„Zorg dat geestelijk gesprek met kind gewoon is”
VEENENDAAL - „We moeten alles op alles zetten om ervoor te zorgen dat het gewoon wordt om met onze kinderen over geestelijke dingen te spreken. Gezinsgodsdienst kan een middel zijn om op een natuurlijke manier vrijmoedig met de kinderen over God te praten.”
Dat vindt dr. J. R. Beeke, die als rector en hoogleraar systematische theologie en homiletiek verbonden is aan het Puritan Reformed Theological Seminary in Grand Rapids (VS). Op uitnodiging van de stichting Herleving sprak hij donderdag in de Poortkerk in Veenendaal over gezinsgodsdienst. Na Veenendaal doet dr. Beeke tijdens zijn Nederlandse tournee Hardinxveld-Giessendam, Hoevelaken en Woudenberg aan.De Amerikaanse voorganger hoopt dat er meer gezinsgodsdienstoefeningen zullen plaatshebben. Dr. Beeke heeft bijzondere herinneringen overgehouden aan de gezinsgodsdienst elke zondagavond in zijn kinderjaren. „Ik ben nooit vergeten hoe ik als kleuter bij mijn vader op schoot zat tijdens de gebeden. Dat maakte diepe indruk.”
De dagelijkse huisgodsdienstoefening bestaat, aldus dr. Beeke, uit drie dingen: onderwijs uit Gods Woord, zingen en gebed. Bij het onderwijs uit de Bijbel gaat het om meer dan alleen maar lezen. De vader, die de leiding heeft, legt dingen uit, stelt vragen en gaat met de kinderen in gesprek. Deze dialoog vindt hij belangrijk.
De Amerikaan vindt het nodig dat er meer over de dingen van God gesproken wordt. „Gezinsgodsdienst is een basis van echte gemeenschap tussen ouders en kinderen. Kinderen moeten op een natuurlijke en vrijmoedige manier over de dingen van God kunnen praten.”
Het tijdstip waarop de gezinsgodsdienst wordt gehouden, doet er niet zo veel toe. Het is belangrijker dat alle gezinsleden aanwezig zijn en dat er geen haastsfeer heerst. „In ons gezin wordt de gezinsgodsdienst na de warme maaltijd gehouden. Als iemand vroeg weg moet, begint men iets vroeger met eten. Toen de kinderen jong waren, duurde het ongeveer tien minuten, tegenwoordig gemiddeld twintig minuten, maar het loopt wel eens uit tot een halfuur.”
De hoogleraar vindt de gezinsgodsdienst ook belangrijk om kinderen te leren bidden en om zelf de gezinsgodsdienstoefening te kunnen leiden. Hij heeft zijn kinderen al op jonge leeftijd geleerd hardop te bidden. Het begon toen zij een jaar of drie waren, en hij hun influisterde wat ze moesten zeggen. „Rond hun negende jaar zijn ze in staat zelf voor te gaan in gebed.”
Dr. Beeke erkent het gevaar dat kinderen over details bidden en niet over de grote dingen, zoals vergeving van de zonden. Maar ook in zaken van het gebed kan men kinderen opvoeden, is zijn ervaring. „Ik spreek met hen over hun gebed en zeg dan dat het belangrijk is om de zonden te belijden. Onze kinderen zijn niet verbaasd als ik hen daarop wijs.”
Dr. Beeke hoopt dat er op deze manier een doorgaande lijn in de gezinsgodsdienst zal zijn.
Openheid tussen ouders en kinderen is vereist, zei de Amerikaanse voorganger in antwoord op een vraag. Hij zei dat God in zijn Woord ook open is, bijvoorbeeld over het huwelijk en over seksualiteit. In gesloten gezinnen is het probleem al half opgelost als men het anders wil. Men kan de gezinsgodsdienst het beste invoeren door er eerst samen over te spreken. Als men terugvalt in het oude gedrag, moet men elkaar corrigeren en de afgesproken gedragslijn blijven volgen.
„Hoe kan men aan gezinsgodsdienst doen als men de zekerheid van het geloof mist?” vroeg iemand. Dr. Beeke: „Dat is een ernstig probleem. Mensen kunnen de zekerheid van het geloof missen en toch beseffen dat de gezinsgodsdienst belangrijk is. Zij kunnen veel doen om de kinderen te onderwijzen. Sommige ouders vinden het normaal dat ze onbekeerd zijn en hun kinderen vinden dat dan ook. Onbekeerdheid is geen uitvlucht om je aan je plicht te onttrekken. Als ouders echt met hun onbekeerdheid worstelen, kan het goed zijn dat de kinderen daar iets van weten.”
Onderlinge ruzies moeten voor het begin van de gezinsgodsdienst opgelost zijn. „Dat kan betekenen dat een vader zijn kind om vergeving vraagt voor iets wat hij verkeerd gedaan heeft.”