Een jongensdroom, een missie
KAPELLE - Als piloot worden niet alleen een jongensdroom is maar ook een missie, kan de weg naar de cockpit lang en slopend zijn. Leren vliegen is duur. Ook voor Mission Pro Deo (MPD), die aankomend piloten sinds 2000 financieel steunde, was de prijs hoog. De stichting gaf onlangs aan dat zij haar werkzaamheden neerlegt.
Op de kamermuur van de tijdelijke woning van Pieter en Anja van Dijk uit Kapelle zijn tientallen foto’s bevestigd. Grote foto’s, zonnige plaatjes. Hun vier kinderen staan erop. Het lijken vakantiekiekjes, maar het zijn foto’s van hun driejarig verblijf in Amerika. Pieter volgde daar zowel de monteurs- als de pilotenopleiding en legde zo de basis voor de uitzending van het gezin naar Papoea, eind juli. Het Zeeuwse echtpaar treedt in dienst van Mission Aviation Fellowship (MAF).Om de nodige 500 vlieguren te maken, werkte Pieter in de Verenigde Staten als vlieginstructeur. „De slechte arbeidsomstandigheden maken van dit leuke werk een hondenbaan”, zegt hij. „Zes dagen per week, van zeven uur ’s morgens tot negen uur ’s avonds, ben je in touw. Er staat een schamel salaris tegenover: 550 euro per maand.”
Met hulp van Mission Pro Deo konden Anja en Pieter een jaar Bijbelschool op De Wittenberg in Zeist en de opleidingen in Amerika betalen. „Wij zijn enorm geholpen door de stichting. Het is jammer dat MPD moet stoppen.”
De stichting wilde vooral via bedrijven geld genereren. Maar de sponsoring viel tegen. De kosten vielen bovendien hoger uit dan verwacht. Voor een piloot en zijn gezin is er tijdens het opleidingstraject bijna 2 ton nodig.
De werkwijze van MPD veranderde. De thuisfrontcommissie, al langer een wens van de stichting, werd noodzakelijk. Ook Pieter en Anja hebben zo’n werkgroep achter zich, die onder meer door acties en presentaties middelen verwerft.
Dankzij de betrokkenheid van MPD zijn er twee kandidaten opgeleid. Behalve Pieter is ook Kees Janse door de stichting ondersteund.
Modderige baan
De MAF stelt -terecht- hogere eisen aan piloten dan de reguliere vliegopleidingen, geeft Pieter aan. Tijdens een training bij MAF-Amerika maakte hij onder meer kennis met modderige en kleine grasstrips. Tot op dat moment gebruikte hij alleen verharde stijg- en landingsbanen. Ook de veiligheidseisen zijn scherp. Pieter zal in Papoea één uur per dag besteden aan inspectie van het vliegtuig.
Hij twijfelde lang of het zijn roeping was om in Gods Koninkrijk te gaan werken. „Een van mijn argumenten om het niet te doen, was dat het voortraject veel geld kostte. Totdat ds. C. G. Vreugdenhil eens preekte over de zalf waarmee Maria de voeten van de Heere Jezus zalfde. Die was een jaarsalaris waard. Daar ging mijn argument dat ik de opleiding niet kon betalen.”
Toen Mission Pro Deo in zicht kwam, zeiden Anja en Pieter tegen elkaar: „Als de vlieglessen voor ons betaald worden, hoeven we over de kosten niet in te zitten. Het voortraject duurt dan bovendien korter.”
Het is niet ongewoon dat dit traject tien jaar in beslag neemt. Pieter: „Veel jongens moeten hun vlieguren maken naast hun fulltime baan, tijdens middagjes op bijvoorbeeld vliegveld Midden-Zeeland. Na een jaar vliegen zou ik op die manier dertig uur op zak hebben.”
McDonald’s
Hoe belangrijk is geld als je een roeping hebt? „Er was een tijd dat we elk dubbeltje omdraaiden”, zegt Anja. Pieter vult aan: „Tegelijk kregen we zo veel bevestiging dat we over geld nooit inzaten. Soms hadden we geld nodig voor bijvoorbeeld een vliegticket van Florida naar Idaho. Een paar weken van tevoren was het geld er ook.”
Anja: „Je leeft naar wat je bezit. Na een verhuizing koop je niet iedere keer nieuwe spullen zoals gordijnen. Je wordt supercreatief. De kinderen mogen hier niet onder lijden, vinden we. Daarom gingen we bijvoorbeeld af en toe met hen naar de McDonald’s. Dat is in Amerika veel goedkoper dan hier. Voor zes personen ben je zestien euro kwijt.”
Pieter: „Als God mensen nodig heeft, komen ze. Een wijze oudere Amerikaanse man zei eens tegen me: In de hemel zijn er straten van goud. En als jij het nodig hebt voor Koninkrijkswerk komt het wel naar je toe.”
In juli van dit jaar vertrekken Pieter en Anja met hun kinderen voor een taalstudie naar Bandung. Na een jaar verhuizen ze naar Papoea. De plaats is nog niet bekend.
Als piloot zal Pieter bezig zijn met evangelisatie en groei van bestaande kerken, medische assistentie, opleiding van de lokale bevolking, gemeenschapsontwikkeling en steun in crisissituaties. Anja geeft de eigen kinderen les en ze onderhoudt -evenals andere MAF-vrouwen- radiocontact met de piloten. Dit contact, ”Flight following”, houdt in dat er minimaal iedere dertig minuten contact is tussen de piloot en de hoofdbases.
Is het hebben van een jongensdroom genoeg om voor de MAF te kunnen vliegen? „Nee”, antwoordt Pieter beslist. „Je moet weten dat het Gods wil is dat je dit werk doet. Iets wat overigens voor alles geldt.”
De piloot benadrukt verder het belang van dingen samen doen. „Als Anja en ik niet samen waren geweest, was het niet zo gelopen. En”, zegt hij, „je moet er allebei voor 100 procent voor gaan. Vanaf het begin. Niet denken: straks zal het wel beter gaan. Anders ga je elkaar op crisismomenten verwijten maken.”
Het echtpaar heeft nog een advies aan mensen die dezelfde richting op willen gaan: „Gewoon beginnen” en „bij twijfel oversteken.” Pieter: „Ik wilde zeker weten dat God me riep en heb daarom lang getwijfeld. Maar waarom zou het niet andersom kunnen? Een roeping is niet per definitie iets mystieks, maar dikwijls gewoon en alledaags.”
De uitzendbijeenkomst heeft op 25 juni plaats in de Petrakerk van de gereformeerde gemeente Kapelle-Biezelinge. Pieter en Anja hebben een eigen website: www.vandijk-maf.nl.