„Ik kan niet zeggen dat ik uitgerust ben”
APELDOORN - Ze volgde een opleiding tot klassenassistente, deed daarna de pabo in deeltijd. Voor de klas staan was wat Carolijn (32) al heel lang wilde. De weg erheen was vrij lang en behoorlijk druk, maar de moeite waard. Toch vroeg ze zich vlak voor de vakantie af of ze geen andere baan zou zoeken.
„Ja. Ik heb nu echt zin om weer te beginnen”, zegt ze een paar dagen voordat de school begint en ze een nieuwe groep onder haar hoede krijgt. „Maar een week of acht geleden heb ik erover nagedacht of ik niet iets anders zou zoeken. Waar ben ik mee bezig, vroeg ik me af? Ik heb de pabo gedaan omdat ik kinderen wil lesgeven, maar merk dat ik thuis drukker ben met lijsten en observaties invullen dan met de lesvoorbereiding.Op een vergadering aan het einde van het schooljaar kwamen een paar punten langs die ik er toen echt niet bij wilde hebben. Zo moeten er meer collega’s komen naar de kleine cursussen die de school organiseert. Niemand zei wat.
Zo’n cursus kost ons geen geld, maar wel tijd en energie. Terwijl de avonden al vol zijn met schoolwerk. Ik houd één avond en de zaterdagen vrij, maar zelfs dat lukt niet altijd. En er komen steeds meer taken bij.
Urenlijsten en hulpplannen vullen we tot nu toe in op papier; voortaan moeten ze in de computer worden ingevoerd. Dat betekent dubbel werk. Nog even en ik zit met een laptop op schoot in de kring. Wat ik weiger!
Na die vergadering heb ik een nacht wakker gelegen. Ik heb gepraat met collega’s en ben tot de conclusie gekomen: je kunt wel ergens anders gaan werken, maar de computer achtervolgt je overal.
Moet ik nog harder gaan werken om alles bij te benen? Of ga ik overal lak aan hebben? Daarover heb ik nagedacht in de vakantie; ik schat dat ik de helft van mijn zes vrije weken aan school heb gedacht. De eerste week kon ik het werk niet van me afzetten. Tot en met de derde week kon ik het niet echt loslaten.
Als je de boel laat waaien, heb je kans om op de vingers te worden getikt - griezelig. Dus ga ik weer doen wat ik kan. Misschien kan ik dingen schrappen, in de voorbereiding bijvoorbeeld, en iets minder precies worden. En minder dubben.
Contacten met collega’s kunnen niet minder worden, die zijn al minimaal. Aan hen zal het trouwens niet liggen; ze zijn leuk.
Of ik de cursussen op school ga bijwonen -ze duren vaak maar één avond- bekijk ik per keer. Hoor eens, als ik zoiets al eens heb gedaan of die kennis niet kan toepassen in de praktijk begin ik er niet aan.
Ik heb echt zin om te beginnen. De klas is in orde, er ligt geen achterstallig werk, we starten met een schone lei. Tegelijk zie ik ertegen op. Ik vraag me af: Hou ik het vol? Als mensen straks vragen: „Ben je uitgerust van je vakantie?” kan ik niet volmondig ja zeggen.”
De naam Carolijn is om privacyredenen gefingeerd.