Kerk & religie

Een boodschap waarin alles wordt scheefgetrokken

OLDEBROEK - „Er leek in de prediking van Jona geen evangelie aanwezig te zijn. In Ninevé waren evenwel mensen die zeiden: „Wie weet, God mocht zich wenden en berouw hebben”, en het gebeurde.”

Van een medewerker
17 August 2007 10:26Gewijzigd op 14 November 2020 05:01

Dat zei ds. H. Zweistra, hersteld hervormd predikant te Elspeet, donderdag tijdens een zendingsmiddag in het kerkgebouw van de vrije oud gereformeerde gemeente in het Noord-Veluwse Oldebroek.Ds. Zweistra was van plan om te spreken over 1 Timotheüs 1:15, maar omdat ds. C. L. Onderdelinden daarover sprak, nam hij de boeteprediking van Jona als onderwerp. Hij zei dat er op het eerste gehoor in de prediking van Jona geen evangelie aanwezig was. Predikanten zijn nogal eens mensenbehagers, aldus ds. Zweistra, die tijdens hun preek met iedereen rekening houden en niet met het Woord van God. „Als ze na de preek een compliment krijgen, zeggen ze: „Och, het was niet mijn woord.” U kent de fratsen wel van de dominees. Tijdens de preek halen ze 1 Timotheüs 1:15 aan en de zaak is weer rechtgetrokken.”

„God trekt hier de zaak echter scheef”, vervolgde de predikant, „want Hij laat Jona een boeteprediking houden. Jona preekt wat God hem voorhoudt en dat moeten predikanten doen. Een predikant wil soms niet over het oordeel preken. Niet hij, maar God bepaalt wat nodig is. Als hij dan van Godswege moet spreken, gaat het soms makkelijk.”

De Elspeter predikant zei dat God met een boodschap kan komen waarin van alles scheefgetrokken wordt. „De dogmatiek zegt dat het niet kan, maar het Woord heeft een dominante plaats en het Woord zegt dat het wel kan. Er staat dat het God berouwde en dat het kwaad niet kwam. Er gebeurden wonderen in Ninevé en er gebeuren nu nog wonderen.”

Pijn
De plaatselijke predikant ds. Onderdelinden sprak naar aanleiding van 1 Timotheüs 1:15. Er is een rijk evangelie voor iemand die in zichzelf zondaar is, zei hij, en hij vroeg de aanwezigen of ze hun rechtzinnigheid en godsdienst al waren kwijtgeraakt en of de krukken van hun werkheiligheid al in stukken gebroken waren.

Ds. Onderdelinden noemde het bedenkelijk als mensen aan anderen vertellen dat ze de grootste van de zondaren zijn. „Het geeft pijn. Men gaat er toch niet mee adverteren? Als iemand dat vindt, schaamt hij zich en gaat hij dat niet aan iedereen vertellen. Zondaar zijn is een weg van verootmoediging voor God, van bukken en buigen voor Hem.”

Ook het gemakkelijk spreken over heiligmaking, „net alsof men een trap beklimt en dan pasklaar voor de hemel wordt”, baart hem zorgen. „Een zondaar was, is, en blijft vol zonde. Het was nooit wat, het is nooit wat en het wordt nooit wat met hem, maar Christus wordt dierbaar,” stelde hij.

Gij
De laatste spreker was ds. J. Goudriaan, predikant van de vrije oud gereformeerde gemeente in Ede. Hij mediteerde over Psalm 73:23b en 24. In deze woorden gaat het drie keer over „Gij”, zo zei de predikant. „Als de kerk ziet op wat God gedaan heeft, dan wijst zij naar boven en mag zij van zichzelf afwijzen. Het is een wonder dat de Heere Asafs rechterhand heeft gevat. Als dat niet was gebeurd had Asaf zich voor eeuwig doodgezondigd.”

De Edese predikant noemde het van het grootste belang om te weten hoe het begin van de bekering is. „Als dat niet uit God is, dan is het einde ook niet uit God. De bekering begint bij het openen van de blinde zielsogen door God. Men komt er achter dat men God kwijt is en gaat ongelukkig over de wereld. Dan gaat men vragen: „Wat wilt Gij dat ik doen zal?””

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer