Uitstel
De dwaze maagden werden afgewezen, omdat zij zich niet bereid hadden op de komst van de bruidegom. Zij hadden de genadetijd vruchteloos voorbij laten gaan. Laat ons toch onze genadetijd in acht nemen.
De mensen laten het in het algemeen op het laatst aankomen, net zoals het er voor de zondvloed aan toeging. Al hun moeite, al hun zorg is naar de wereld gericht. Als ze er maar enig voordeel uit kunnen trekken. Maar de zaligheid van hun ziel heeft, naar hun gedachte, weinig om het lijf. Zij zeggen in hun hart: Mijn ziel, gij hebt vele goederen die opgelegd zijn voor vele jaren, eet, drink en zijt vrolijk. Zijn zij arm, zij maken zich druk over het heden. Zij hebben geen tijd om aan de hemel te denken.De mensen zijn nalatig in de winst van hun ziel. Men schuift zijn bekering op alsof men met de dood een verbond gemaakt had. Men laat het in het algemeen aankomen op het laatst. Wanneer ziekte en ouderdom komen, of wanneer de mens ziet dat zijn einde nadert, zegt men tegen de doktoren: O, help ons, geef ons van uw olie. Tegen de predikanten zegt men: O, bidt voor ons. Heeft men ze tevoren veracht, nu zegt men: Onze lampen gaan uit. Help ons.
Koenraad Mell, predikant te Hersfelt (”Godgeleerde keurstoffen”, 1729)