De grote werken Gods in alle talen
DRIEBERGEN - Pinksteren, het feest van de uitstorting van de Heilige Geest, heeft alles te maken met het Bijbelvertaalwerk wereldwijd. Hoe lang duurt het nog voordat „de grote werken Gods” in alle talen te lézen zijn?
Dat kon wel eens korter zijn dan tot nu toe werd gedacht, zo blijkt uit het -nog niet gepubliceerde- jaarverslag 2006 van Wycliffe Bijbelvertalers Nederland.Begin vorig jaar stelde Wycliffe vast dat als er in het huidige tempo werd doorgewerkt, er in 2038 in elke nog nodige taal een vertaalproject in gang zou zijn gezet. Overigens duurt het dan nog heel wat jaren voordat zo’n project ook afgerond is. „In de traditionele manier van werken ging daar soms wel veertig jaar overheen”, zegt directeur Hans Hoddenbagh van Wycliffe Nederland. „Maar, vijf jaar is toch nog wel het minimum - en dan heb je alleen een Nieuw Testament. Ook de taalanalyse die aan het vertalen vooraf moet gaan, heb ik er dan nog niet bij gerekend.”
Inmiddels lijkt het er, aldus Hoddenbagh, sterk op dat de laatste vertaalprojecten eerder dan 2038 in gang kunnen worden gezet. „Al zou ik nog niet durven zeggen hoeveel eerder.”
Naar schatting is Bijbelvertaalwerk nog nodig in ongeveer 2286 talen, zo valt te lezen in het jaarverslag. „Dit aantal is aanzienlijk lager dan de schatting in 1999 van 3000 talen. Het verschil van 714 komt grotendeels doordat in de afgelopen zeven jaren werk is begonnen in 539 talen. En van de overige 175 talen is door nader taalonderzoek duidelijk geworden dat vertaalwerk niet nodig is. De logische gevolgtrekking van deze vaststelling is dat het jaar 2038 waarschijnlijk naar beneden kan worden bijgesteld.”
Maar, het werk gaat toch nog niet zo snel dat in het jaar 2025 overal waar nodig een Bijbelvertaalproject zal zijn opgestart. Want dat is waarop het beleidsdocument ”Visie 2025” heeft ingezet. In dit document, aangenomen in 1999, verklaarden de Internationale Conventie van Wycliffeorganisaties en de SIL-conferentie in Waxhaw (Verenigde Staten) dat alle volken belang hebben „bij het tot hun beschikking krijgen van Gods Woord in de taal van het hart. Daarom hebben wij als visie dat er in het jaar 2025 in elke taalgroep waarvoor dat nog nodig is een vertaalproject in gang gezet zal zijn. Dit (…) is alleen mogelijk in de kracht van God, Die het onmogelijke kan doen.”
Sindsdien hanteert Wycliffe waar mogelijk een andere, snellere werkwijze. Zo probeert zij veel meer samen te werken met lokale medewerkers, die de taal tenslotte al kennen. Wycliffevertalers zelf leggen zich meer toe op het opleiden en begeleiden van deze medewerkers. „En in de regio’s Afrika en Azië werkt dat heel goed.”
Dit jaar zullen, is de bedoeling, ten minste vijf vertaalde Bijbels of Bijbelgedeelten worden gedrukt waaraan medewerkers van Wycliffe Nederland hebben bijgedragen: één Nieuw Testament in een taal die niet bekend mag worden, één in de Unataal (Papoea, Indonesië, een project in samenwerking met Zending Gereformeerde Gemeenten) en één in het Monkole (Bénin), en verder een volledige Bijbel in het Dagbani (Ghana).
„Er wordt tegenwoordig veel aandacht besteed aan de gaven van de Geest, aan tongentaal onder andere”, zegt Hoddenbagh. „Ik denk zelf dat de talen waarover het in Handelingen 2 gaat echt aardse talen waren, en dat het het verlangen van de Heilige Geest was en is dat de boodschap van het Evangelie in elke aardse taal klinkt. En dat is waarop ons werk zich richt.”