Opgewekt
Zou dan een gelovige op zulke gronden als tevoren genoemd de dood niet kunnen ondergaan? Ja, zou hij die zelfs niet kunnen verwelkomen? Laten we bedenken in wat voor ellendige wereld we leven en hoe al die ijdele schaduwen die hier zijn, dan voorbijgegaan zijn en overvloedig zullen vergoed worden met het allerbestendigste en eeuwige goed.
Er is nog iets op te merken, namelijk de opstanding van het lichaam van de gelovige. Ofschoon deze tabernakel zal worden afgebroken en tot stof zal terugkeren, zo zal hij ook weer verrijzen. In de winter worden de kruiden niet gezien. Nochtans hebben zij hun wortels in de grond, waaruit zij in de lente weer tevoorschijn komen. Zo ook zal het met de lichamen van de vromen zijn. Die sterfelijk nederliggen, zullen onsterfelijk opstaan, aangedaan met bekwaamheid om het Lam te volgen waar Het ook heen gaat.Deze lichamen, die in oneer waren gezaaid en die een kleine tijd in de grond hebben gelegen en afschuwelijk waren geworden, zullen in onverderfelijkheid en heerlijkheid worden opgewekt. Ja, zij zullen worden gelijkgemaakt aan het verheerlijkte lichaam van Christus. Deze lichamen waren in zwakheid gezaaid, ja, in zo’n zwakheid dat ze zich met eigen voeten nog niet naar het graf konden brengen. Zij waren zonder leven. Zij zullen worden opgewekt in kracht.
James Durham, predikant te Glasgow (”De zaligheid der doden die in de Heere sterven”, 1735)