-lid, maar om hun inwoners in dienst te nemen moeten werkgevers nog een vergunning aanvragen. In de eerste drie kwartalen van dit jaar heeft het Centrum voor Werk en Inkomen (CWI) 877 werkvergunningen afgegeven voor Bulgaren en 2412 voor Roemenen. Dat is meer dan wat het CWI verstrekt heeft over heel 2006. Toen werden voor Bulgaren 739 vergunningen uitgegeven en 2266 voor Roemenen.