Dat blijkt uit het vrijdag verschenen jaarverslag 2006.De Verre Naasten voerde projecten uit in zeventien landen, zowel kerkelijke projecten als hulpprojecten op het gebied van onderwijs, gezondheid, landbouw, microkredieten en noodhulp.

Het grootste deel van de inkomsten bestaat uit giften van donateurs uit de eigen achterban. Zij brachten 1,2 miljoen euro op, iets minder dan begroot. Dit werd echter meer dan gecompenseerd door hoge inkomsten, onder andere uit nalatenschappen.

Door de hogere inkomsten konden nieuwe projecten worden begonnen. Zo werkte DVN in 2006 voor het eerst in Ethiopië. Ook was er ruimte voor enkele noodhulpprojecten: in Kenia ontvingen slachtoffers van de droogte voedsel en zaaizaad. In Congo maakte DVN het mogelijk dat honderden ontheemden na een burgeroorlog weer terug konden naar hun dorpen.