VN-chef wil Irak nog een kans geven
VN-secretaris-generaal Kofi Annan denkt dat de internationale diplomatie nog steeds een oplossing kan bieden voor de kwestie Irak, ondanks het Amerikaanse pleidooi voor een militair offensief. „Ik praat hier met veel mensen en velen zijn bezorgd over de mogelijke consequenties van zo’n militaire aanval”, aldus Annan aan de vooravond van de jaarlijkse algemene vergadering van de VN in New York.
De VN-secretaris vreest voor een „dramatische destabilisatie” van het Midden-Oosten als de Amerikanen Irak aanvallen om Saddam Hussein te verdrijven. „Bovendien is daar nog de onbeantwoorde vraag wat er met Irak gebeurt ná zo’n offensief”, aldus Annan. Amerika zal daarover niet alleen beslissen, zo zei president George Bush maandag tijdens een ontmoeting met de Canadese premier, Jean Chrétien. Canada behoort tot de vele landen die weinig voelen voor het Amerikaanse plan om Saddam Hussein te verdrijven met militair geweld.
„President Bush heeft mij geen nieuwe informatie gegeven die zo’n aanval zou kunnen rechtvaardigen”, aldus Chrétien na afloop van de ontmoeting. Volgens de Amerikaanse minister van Defensie, Donald Rumsfeld, is dat ook helemaal niet nodig. „Wij voeren hier geen proces waarbij wij bewijsmateriaal tegen iemand moeten aandragen. Het gaat hier om zelfverdediging en het is onze taak te voorkomen dat bepaalde gebeurtenissen plaatsvinden”, aldus Rumsfeld in het ABC-programma ”Good Morning America”. Behalve tal van buitenlandse leiders zijn ook veel Amerikaanse parlementariërs nog steeds niet overtuigd van de noodzaak om Irak aan te vallen.
De meest agressieve pleitbezorgers binnen de Amerikaanse regering van zo’n aanval zijn Rumsfeld en vice-president Dick Cheney. De laatste hamert er bij iedere gelegenheid op dat Irak niet alleen beschikt over biologische en chemische wapens, maar dat het „binnenkort” ook beschikt over kernwapens. Dit alles in strijd met de afspraken die na de Golfoorlog in 1990 met Irak werden gemaakt. Irak streeft zeker naar het bezit van kernwapens, maar zover is het nog niet volgens het Britse International Institute for Strategic Studies (IISS). Bagdad zou wel „binnen afzienbare tijd” over zulke wapens kunnen beschikken als men erin slaagt verrijkt uranium op de zwarte markt te kopen of ergens te stelen.
Het IISS zegt dit in een rapport dat maandag werd gepresenteerd en dat onder meer is gebaseerd op interviews met een aantal voormalige VN-wapeninspecteurs voor Irak. Wanneer Irak er niet in slaagt verrijkt materiaal te bemachtigen, duurt het volgens het IISS nog geruime tijd voordat Bagdad over kernwapens beschikt. Het instituut acht het wel waarschijnlijk dat Irak over voorraden chemische en biologische wapens beschikt, ondanks het verbod daartoe van de VN. Het is voor de Irakezen echter nog niet zo eenvoudig om de buurlanden met deze wapens te bedreigen, omdat men nauwelijks over voldoende raketten beschikt. Irak heeft wel een aantal oudere vliegtuigen die geschikt zijn om chemische of biologische stoffen te verspreiden, hetgeen volgens het IISS gevaar zou kunnen opleveren voor Amerikaanse troepen als die Irak aanvallen.