Debatteren over evangelicalisering PKN
LEIDEN - Groeigroepen, Alpha-cursussen, praisebands - steeds meer gemeenten binnen de Protestantse Kerk in Nederland (PKN) maken er gebruik van. Is deze evangelicalisering wenselijk? „Absoluut”, zegt ds. M. Zandbergen van het Evangelisch Werkverband. Ds. J. Offringa, voorzitter van de predikantenbeweging Op Goed Gerucht, „gruwt” van de gedachte.
De Protestantse Theologische Universiteit organiseerde woensdag in Leiden een debat over de evangelicalisering van de PKN. Het was het eerste debat van ”Theologie in Dispuut”, een serie van drie disputen over „controversiële theologische thema’s.”Ds. Zandbergen, voorzitter van het Evangelisch Werkverband in de PKN, is ervan overtuigd: de kerk heeft de evangelische beweging nodig. „De kerk heeft leiders nodig met een persoonlijke relatie met God; geen voorgangers die twijfelen aan het Woord van God. Predikanten die van de kansel zeggen dat iets wel in de Bijbel staat, maar dat het niet waar is - waarom blijven zij (is0(
nog?”
Ds. Offringa is voorzitter van Op Goed Gerucht, een beweging van predikanten uit het „moderne midden” van de Protestantse Kerk. Hij wil het tobberige imago van de kerk bestrijden. „Niets zo irritant” vindt hij predikanten met „een brede glimlach, die alles weten en altijd een Bijbeltekst paraat hebben.” Voorgangers moeten vooral vertrouwd zijn met wat er vandaag de dag in mensen leeft aan geloof, twijfel en ongeloof. „Als kritische gelovigen en wetenschappelijk opgeleide theologen hebben zij de taak in de gemeente deze dingen bespreekbaar te maken en uit te diepen. Het is een evangelicaal misverstand om de Bijbel met het directe Woord van God te verwarren.”
Evangelischen zijn niet tegen kritische vragen, reageert ds. Zandbergen. „Geloofsvragen moeten bespreekbaar zijn, anders krijg je een eng cultuurtje. Geloofstwijfel mag echter niet worden verward met wetenschappelijke, methodische twijfel. Die mag de gemeente niet regeren.”
Verloren
Evangelicalisering van de kerk is volgens ds. Zandbergen óók van belang voor het missionair gemeente-zijn. De evangelische beweging getuigt van „grote liefde voor mensen die dreigen verloren te gaan.”
Ds. Offringa valt over de woorden „dreigen verloren te gaan.” „Die moet je echt loslaten. Anders gaan wereldwijd 4,5 miljard mensen verloren. Het christendom moet loskomen van een eenzijdig verlossingsparadigma. Het mens-zijn is veel breder. In de Schrift gaat het niet alleen over zonde en schuld, maar over veel meer ervaringen. De kerk lijkt geobsedeerd door schuld.”
Ds. Zandbergen: „Voor evangelischen blijven zonde en verlossing de kernpunten van de Bijbelse boodschap. Het zijn ook onze kernpunten tegenover de huidige cultuur. Daarin is Op Goed Gerucht soms niet kritisch genoeg. Als ik een collega-predikant hoor zeggen dat de zondeval het hoogtepunt in geschiedenis was omdat de mens toen vrij kwam en zichzelf kon gaan ontplooien, dan heb ik het helemaal gehad.”
Ds. Offringa: „Ik zal niet zeggen dat een mens helemaal goed is. De laatste tijd zijn veel boeken verschenen over het kwaad, daar kun je niet omheen. Maar de zonde benadrukken - daar haken mensen op af. Ik pleit voor een evenwichtig mensbeeld. In het geloof gaat het erom hoe je mens wordt tegenover je naaste, tegenover God, tegenover de cultuur. We moeten rechtdoen aan het mens-zijn in alle dimensies.”
Ds. Zandbergen wil „absoluut” niet dat de cultuur over de Schrift gaat heersen en het Bijbelse getuigenis „corrigeert.” Volgens ds. Offringa vraagt elke tijd en plaats echter om een andere vertolking van de boodschap. „In deze tijd moeten we opnieuw verwoorden wie Jezus is. Misschien zien we bepaalde dingen wel helderder dan de apostel Paulus toen. En wat we nu doen, is misschien over vijftig jaar wel een lachertje. Who cares? De Bijbel is geen kant-en-klare boodschap voor alle tijden.”
Ds. Zandbergen: „Evangelischen gaan uit van de eenheid van de Schrift. Wij worden verlicht, maar de Schrift is geïnspireerd. Laten we niet zeggen dat we het beter weten. De Bijbel is niet gedateerd.”
Groeigroepen
Groeigroepen en huiskringen zullen de toekomst van de kerk bepalen, verwacht ds. Zandbergen. Tegen groeigroepen heeft ds. Offringa geen bezwaar, als er maar ruimte blijft voor andere manieren van kerk-zijn. „Er is met het oog op de toekomst geen eenduidige route. In een creatief proces kan elke gemeente ter plekke klein- of grootschalige oplossingen zoeken.”
De predikant vindt dat gemeenten sneller moeten doorverwijzen als mensen er zich niet thuis voelen. „Als iemand meer opwekkingsliederen wil zingen, dan moet je durven zeggen: ga maar naar de buurman.”