Dat zei A. van der Poel, regiocoördinator zuidelijk Afrika, donderdag op de algemene vergadering van de zendingsorganisatie in Woudenberg. Van de achttien zendingswerkers die namens de GZB in Afrika werkzaam zijn, zijn er acht beschikbaar voor theologische toerusting van gemeentepredikanten.Die toerusting is broodnodig, aldus Van der Poel. „Omdat er te weinig opgeleide voorgangers zijn, is er te weinig geestelijk voedsel, plaatselijke stagnatie in gemeentegroei, syncretisme en een verloop naar allerlei groeperingen en sekten.”

Hij liet zien dat één gemeente soms tien tot twintig preekplaatsen kent. Groepjes verzamelen zich rond een boom of maken een geïmproviseerd kerkje onder een bladerdak, dat als opstapje dient naar een echt gebouwtje.

In Kenia werkt de GZB samen met de Reformed Church of East Africa. Er zijn 400 preekplaatsen, 68 gemeentepredikanten en 37 evangelisten. In ongeveer 100 gemeenten preekt er ’s zondags een opgeleide voorganger.

In Mozambique wordt samengewerkt met de Igreja Reformada em Mozambique. Daar verzamelen de 60.000 gemeenteleden zich rond 250 preekplaatsen en zijn er slechts 18 gemeentepredikanten.

In Namibië is de situatie nog schrijnender. Hoewel 80 procent van de 2 miljoen mensen tellende bevolking christen is, wordt de kerk daar voor 95 procent gediend door onopgeleide voorgangers. „Uit deze gegevens is op te maken dat toerusting, in de vorm van theologische verdieping van kerkleiders, een blijvende opdracht is”, aldus de regiocoördinator.

Volgens hem wordt Afrika wel het meest christelijke continent genoemd. Telde het in 1910 nog maar zo’n 10 miljoen christenen -10 procent van de toenmalige bevolking-, in 2000 was dat aantal gegroeid tot 380 miljoen, ofwel 48 procent van de bevolking.

Gemeentegroei
Zijn christenen twintig eeuwen na Pinksteren nog geïnteresseerd in de groei van gemeenten? Die vraag stelde GZB-voorzitter ds. H. F. Klok in zijn openingswoord. Naar aanleiding van Handelingen 2 liet hij zien hoe de aantrekkelijkheid van de eerste Pinkstergemeente gelegen was in de trouw aan God en aan elkaar.

„Het zal best wat gekost hebben”, zei ds. Klok, „maar ze bleven bij elkaar. Door de Geest van Jezus Christus. In dat spoor hielden ze het vol en vertelden ze het ook verder. Als GZB mogen wij eveneens in dat spoor verder gaan. Opdat Zijn huis vol worde.”

Voorlichter J. J. van der Ham gaf een presentatie van het werk van de GZB. Naast de opleiding en toerusting van predikanten in bijvoorbeeld Afrika is de zendingsorganisatie actief in het jeugdwerk. In Antwerpen heeft de GZB een Bijbelhuis en ook in Mexico is zij actief.

Steun aan christelijk onderwijs wordt onder andere verleend in Zuid-Soedan en aan scholen in China. In veel landen worden medische en sociale ontwikkelingsprogramma’s uitgevoerd, Bijbelvertalingen gerealiseerd en verspreid, wordt geëvangeliseerd en worden kerken geplant.

De GZB, die 36.000 leden heeft en 80 zendingswerkers in dienst heeft, wordt door 400 kerkelijke gemeenten financieel gesteund. Het budget bedraagt 6,6 miljoen euro.

Gezond
In zijn slotwoord haalde bestuurslid ds. J. A. W. Verhoeven, predikant te Oudewater, de derde brief van Johannes aan: „Ik hoop dat het u goed gaat en dat gij gezond zijt.” „Heel gewone woorden, die toch heel bijzonder zijn”, aldus de predikant. „Door het leven met God worden bijzondere dingen ook weer heel gewoon.”

Gezondheid in het zendingswerk is volgens ds. Verhoeven heel belangrijk. „Je bent kwetsbaar, zowel psychisch als lichamelijk. Ziekte doorkruist soms allerlei plannen. Daarom hebben zendingswerkers uw en ons gebed nodig.”

Ds. J. Verboom, die onlangs teruggekeerde van het zendingsveld in Mexico, haalde herinneringen op uit zijn werkzaamheden in Colombia en Mexico.