Een hand op de schouder
In rap tempo verschijnt het ene na het andere boek(je) van zijn hand op de Nederlandse markt. En ze blijken een gat in die markt te vullen. Ds. P. van Ruitenburg: „Ik vind dat er wat te negatief wordt gedaan over de ontlezing.”
”Gift books” heten ze in Amerika: geschenkboekjes. Kleurrijke, vierkante uitgaven, nog geen 75 bladzijden dik. Ds. Van Ruitenburg, sinds 1996 verbonden aan de Netherlands Reformed Congregation in Chilliwack (Canada), liet er inmiddels drie het licht zien: ”Een hele verandering. Als God je bekeert”, ”Vroeg zoeken. Brieven aan jongeren” en ”Een mooie leeftijd. Brieven aan ouderen”.Het blijken bestsellers. En er zullen er nog meer volgen. ”Lieve moeder” bijvoorbeeld: brieven aan moeders. Of ”Even praten. Brieven aan oudere kinderen”. „Met uitgeverij Den Hertog heb ik de afspraak gemaakt dat er vier boeken per jaar verschijnen.”
Dat zullen overigens niet alleen maar geschenkboekjes zijn. De predikant zette ook een serie op met daarin steeds 52 korte Bijbeloverdenkingen: over het leven na de dood, over wat geloven wel en niet is, over hoe we met elkaar omgaan in huwelijk en gezin. Ook die serie wordt uitgebreid.
En dan zijn er nog de meer op zichzelf staande uitgaven, zoals het thematische dagboek bij de Bijbel, ”Zeker weten”, dat eerder dit jaar verscheen.
Hoe verklaart ds. Van Ruitenburg het dat zijn publicaties zo aanslaan? „Anderen kunnen dat beter zeggen dan ikzelf. Het is denk ik een combinatie van minstens tien factoren.”
Noemt u er eens drie.
„Het zal in de eerste plaats te maken hebben met de stijl, de uitvoering. Ik houd ervan om stijlen een beetje te doorbreken. Neem ”Een hele verandering”. Dat is klein, compact, en ziet er toch waardig uit. Zo wilde ik het ook.
Een tweede reden is denk ik dat ik aansluiting zoek bij de leefwereld van mensen. Ik leg eigenlijk een hand op hun schouder. Ik wil mensen het gevoel geven dat ik hen begrijp, in hun vragen op geestelijk gebied, maar ook in hun dagelijkse vragen. Op bejaardenbijeenkomsten merkte ik op een gegeven moment dat als ik een meditatie hield, mensen na verloop van tijd in slaap vielen. Dat wil je niet. Toen ben ik hen persoonlijker gaan aanspreken - in hun grijsheid, met hun rimpels. En dan merk je dat er aandacht komt: hé, hij heeft het over ons.
De derde factor zal zijn dat ik een en ander aantrekkelijk opdien. Je kunt een heerlijke maaltijd bereiden, en vervolgens alles zo op een bord smijten. Maar je kunt er ook een aantrekkelijk geheel van proberen te maken: kleine partjes, schaaltjes, fruit erbij.”
Preken
„Wat mij voor ogen staat”, zegt ds. Van Ruitenburg, „is op een voor ieder begrijpelijke wijze Gods Woord dicht bij het hart brengen. Zoals Paulus op de Areópagus aansluiten bij de hoorders.”
Dé aanleiding tot het ontstaan van zijn publicaties was een prekenserie over het waar zaligmakend geloof, aldus de predikant, die vóór 1996 verbonden was aan de gereformeerde gemeente te Dordrecht. „Ik heb die toen voorbereid door er een aantal stukjes over te schrijven, in het Nederlands. Die stukjes nam ik vervolgens, in het Engels vertaald, mee op de preekstoel.
En zo ga ik nu sinds vier, vijf jaar te werk: elke preek bereid ik voor door vier stukjes te schrijven, in het Nederlands. Iedere week schrijf ik dus minstens tien stukjes: ik maak twee preken, daarnaast geef ik catechisatie en verzorg ik een lezing. En daaruit ontstaan nu de boekjes.”
De uitgave ”Een mooie leeftijd. Brieven aan ouderen” is bijvoorbeeld gebaseerd op de stukjes die hij schreef ten behoeve van bejaardenmorgens. „En ”Lieve moeder”, dat dit najaar verschijnt, heeft zijn basis in allerlei Bijbelteksten die gaan over moedergevoelens. Die kom ik dan tegen, sla ze op in een computerbestand, en op een gegeven moment komt daar een boekje uit voort.”
Houterig
Tot nu toe verschijnen zijn pennenvruchten alleen op de Nederlandse markt. Ds. Van Ruitenburg: „Ik ben behoorlijk goed in Engels, sta tenslotte al sinds 1996 in Chilliwack. Maar, Engels wordt nooit mijn moedertaal. Een native speaker hoort onmiddellijk dat ik geen Canadees ben. En eigenlijk vind ik het een vereiste voor mijn boekjes dat mensen merken dat de auteur hun taal spreekt. Overigens is ”Echt geloven” wel in het Engels vertaald, onder de titel ”True believing”. En we zijn op dit moment bezig met het vertalen van een ander boekje. Maar, voor een echte Canadees, Engelsman, blijft mijn Engels toch een beetje houterig.”
Hier komt, zegt de predikant, nog bij dat het in Noord-Amerika en Canada nauwelijks mogelijk is om boekjes met deze inhoud in een ook niet al te grote oplage uit te laten geven. „Alleen de top van de top wordt uitgegeven, in een oplage van minstens 10.000 exemplaren. Als je dan bedenkt dat de Gereformeerde Gemeenten in Noord-Amerika en Canada maar 9000 leden tellen…”
Wie vormen uw doelgroep?
„Ik schrijf niet alleen voor het reformatorisch volksdeel. Ik schrijf voor de gemiddelde Nederlander die weinig van Gods Woord afweet en niet bekend is met de leer van de kerk. De kleine geschenkboekjes zijn bijvoorbeeld opgestuurd naar alle evangelisten binnen de Gereformeerde Gemeenten. Daar komen goede reacties op. Met andere woorden: de gemiddelde Nederlander begrijpt dit. Ik begin ook steeds bij het begin, veronderstel geen voorkennis. En dan gaat het hetzelfde als tijdens een preek: als je je richt tot de jongens en meisjes, beginnen de ouderen ook te luisteren.”
Welke reacties krijgt u zoal?
„Iemand zei tegen me: „Uw boekjes doen me denken aan de publicaties van J. C. Ryle.” Ik vond dat een groot compliment. Mooier vond ik nog wat ik van een oudere man uit de Protestantse Kerk hoorde. Hij had mijn boekje ”Een hele verandering” gelezen, en zei: „Zo praatte mijn moeder vroeger ook. Maar zo hoor ik het nu niet meer.”
U behandelt thema’s waarover dikke verhandelingen te schrijven zouden zijn en ook geschreven zijn: de bekering, echt geloven, de hemel. Ligt het risico van versimpeling, popularisering, niet een beetje op de loer?
„Ik schrijf op het scherp van de snede. Maar waar ik een gruwelijke hekel aan heb, is aan populariseren. Dat wil ik niet, dat doe ik ook niet. Kijk, een 2-jarige eet dezelfde boterham met kaas als een volwassene, alleen: in kleine stukjes gesneden. Maar dezelfde boterham met kaas. En zo wil ik mensen geen snoep en appelmoes aanbieden, maar een boterham met kaas.
Het vreemde is: als ik in mijn boekje over de bekering een hele reeks noten had geplaatst, over een bepaald twistpunt op dit terrein had geschreven en Calvijn had geciteerd, dan hadden mensen gezegd: Hé, dat is een doorwrocht boek. Nu doe ik dat niet, maar schrijf ik, eenvoudig, wat bekering inhoudt, positief. Wat gebeurt er dan in je, met je? - dat type vragen.”
Maar, zegt ds. Van Ruitenburg, „laat ik eens een ondeugende tegenvraag stellen. Kunt u me één oudvader noemen die een boek heeft geschreven waarin hij uitvoerig ingaat op wat bekering nu eigenlijk inhoudt?
Van der Groe?
„Van der Groes boek ”De bekering” bevat een aantal preken over dit thema. Het valt niet mee om een oudvader te vinden die 33 aaneengesloten bladzijden lang ingaat op wat er nu in een mensenhart omgaat als hij wedergeboren wordt. Of die in 150 bladzijden beschrijft hoe het leven na dit leven -in de hemel, in de hel- eruit zal zien. En dat is wat ik heb geprobeerd te doen. Ik hoop ook dat mijn boekjes een opstapje zullen vormen naar andere, minder toegankelijke boeken. En als ik dan één oudvader mag noemen die nog steeds goed begrijpelijk is: Smytegelt.”
Sms
De predikant, die momenteel in Nederland is om er de generale synode van de Gereformeerde Gemeenten bij te wonen, wil in dit verband nog iets kwijt. „Het zal waar zijn dat we in een tijd van ontlezing leven. Maar waar we toch blij mee kunnen zijn, is dat jonge mensen in staat zijn om heel snel de kern uit iets op te pikken, en die ook in enkele woorden te beschrijven. Zie de sms-taal, of wat jongeren op MSN doen. Korte woordjes, korte zinnetjes. Daar moeten we op inspelen. Jongeren, maar ook ouderen, worden afgeschrikt door lange hoofdstukken. Ze willen meteen weten wat je gaat zeggen, doordringen tot de kern. Lazen mensen vroeger met gemak zes bladzijden achter elkaar -wat ik me trouwens afvraag-, nu moet je zes stukjes van een bladzijde schrijven. En die lezen ze wel! Nog steeds zes bladzijden dus, maar in stukjes gehakt. Een burgemeester zei eens tegen een predikant die zojuist was bevestigd: „Begin goed, spreek met gloed, en eindig met spoed.” Ik moet daar vaak aan denken.”
Heeft wat u constateert ook gevolgen voor uw manier van preken?
„Als ik een preek van vroeger vergelijk met een van nu, dan zit daar wel verschil in - zij het dat ik de waarheid op geen enkele manier reduceer. Maar je moet bijvoorbeeld oppassen voor lange inleidingen. Als op catechisatie je eerste twee zinnen iets zijn in de trant van: „Ik wil het vandaag eens met jullie gaan hebben over…”, dan heb je jezelf al op achterstand geplaatst. Jongeren denken: Zeg nu maar gelijk wat je op je hart hebt.”
Maar dan kunnen ze ook heel wat hebben, is de ervaring van ds. Van Ruitenburg. „Veel meer dan wij soms denken. Preken bevatten eerder te weinig dan te veel. We moeten oppassen voor versimpeling, voor popularisering. Maar we moeten wel aansluiting proberen te vinden bij mensen. Zoals de Heere Jezus het Zelf ook deed: Hij sprak door middel van gelijkenissen.”
Ooit schreef u in het blad De Reformatorische School (DRS) uitvoerige artikelen over pedagogische onderwerpen. U bent ook eens begonnen met een dissertatie. Kunnen we op academisch niveau nog iets van uw hand verwachten?
„Ik geloof niet dat daar mijn roeping ligt. Nee. Achteraf vraag ik me ook wel eens af wat al die artikelen in DRS nu voor nut hebben gehad. Mijn roeping ligt in het predikantschap, en een uitvloeisel daarvan vormen de boekjes. Mijn boekjes zijn ook prediking. Daarin wil ik mij richten op eenvoudigen. En dan hoop ik dat dit tot zegen mag zijn.”