Dat meldt de Duitse christelijke nieuwsdienst Idea, op basis van een bericht van de Gesellschaft für bedrohte Völker (Göttingen). Deze organisatie, die opkomt voor „bedreigde volken”, heeft tegen het besluit (van 6 november) om de geestelijken uit te wijzen geprotesteerd.Het gaat om vier missionarissen en twee zusters van de rooms-katholieke Comboni-orde, en zeven andere geestelijken. Zij moeten binnen twee weken het land verlaten.

„De jongste uitwijzingen laten opnieuw zien hoe catastrofaal het met de geloofsvrijheid in Eritrea is gesteld”, verklaarde de Afrikadeskundige van de Duitse mensenrechtenorganisatie, Ulrich Delius. Rond de 2000 mensen in Eritrea zouden vanwege hun geloofsovertuiging gevangen zitten. Velen worden gefolterd, met als doel hen tot herroeping van hun geloof te bewegen.

De meeste gevangenen behoren tot kleinere pinksterkerken in Eritrea. Vaak worden zij in onderaardse cellen of in metalen containers vastgehouden, onder onmenselijke omstandigheden. Medische zorg ontbreekt.

In 2002 verklaarde de Eritrese president Issayas Afewerki alle leden van door de overheid niet erkende kerken -waaronder 35 evangelicale kerken- tot staatsvijanden. Toegestaan in het 4,8 miljoen inwoners tellende land zijn behalve de islam slechts de Orthodoxe, de Rooms-Katholieke en de Lutherse Kerk.

Volgens de Gesellschaft für bedrohte Völker is 60 procent van de Eritrese bevolking moslim. Ongeveer 30 procent behoort tot de Eritrees-Orthodoxe Kerk, 5 procent is rooms-katholiek en 2 procent protestant.