Oog voor de verbondenheid met Israël
EDE - „Is de breuk tussen de kerk en het joodse volk dat de Messias verwerpt niet dieper dan verondersteld wordt?” Deze vraag stelde ds. C. J. Meeuse, voorzitter van het deputaatschap voor Israël van de Gereformeerde Gemeenten, maandag tijdens een minisymposium aan de Christelijke Hogeschool Ede (CHE).
De predikant uit Goes was een van de sprekers op een minisymposium ter gelegenheid van de verschijning van ”Hoop voor Israël”. Dit boek, onder redactie van drs. M. C. Mulder en dr. A. Noordegraaf, is een product van het Centrum voor Israëlstudies (CIS), een samenwerkingsverband van de Gereformeerde Zendingsbond van de Protestantse Kerk in Nederland (PKN), deputaten kerk en Israël van de Christelijke Gereformeerde Kerken en de CHE.Vanuit het Bijbelboek Handelingen laat het nieuwe boek zien hoezeer het voor de kerk van belang is oog te hebben voor de verbondenheid met Israël. Enkele thema’s die aan de orde komen zijn de plaats van Pinksteren, de verbreding van het verbond naar de volkeren en de specifieke verwachting voor Israël.
In Handelingen worden de spanningen zichtbaar tussen de gemeente uit de joden en de gelovigen uit de heidenen, aldus prof. dr. J. Hoek, een van de auteurs van ”Hoop voor Israël. „In het boek Handelingen is een breuklijn te zien tussen Israël en de gemeente uit de volkeren. De tendens van dit boek is dat de apostelen zich op de synagoge blijven richten. In de eerste de en tweede eeuw lijkt dat opgegeven te zijn. Toen is het blijvende van Gods verbond uit het oog verloren en is de vervangingsgedachte opgekomen. De kerk zou in de plaats van Israël gekomen zijn.”
Ds. Meeuse ging wel mee in de gedachte dat de vervangingsleer theologisch onjuist is, maar hij meent tegelijkertijd dat de breuk tussen de christelijke kerk en het joodse volk, dat de Messias verwerpt, dieper is dan wordt verondersteld. Hij verwees naar de vele confrontaties in het boek Handelingen. En elders in de Bijbel wordt gesproken over de synagoge van de satan, aldus de predikant.
Toch gelooft ds. Meeuse dat de joden het verbondsvolk blijven. „De kanttekenaren van de Statenbijbel spreken van de onwankelbare verbondstrouw van God. Die is niet stuk te maken. De toebrenging tot het verbond moet nog komen. De natuurlijke takken, waarover Paulus spreekt in Romeinen 11, moeten ingeënt worden.”
De predikant toonde zich een voorstander van zending onder joden en zei te geloven dat er eenmaal sprake zal zijn van een massale bekering van joden.
Van het gesprek met rabbijnen heeft ds. Meeuse weinig geleerd. Dat geldt niet voor drs. M. den Hartog, beleidsmedewerker kerk en Israël van de PKN. Zij heeft bij rabbijnen gestudeerd en waardeert hun uitleg van de Bijbel. Van hen heeft ze geleerd het Nieuwe Testament op een andere manier te verstaan, „en dat is heilzaam voor de kerk.” Ze zei respect te hebben voor de manier waarop joden nu hun tradities, zoals Grote Verzoendag, beleven.
Drs. Den Hartog stelde dat het boek een taak oppakt die de PKN steeds meer laat liggen. Ze vroeg zich af wat het betekent voor joden die het heil in Christus niet zien, dat de Messiasbelijdende joden als de eerste partners van de christelijke kerk worden beschouwd.