„Vervangingsdenken herleeft in kerk en in theologie”
DORDRECHT - In kerk en theologie ziet dr. M. van Campen een herleving van de vervangingstheorie, de opvatting dat Gods weg met het Joodse volk op het kruis van Golgotha is doodgelopen en dat Hij verder is gegaan met een nieuw volk, de christelijke kerk. Oorzaak is de verlegenheid met en het verzet tegen de uitzichtloze situatie in het Midden-Oosten. „Dat lijkt me een gevaarlijke ontwikkeling waartegen ik mijn protest wil laten horen.”
Dr. Van Campen, hervormd predikant in Zwartebroek-Terschuur, sprak zaterdag in Dordrecht op een bijeenkomst van vereniging Protestants Nederland over ”Visie op Israël. De vervangingsleer te boven?”De vervangingsgedachte loopt volgens dr. Van Campen als een rode draad door de hele kerkgeschiedenis. Uitzonderingen waren te vinden onder de puriteinen in Engeland en Schotland, onder de Nederlandse theologen uit de zeventiende en de achttiende eeuw en onder de aanhangers van het Réveil in de negentiende eeuw.
In positieve zin gooide de Nederlandse Hervormde Kerk als eerste kerk ter wereld het roer drastisch om, aldus dr. Van Campen. Het kerkverband ruimde in zijn nieuwe Kerkorde van 1951 formeel een plaats in voor de relatie met het Joodse volk. Men nam afstand van de term Jodenzending en koos bewust voor het getuigende gesprek met Israël. Daarachter zat de overtuiging dat de kerk niet de vervanging van Israël is en dat het Joodse volk, ondanks de afwijzing van Jezus als Messias, niet heeft afgedaan.
In de jaren negentig van de vorige eeuw tekent zich echter een verschuiving af. De belangstelling voor Israël neemt af, ook binnen de gereformeerde gezindte - „met uitzondering van de Gereformeerde Gemeenten.”
De predikant onderscheidt twee uiteenlopende visies op Israël. Aan de ene kant ziet hij „pro-Israëlchristenen”, die „tamelijk onkritisch” de Israëlische politiek onderschrijven. Aan de andere kant klinken er ook steeds kritischer geluiden. „Men krijgt steeds meer oog voor de nood aan Palestijnse kant en neemt in toenemende mate afstand van het doen en laten aan Israëlische zijde. Maar daarmee is tamelijk geruisloos opnieuw de deur open komen te staan voor de aloude vervangingsleer.”
Het valt dr. Van Campen op dat steeds meer theologen de laatste positie innemen. „Met name in kringen van Kerkinactie is de sympathie voor de Palestijnen dermate groot dat er van solidariteit met Israël, volk, land en staat weinig meer overblijft.
In het boek ”Wie is onze God?” van dr. Bernard Reitsma bespeurt dr. Van Campen het vervangingsdenken. „We ontkomen niet aan de fuik van substitutietheologie door te verklaren dat er na kruis en opstanding heus nog wel Joden tot bekering kunnen komen. Kenmerkend voor de vervangingstheologie is dat het verbond van God met Israël als zodanig is opgeheven en dat er geen hoop meer bestaat voor Israël als volk, wonend in het land van de belofte.”
Leveren theologische stellingnames geen risico’s op in de weerbarstige politieke werkelijkheid van vandaag? Dr. Van Campen: „Wat mij betreft zeker niet. Het afscheid van de vervangingstheologie betekent niet per definitie een onvoorwaardelijk sanctioneren van de huidige Israëlische politiek of het aanhangen van een Groot-Israëlgedachte.”
Van christenen die het vervangingsdenken afwijzen, mag volgens hem een „onvoorwaardelijke en daadwerkelijke solidariteit” met Israël worden verwacht. „Wie leeft bij het profetische Woord zal met meer dan gewone interesse de ontwikkelingen in het Midden-Oosten volgen, in het besef dat het Joodse volk Gods teken aan de wand, de kleine wijzer op de wereldklok is.”