Kerk & religie

„Pastoraat ook ná scheiding”

Er is veel aandacht voor de vraag hoe je een echtscheiding zou kunnen voorkomen. Maar voor de tijd na de echtscheiding is in het pastoraat nauwelijks aandacht, merkt prof. dr. H. J. Selderhuis. Zaterdag sprak hij in Amersfoort tijdens een bijeenkomst van de Werkgroep Gescheiden Christenen.

Kerkredactie
23 September 2002 11:30Gewijzigd op 13 November 2020 23:49

Schuld- en schaamtegevoelens -het thema van de middag- spelen altijd een grote rol bij een echtscheiding. Het gaat vaak om twee kanten van één zaak, zei prof. Selderhuis, „afhankelijk van de situatie die er is. Overspel, mishandeling, drankmisbruik, het absoluut afwezig zijn van een goede relatie, brengen schuld- en schaamtegevoelens teweeg. Je schaamt je dat je de beloften naar God, je medemensen en kinderen niet hebt kunnen waarmaken. In geval van overspel is er schaamte dat je jarenlang „gedeeld” bent met iemand anders. Je kunt je schuldig voelen, omdat je je afvraagt of je niet meer had kunnen doen om het huwelijk te redden. Heb ik God genoeg gevraagd om kracht en hulp in deze dingen?”

Prof. Selderhuis is beducht voor een „oppervlakkig begrip tonen, bijvoorbeeld door te zeggen dat je een echtscheiding wel voor kunt stellen. Ik zou dat niet durven zeggen. Vooral in het pastoraat trof het me dat je juist als predikant, als gezant van de Heere, zoveel leed te horen kreeg dat voor anderen verborgen blijft.”

Er is volgens de hoogleraar veel aandacht voor het voorkomen van een echtscheiding. „Maar hoe gaat het nu verder als iemand gescheiden is? Hoe gaat het financieel, of met de kinderen ná de scheiding? Er zou veel meer aandacht moeten komen voor dit soort vragen.”

Regelmatig kom je in het pastoraat gedachten tegen die gescheiden mensen diep krenken en hun functioneren in de gemeente belemmeren, merkt prof. Selderhuis. „Zelfs als je man er met een ander vandoor gaat, wordt nog wel eens gedacht: er zal aan haar dan ook wel wat mankeren. Door dit soort gedachten ga je getekend door het leven.”

Je kunt dit soort dingen constateren, maar moet ze ook leren accepteren, hield hij zijn gehoor voor. „Accepteren dat anderen het niet accepteren. Zo gaat het nu eenmaal in de kerk, daar moet je bovenstaan. In de verbinding met Christus is dit een kruis dat je kunt dragen.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer