Kerk & religie

„Andere doopvisie obstakel voor lidmaatschap”

PHOENIX - De Amerikaanse evangelicale dogmaticus prof. dr. Wayne A. Grudem is teruggekomen op zijn visie dat een ver schil in doopopvatting geen belemmering hoeft te zijn voor het lidmaatschap van een kerkelijke gemeente met een andere visie op de doop. Dat blijkt uit de nieuwe editie van zijn veelverkochte dogmatiek.

Kerkredactie
14 August 2007 10:58Gewijzigd op 14 November 2020 05:01

Prof. Grudem is hoogleraar Bijbel en theologie aan het Phoenix Seminary in Phoenix, in de Amerikaanse staat Arizona. De eerste druk van zijn ”Systematic Theology: An Introduction to Biblical Doctrine” verscheen in 1994. Het handboek is erg populair onder behoudende evangelicalen in Amerika.Onlangs verscheen een nieuwe edi tie. De tekst bleef grotendeels ongewijzigd. De paragraaf ”Is het nodig dat kerken verdeeld zijn over de doop?” in het hoofdstuk over de doop is echter geheel herschreven.

In de eerste druk van zijn boek schreef dr. Grudem, zelf voorstander van de volwassendoop: „Baptistengemeenten moeten bereid zijn diegenen als lid toe te laten die als kind gedoopt zijn en die, na zorgvuldige overweging, in hun geweten overtuigd zijn dat hun doop als kind geldig was en niet herhaald mag worden. Natuurlijk hebben baptistengemeenten de vrijheid om mensen die lid willen worden te proberen te overtuigen dat ze als gelovigen gedoopt moeten worden. Als sommigen, na zorgvuldige overweging, echter niet overtuigd worden, lijkt het niet passend dat dit een obstakel vormt voor lidmaatschap.” Het omgekeerde gold volgens dr. Grudem ook voor gemeenten die de kinderdoop voorstaan.

Moeilijkheid
In de nieuwe editie van zijn boek stelt dr. Grudem dat de visie die hij in de eerste druk verwoordde, een moeilijkheid met zich meebrengt. Wie voorstander is van de kinderdoop, geeft dan namelijk toe dat het acceptabel is dat gelovige ouders hun kind niet laten dopen. Daarmee zegt zo iemand echter, in zijn eigen visie, dat ouders een Bijbels bevel mogen negeren.

Wie voorstander is van de volwassendoop, heeft een vergelijkbaar probleem, aldus de Amerikaanse hoogleraar. Volgens de opvatting van zo iemand moet de doop volgen op een persoonlijke belijdenis van het ge loof. Als hij ermee instemt dat iemand die als kind gedoopt is, als lid van de gemeente wordt toegelaten, geeft hij daarmee toe dat de kinderdoop ook een geldige doop is. „Dit weerspreekt wat voorstanders van de geloofsdoop geloven over de wezenlijke aard van de doop: dat het een uiterlijk teken is van een innerlijke verandering.”

Het is volgens dr. Grudem daarom niet waarschijnlijk dat kerken tot een „compromispositie” komen als het gaat over de doop. Hij voegt er wel aan toe dat hij dankbaar is voor de „bijzondere gemeenschap” die kerkleden die van mening verschillen op het punt van de doop, over kerkmuren heen met elkaar kunnen hebben.

Bijbels evenwicht
John Piper, eveneens baptist en een persoonlijke vriend van dr. Grudem, geeft op zijn weblog aan dat hij het niet met diens gewijzigde visie eens is. Volgens Piper is een verschil in visie op de doop geen reden om iemand uit te sluiten van het lidmaatschap van een gemeente. „De nieuwe paragraaf heeft de profetische, Bijbelse kracht van de oorspronkelijke editie verloren. Ik denk dat de eerste editie het Bijbelse evenwicht beter benaderde.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer