Moslims gaan samenwerken in één orgaan
Op initiatief van minister Van Boxtel (Minderheden) wil de islamitische gemeenschap in Nederland een centraal orgaan oprichten dat als gesprekspartner van de overheid kan fungeren. Dit hebben de woordvoerder van de minister en de voorzitter van de werkgroep die het orgaan voorbereidt, M. Sini, gisteren bevestigd.
Alle landelijke moslimorganisaties moeten met twee vertegenwoordigers in het nieuwe orgaan zitting nemen. Als dit lukt, heeft de islamitische gemeenschap in Nederland voor het eerst een duidelijk herkenbare representatieve instantie. Sini hoopt dat het nieuwe orgaan over een halfjaar een feit is.
Het idee voor het vormen van een centraal orgaan ontstond op 23 mei. Van Boxtel kwam die dag met vertegenwoordigers van alle Nederlandse moslimorganisaties samen naar aanleiding van omstreden uitspraken van de Rotterdamse imam El–Moumni over homoseksualiteit. De minister benadrukte tijdens deze bijeenkomst het belang van een landelijk orgaan dat de moslims in Nederland vertegenwoordigt.
De moslims deelden zijn wens. „Het orgaan kan de communicatie tussen moslims en overheid verbeteren”, aldus Sini. Bovendien geeft een centraal orgaan moslims de mogelijkheid aanspraak te maken op voorzieningen als islamitische geestelijk verzorgers. De overheid stelt als voorwaarde voor het aanstellen van die geestelijk verzorgers dat er een zogeheten zendende organisatie is. Het nieuwe orgaan kan als die zendende organisatie fungeren.
Eerdere poging
Eerder al deden moslimorganisaties een poging om een representatief platform te vormen. Zo zag in 1992 de Islamitische Raad Nederland (IRN) het licht. De IRN beweerde 90 procent van de moslims in Nederland te vertegenwoordigen. Toen een paar maanden later de Nederlandse Moslim Raad (NMR) ontstond, die een achterban van 50 procent van de moslims claimde, bleek de aanspraak op representativiteit weinig meer waard.
Recenter traden Turkse en Marokkaanse organisaties met plannen naar buiten voor de oprichting van de Samenwerkende Moskee Organisaties (SMO). De initiatiefnemers kregen echter niet alle handen op elkaar. Onder meer een grote organisatie als Milli Görüs wilde niet participeren in de SMO.
De organisaties achter SMO namen ook deel aan het overleg over het nieuw te vormen orgaan en steunen deze plannen van harte, zei woordvoerder A. Tonca. „De doelstellingen van dit orgaan zijn precies dezelfde als de onze”, zei hij.