Buitenland

Al-Maliki legt kritiek VS naast zich neer

NEW YORK - De Iraakse premier Nouri al-Maliki trekt zich weinig aan van de kritiek van Amerikaanse politici op het functioneren van zijn regering. Het is normaal dat een regering kritiek krijgt, maar hij is ervan overtuigd dat hij in Washington op voldoende steun kan rekenen.

Buitenlandredactie
24 September 2007 11:31Gewijzigd op 14 November 2020 05:07

„Het is belangrijk dat deze (kritiek, red.) niet van de regering of president Bush komt. Dat het om andere redenen van andere kringen komt, heeft geen betrekking op mij. Het betekent niets voor mij”, zei Al-Maliki zondag in een vraaggesprek met het persbureau AP.De premier noemde het verder onaanvaardbaar dat het particuliere Amerikaanse beveiligingsbedrijf Blackwater schiet op Iraakse burgers. „De Iraakse regering is verantwoordelijk voor haar burgers en het kan niet zo zijn dat een bewakingsbedrijf een moord pleegt”, zei hij. Blackwaterpersoneel was op 16 september betrokken bij een schietpartij waarbij zeker elf Iraakse burgers omkwamen.

Volgens Al-Maliki wordt Blackwater in verband gebracht met minstens zeven voorvallen waarbij op Iraakse burgers is geschoten. „Dit zijn ernstige inbreuken op de soevereiniteit van Irak.” Al-Maliki hield de mogelijkheid open dat er een oplossing wordt gevonden voor het probleem Blackwater. „Wij hebben met de Amerikanen de instelling van een gezamenlijke commissie afgesproken om de feiten vast te stellen.”

Al-Maliki veroordeelde ook de arrestatie van een Iraniër vorige week door het Amerikaanse leger in Sulaimaniyah. „De regering van Irak is gekozen en soeverein. Wanneer zij een visum afgeeft, is zij daar verantwoordelijk voor. Wij vinden de arrestatie van deze persoon met een Iraaks visum en een paspoort onaanvaardbaar”, zei hij. Volgens het Amerikaanse leger deed de Iraniër zich voor als zakenman, maar is hij in werkelijkheid een lid van een elitekorps van de Revolutionaire Garde dat sjiitische milities van wapens voorzag.

Honderden sjiieten die uit het zuidwestelijke stadsdeel Sadiyah in Bagdad zijn verjaagd, hebben gisteren in de Iraakse hoofdstad gedemonstreerd voor terugkeer en bescherming. Betogers zeiden vooral bang te zijn voor de groeiende invloed van soennitische strijders die zich in de strijd tegen al-Qaida in Irak hebben verbonden met het Amerikaanse leger.

De 44-jarige protestleider Ali al-Amiri zei dat een vicieuze cirkel van geweld was ontstaan nadat sjiitische milities soennitische inwoners hadden weggejaagd. „Sjiieten die een bloedverwant verloren sloten zich bij sjiitische milities aan om soennieten weg te jaren en vice versa”, zei Al-Amiri. „En dat onheil heeft zich over de hele ooit zo vreedzame wijk Sadiyah verbreid.”

Volgens Al-Amiri zijn sinds begin 2006 in totaal 4730 gezinnen of ongeveer 23.650 mensen, zowel sjiieten als soennieten, uit het stadsdeel verdreven. De gedwongen verhuizingen namen sterk in aantal toe na de bomaanslag van februari 2006 op een sjiitische moskee in Samarra, 95 kilometer ten noorden van Bagdad. De aanval leidde tot vergeldingsacties die honderden inwoners het leven kostten en duizenden dwongen hun koffers te pakken.

De ontwikkelingen in Sadiyah liepen parallel met die in andere wijken en andere plaatsen in Irak. Volgens de Iraakse hulporganisatie Rode Halvemaan zijn inmiddels landelijk 282.672 gezinnen of 1.930.946 personen op de vlucht gejaagd.

De Verenigde Naties zullen een nieuw kantoor openen in Bagdad en overwegen de opening van een kantoor in het zuidelijke Basra. Verder zal een bestaand kantoor in het noordelijke Irbil worden uitgebreid. Een bezorgde secretaris-generaal van de VN, Ban Ki Moon, heeft dit zaterdag op een bijeenkomst in New York met Al-Maliki gezegd.

Ban drong aan op meer maatregelen om de veiligheid in Bagdad te vergroten. De VN trokken zich uit Bagdad terug nadat daar op 19 augustus 2003 bij een bomaanslag 22 mensen, onder wie VN-personeel, waren omgekomen. De VN-chef erkende dat de VN zich, ondanks grote bezorgdheid over de veiligheidssituatie, niet blijvend kunnen afkeren van Irak. Het mandaat van de VN-missie in Irak komt aan de orde op een ontmoeting die voor oktober in Turkije is gepland, zei Ban.

De Islamitische Staat Irak, een overkoepelende opstandelingenorganisatie, heeft beelden op internet gezet van de executie van vijf ontvoerde Iraakse legerofficieren. Te zien is hoe een gemaskerde schutter de geblinddoekte officieren met een pistool in het hoofd schiet. „We geven Bush nogmaals een klap om hem te laten ontwaken uit zijn mythen en dromen”, zegt een stem op de achtergrond.

Het Amerikaanse leger doodde naar eigen zeggen zeven opstandelingen bij een actie in Musayyib, 60 kilometer ten zuiden van Bagdad. Op verschillende plaatsen in het land werden veronderstelde leden van al-Qaida in Irak opgepakt. Vrijdag en zaterdag zijn in Irak twee Amerikaanse militairen omgekomen. Het totaalaantal gesneuvelde Amerikanen in Irak sinds de inval in maart 2003 komt daarmee op 3795.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer