„Het is belachelijk dat we zeven instituten hebben voor nog geen honderd studenten. Dat kost geld, mensen en energie. Je hebt docenten die twee, drie keer hetzelfde verhaaltje afdraaien voor twee studenten”, zegt hij in het Katholiek Nieuwsblad.Ham (52) gaat werken voor de priesteropleiding van het bisdom Ponta Grossa in Brazilië, waar hij in 1985 priester werd gewijd. Sinds 1995 was hij rector van Bovendonk, dat kandidaten voor het priester- en het diakenambt opleidt die een beroep uitoefenen of uitgeoefend hebben.

Ham noemt de huidige situatie „absoluut irrationeel en niet vol te houden.” De argumenten van de bisdommen om hun eigen opleiding te behouden, vindt hij weinig steekhoudend. Zo wordt gezegd dat de eigen opleiding de korpsgeest onder de priesters bevordert. Ham erkent dat dit klopt, maar hoe groot is dat korps straks nog?

„De nadelen zijn vele malen groter, al die versplintering. Vind maar eens, op een krimpend bestand, zeven keer gekwalificeerde stafleden en docenten. Die worden nu vaak gekozen op basis van goede wil”, zegt Ham.

Drie van de zeven bisdommen (Haarlem, Roermond en Den Bosch) hebben eigen seminaries voor de priesterkandidaten. Die volgen een interne hbo-opleiding. De overige vier bisdommen werken met convicten, leefgemeenschappen van kandidaten voor het priesterambt. Die bisdommen hebben de wetenschappelijke vorming van hun priesterstudenten toevertrouwd aan de Faculteit voor Katholieke Theologie, die begin dit jaar is opgericht en in Utrecht en Tilburg is gevestigd.