Begeren en matigheid
Op de effectenbeurzen is het kommer en kwel. Maandag dook in Amsterdam de AEX-index onder de psychologisch belangrijke grens van 300 punten. Dinsdag zette de daling voort, woensdagmorgen krabbelden de koersen iets op.
De teruggang is niet nieuw. Precies twee jaar geleden kwam een einde aan de gestage en snelle opmars van de beurzen. De AEX-index stond in september 2000 op bijna 700 punten.
In de jaren daarvoor leek het alsof het niet opkon. Vanaf ongeveer 1995 stegen de aandelenkoersen bijna onafgebroken. Vooral de verwachtingen over de internet-, communicatie- en technologiebedrijven (ict) waren hooggespannen. De aandelenhandel werd in die tijd bijna een volkssport. Ook in de gereformeerde gezindte nam het aantal beleggers flink toe.
In 2000 kwam de kentering. Eerst spatte in het voorjaar de zeepbel van de ict-economie uiteen. Aan internet was op korte termijn toch veel minder geld te verdienen dan verwacht. Nog belangrijker was dat de Amerikaanse economie -de motor van de wereldeconomie- begon te haperen. Een herstel liet op zich wachten. Maar juist toen het na de zomer van 2001 weer beter leek te gaan, maakten de aanslagen in de Verenigde Staten een eind aan deze droom.
Sindsdien is het snel bergafwaarts gegaan. Door wereldwijde economische problemen en sjoemelende bedrijven in de VS daalde niet alleen het vertrouwen van beleggers, maar ook dat van consumenten en bedrijven nog verder. In Nederland viel de economie vorig jaar sterk terug. Een opleving is tot nu toe uitgebleven.
Het is al maanden de vraag of de bodem in de aandelenmarkt zo langzamerhand niet is bereikt. Deskundigen zijn na eerdere missers terecht steeds voorzichtiger geworden in hun uitspraken. Een belangrijke reden daarvoor is dat in de aandelenhandel het sentiment en niet het verstand steeds meer overheerst.
Op zich gaat het wel slechter met de economie, maar van een crisis is gelukkig geen sprake. Veel bedrijven doen het gelukkig nog best goed. Desondanks kelderden de aandelenkoersen. Er is vaak sprake van een overdreven reactie. Als beleggers geen grote winstcijfers zien, zijn ze blijkbaar al teleurgesteld.
In de jaren negentig werden na de val van het communisme de voordelen van het kapitalisme breed uitgemeten. Het was een tijd van vrijheid, blijheid. Maar inmiddels zijn we hardhandig geconfronteerd met verschillende nadelen van dit systeem. Het leidde bij verschillende bedrijven tot enorme fraudes. Bovendien maakten de opgejaagde beurskoersen veel mensen begerig naar meer. Ook blijkt dat de enorme koersval consumenten die niet beleggen kunnen raken. Dat is een zeer ongewenst effect, waaraan helaas weinig is te doen. De pensioenfondsen zien door de dalende aandelenkoersen namelijk hun financiële buffers slinken, hetgeen kan leiden tot premiestijgingen voor werknemers.
Achteraf blijken de enorme koersstijgingen deels een zeepbel te zijn. Nu is deze lek geprikt. De Heere waarschuwt in Zijn Woord voor het grote gevaar van begeren en het streven naar rijkdom. De Bijbel roept op tot matigheid, maar in hoeverre heeft dat weerklank gevonden?