Opinie

Globalisering, een niet te stuiten ontwikkeling

Met het bod van een consortium van drie Europese banken (71 miljard) is de strijd om ABN AMRO een nieuwe fase ingegaan. Een Nederlandse bank waarin oude nationale tradities samenkomen (Amsterdamsche Bank, Rotterdamsche Bank, Twentsche Bank en Nederlandsche Handel Maatschappij) is, om het wat dramatisch te formuleren, een prooi geworden van internationaal opererende speculanten. Overigens voerde ABN AMRO in 2005 en 2006 een felle strijd om de Italiaanse bank Antonveneta in bezit te krijgen.

Dr. C. S. L. Janse
1 June 2007 21:38Gewijzigd op 14 November 2020 04:48
Het hoofdkwartier van de tot ABN AMRO behorende LaSalle Bank in Chicago. Met de spoedverkoop van LaSalle, een van de kroonjuwelen van ABN AMRO, aan de Bank of America probeerde ABN AMRO minder aantrekkelijk te worden voor het consortium van drie banken da
Het hoofdkwartier van de tot ABN AMRO behorende LaSalle Bank in Chicago. Met de spoedverkoop van LaSalle, een van de kroonjuwelen van ABN AMRO, aan de Bank of America probeerde ABN AMRO minder aantrekkelijk te worden voor het consortium van drie banken da

Meer nog dan in andere sectoren heeft de globalisering op financieel en economisch gebied gestalte gekregen. Grote bedrijven opereren tegenwoordig in een economische ruimte die zich niet door nationale grenzen, maar ook niet door de grenzen van de EU laat inperken. Daarbij is er geen sprake meer van eenrichtingsverkeer, in die zin dat alleen het westerse kapitaal de wereld overspoelt. Indiërs en Chinezen beginnen zich in te kopen in Europese bedrijven. Rijke Arabieren deden al eerder forse investeringen. Toyota is inmiddels General Motors gepasseerd als de grootste autoproducent ter wereld.Op die globalisering wordt door de bevolking heel uiteenlopend gereageerd. Dat verschilt trouwens ook per land. In Frankrijk staat men daar anders (veel kritischer) tegenover dan in Groot-Brittannië. Geen wonder. De Fransen waren altijd sterk overtuigd van het superieure karakter van hun eigen taal en cultuur. Zij moeten nu constateren dat hun taal in Europa en daarbuiten de strijd met het Engels definitief verloren heeft.

De tijd is voorbij dat het Frans de taal was van de diplomatieke wereld en van de EU en dat het in veel Europese landen in de maatschappelijke bovenlaag normaal gevonden werd dat je die taal beheerste. Grote Franse bedrijven hebben moeite zich in de mondiale concurrentieslag te handhaven. Daarentegen is Londen uitgegroeid tot een belangrijk financieel centrum en kun je met Engels vrijwel over de hele wereld terecht.

Sociale laag

De reactie op de globalisering heeft ook te maken met de sociale laag waartoe men behoort. Hoger opgeleiden zien vooral de pluspunten. De wereld ligt tegenwoordig voor hen open, al betekent dat nog niet dat velen van hen gemakkelijk een baan accepteren in een ander werelddeel. Brussel is wat dat betreft nog weer wat anders dan Bahrein of Bangkok. In ieder geval ervaren zij contacten met de buitenlanders die zij ontmoeten veelal als interessant en verrijkend.

Voor lageropgeleiden ligt dat vaak anders. Voor hen is de spreekwoordelijke Poolse loodgieter eerder een bedreiging dan een aanwinst. Gaat die straks hun baan niet inpikken? Of anders wel zijn collega uit Roemenië. En wat te denken van China, waar miljoenen arbeiders bereid zijn voor weinig geld in een moordend tempo te werken, zodat ze allerlei producten in Europa kunnen leveren tegen prijzen waar Nederlandse bedrijven volstrekt niet aan kunnen denken?
Uiteraard profiteren ook de lageropgeleiden van de goedkope textiel en allerlei andere consumentengoederen die uit de lagelonenlanden geïmporteerd worden, maar we moeten ons kunnen voorstellen dat zij die nieuwe ontwikkelingen eerder als bedreigingen dan als kansen zien. Voor hun gevoel komen allerlei oude zekerheden op het spel te staan of dat nu de sociale uitkeringen, de AOW, het pensioen of de werkgelegenheid zijn. En hun vakbond, die veel arbeiders vanouds als de grote beschermer van hun belangen zagen, staat vrijwel machteloos bij transnationale fusies en overnames.

De komst van allochtonen naar ons land in de afgelopen decennia was evenzo een vorm van globalisering, waarbij vooral de Nederlandse arbeidersklasse te maken kreeg met de negatieve consequenties. Die werd op de werkvloer en vooral in haar woonomgeving veel sterker geconfronteerd met deze nieuwe Nederlanders en hun vaak problematische gedrag dan het meer welvarende en hoger opgeleide deel van de bevolking.

De grote winst van de SP en Wilders bij de Tweede Kamerverkiezingen en het verlies van de PvdA moeten duidelijk ook tegen deze achtergrond bezien worden. Het wegstemmen van de Europese grondwet, nu twee jaar geleden, had daar eveneens mee te maken.

Verschuivingen
Maar hebben we wat te kiezen als het gaat om de globalisering? Is dit geen wereldwijde ontwikkeling die de kracht van de Nederlandse regering en zelfs van Brussel en Washington te boven gaat? Het gaat hier inderdaad om een grootschalige ontwikkeling waaraan allerlei fundamentele verschuivingen ten grondslag liggen. Maar in ieder geval is er reden om na te gaan of er hier en daar toch niet wat bijgestuurd kan worden en ook móét worden. We moeten het niet over ons heen laten komen alsof het een natuurverschijnsel is waar niemand wat aan doen kan.

Is de gang van zaken rond een van onze grootste banken geen reden om wat te doen tegen het niets en niemand ontziende optreden van hedgefondsen, die vooral uit zijn op kortetermijnwinst?

Het is goed dat ijverige Polen en Roemenen de kans krijgen om in West-Europa wat te verdienen, maar dat moet er niet toe leiden dat Nederlandse werknemers uit de markt geprijsd worden en Nederlandse werklozen voortaan kansloos zijn.

Het is mooi dat Oost- en Zuid-Aziatische landen de laatste jaren een flinke economische groei laten zien. Eigen inventiviteit en doorzettingsvermogen helpen hen kennelijk meer vooruit dan vele miljoenen aan ontwikkelingshulp. Maar afgezien nog van de schadelijke milieueffecten van deze groei, moeten we oog houden voor de negatieve consequenties voor werknemers en bedrijven in Nederland en andere Europese landen. Op z’n minst moeten we beseffen dat de voordelen van de globalisering niet gelijkelijk over de verschillende maatschappelijke groepen verdeeld worden.

Buitenlanders

Globalisering betekent ook dat je geconfronteerd wordt met allerlei problemen die vroeger onze deur voorbijgingen. Armoede, burgeroorlogen en dictatoriale regimes stimuleren mensen om in het rijke Westen asiel aan te vragen. Afstanden spelen immers geen rol meer. Het is daarom verstandig om een restrictief asielbeleid te voeren, omdat anders helemaal het hek van de dam is.

Inmiddels bestaat 20 procent van onze bevolking uit buitenlanders. Daarbij zijn het niet de hier wonende Belgen en Duitsers die problemen geven, maar gaat het met name om de niet-westerse allochtonen. Dat Antilliaanse jongeren die zonder veel opleiding op eigen houtje hierheen komen allerlei problemen veroorzaken, hoeft niemand te verbazen. En met de ongeveer een miljoen moslims die thans in Nederland wonen, hebben we duidelijk een probleemgroep binnengehaald. Met name in de grote steden blijkt dat overduidelijk.

Als driekwart van de reformatorische jongeren vindt dat er in Nederland te veel allochtonen wonen, dan is er geen reden om ach en wee te roepen. Daar hebben ze gewoon gelijk in. Zoals het ook te begrijpen is dat zij niet vinden dat moslims veel kunnen bijdragen aan de Nederlandse cultuur.

Maar gedane zaken nemen geen keer. Nu die allochtonen hier eenmaal legaal wonen, hebben ze hun rechten. Die moeten wij respecteren. Maar we moeten de fouten uit het verleden niet herhalen. Zo is het van belang de primair door economische motieven ingegeven huwelijksmigratie in te dammen en ook langs andere wegen de stroom nieuwkomers in te perken.

Nu hebben zich ook in vorige eeuwen talloze buitenlanders hier gevestigd. In de meeste gevallen is dat bij hun nazaten hooguit aan hun achternaam te merken. Zij zijn volstrekt geassimileerd in de Nederlandse samenleving. Maar dan ging het meestal om migranten uit het Europese cultuurgebied. Iemand uit Marokko of Centraal-Afrika moet in sociaal en cultureel opzicht een veel grotere afstand overbruggen.

De recente discussie over de dubbele paspoorten van twee socialistische staatssecretarissen maakt duidelijk dat een dergelijke assimilatie niet zo makkelijk verloopt. Kinderen van migranten leven vaak op de grens van twee werelden. Een Nederlands paspoort maakt iemand juridisch wel tot Nederlander, maar daarmee niet automatisch ook in sociaal en cultureel opzicht.

Engels
Terecht wordt er tegenwoordig de nadruk op gelegd dat het voor de integratie van allochtonen in ons land van groot belang is dat zij Nederlands leren. Tegelijkertijd constateren we in ons taalgebied een onstuitbare opmars van het Engels. Hetzij in de vorm van talloze Engelse woorden in de Nederlandse taal, hetzij doordat in de universitaire wereld en bij grote bedrijven het gebruik van Engels steeds meer gangbaar wordt. Met Engelstalige publicaties bereik je nu eenmaal een veel groter publiek en bij een fusie van een Nederlands en een buitenlands bedrijf is de overstap naar het Engels voor de onderlinge communicatie (mondeling en schriftelijk) voor de hand liggend. Ook al hechten we aan onze eigen taal, in nogal wat gevallen is het gebruik van Engels gewoon onvermijdelijk. Het trendy gebruik van allerlei Engelse woorden in het Nederlands is nog weer een ander verhaal.

Jongeren doen niet alleen buitenlandse ervaring op tijdens vakanties, maar ook door stages in het buitenland. Je kijkt er tegenwoordig niet meer van op als je hoort dat studenten een stageperiode doorbrengen in Jemen of Australië. Ook dat is een vorm van globalisering.

Daarbij kan men zich voorstellen dat zeker in reformatorische kring ouders zich met enige bezorgdheid afvragen hoe hun zoon of dochter zich ver van huis zal gedragen: ’s zondags en door de week. Het wegvallen van de sociale controle en van bepaalde vaste kaders leidt er gemakkelijk toe dat mensen grenzen overschrijden en dingen doen waar ze in hun vertrouwde omgeving minder gemakkelijk toe zouden komen.

Middelmatige dingen

Een bepaalde grensvervaging zie je ook op kerkelijk gebied. Wanneer mensen zich tijdelijk of permanent elders vestigen, blijft het onderscheidingsvermogen waar men in Nederland nog blijk van gaf, kennelijk op Schiphol achter. Dat geldt uiteraard niet voor iedereen, maar je komt dat nogal eens tegen. Mensen blijken zich dan al spoedig thuis te voelen in een kerkelijke kring die qua leer en leven toch helemaal niet aansluit bij hetgeen men in Nederland gewend was.

Nu beseften onze vaderen ook wel, blijkens artikel 85 van de Dordtse Kerkorde, dat men in middelmatige dingen de buitenlandse kerken niet zal verwerpen die een ander gebruik hebben dan wij. Maar wie steeds meer zaken in de rubriek middelmatige dingen onderbrengt, houdt op den duur niet veel meer over. In ieder geval hebben onze Dordtse vaderen nooit de indruk gewekt dat ze bij het opstellen van de Dordtse Leerregels met middelmatige zaken bezig waren; dat de leer van Gods verkiezing en verwerping en de onwederstandelijkheid van Zijn genade alleen voor de kerkelijke verhoudingen in Nederland relevant waren.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer