Hierdoor kunnen minister De Geus en staatssecretaris Rutte van Sociale Zaken en Werkgelegenheid scherpere beleidsdoelstellingen voor de uitvoeringsorganisaties formuleren en beter beoordelen of zij deze doelen halen.

De Geus en Rutte hebben de nieuwe verantwoordingsmodellen naar de Tweede Kamer gestuurd, samen met de vierde voortgangsrapportage over de Structuur Uitvoering Werk en Inkomen (SUWI) en twee onderzoeken van de Inspectie Werk en Inkomen.

Een belangrijk onderdeel van de nieuwe verantwoordingsmodellen zijn de zogeheten prestatie-indicatoren. Met behulp van deze indicatoren kunnen de SVB, CWI en het UWV een goed beeld van behaalde prestaties schetsen. Een voorbeeld van een prestatie-indicator is het percentage werklozen dat na een reïntegratietraject weer aan het werk is.

De nieuwe verantwoordingsmodellen zijn noodzakelijk door de veranderde uitvoeringsstructuur voor arbeidsbemiddeling en sociale zekerheid, die voorkomt uit de Wet SUWI. De nieuwe structuur werd op 1 januari 2002 van kracht met als hoofddoel werk boven inkomen.

De aanloopproblemen die eerder dit jaar bij de CWI werden geconstateerd, worden langzamerhand opgelost, meldt het ministerie van Sociale Zaken. „Dit is te danken aan de gezamenlijke inzet van CWI, UWV en gemeenten.” Zo zijn de wachttijden van cliënten verminderd en is er meer geïnvesteerd in het voorkomen dat mensen afhankelijk worden van een uitkering. Ten aanzien van de overdracht van gegevens van uitkeringsgerechtigden aan het UWV en de gemeenten zijn nog steeds verbeteringen te behalen, aldus de voortgangsrapportage. Daartoe onderneemt CWI actie.