Kerkelijke pers: Wapenveld / Centraal Weekblad
Wapenveld. Veel „missionaire preken” hebben een nogal rationeel, apologetisch karakter en dat is goed. Maar ergens zal de boodschap toch ook moeten resoneren in het hart, stelt drs. B. J. van der Graaf, missionair predikant in Amsterdam, in het jongste nummer van het blad Wapenveld. Juist op dit punt biedt de bevindelijke traditie volgens hem kansen.
„De Heidelberger Catechismus stelt bij allerlei thema’s keer op keer de vraag wat voor nut dit voor ons heeft. Wie in die traditie is opgegroeid, kreeg daardoor als vanzelf een heel bevindelijke en praktisch toegespitste geloofsbeleving mee. De vragen en vreugden van het hart liggen in die traditie altijd op de voorgrond. Uiteraard moet veel van die traditie uit de enghartigheid worden bevrijd, maar als dat gebeurt ligt er veel goud voor het oprapen dat in pasmunt kan worden uitgedeeld aan zoekers vandaag. Mijn indruk is dat zij in elk geval op zoek zijn naar ontmoetingen met God, waarin hun hart beroerd wordt. Er is weer ruimte voor het mysterie en wanneer mensen ervaren dat hun hart wordt aangeraakt, overtuigt dat ze waarschijnlijk meer dan een apologie. Hoe dan ook: een goede missionaire preek is op het hart gericht, legt daar verkeerde neigingen en overleggingen bloot, maar heelt ook wonden met de zalving van Gods Geest. Juist de bevindelijk gereformeerde traditie biedt hier grote kansen.”Centraal Weekblad
Het ene na het andere onderzoek over ”God in Nederland” verschijnt. In het Centraal Weekblad (opinieblad binnen de Protestantse Kerk) wijst de redactie op een merkwaardige tegenstrijdigheid in de huidige samenleving.
„Aan de ene kant vraagt de samenleving -om met Gerard Dekker te spreken- om je als christen helder en duidelijk te legitimeren waarvoor je staat. Aan de andere kant is de samenleving allergisch voor het ”CU-effect” rond triviale zaken als de ambtenaar van de burgerlijke stand en reclameborden. Heldere en radicale keuzes zijn soms nodig. Als ze maar ingebed zijn in een groter betekenisvol verhaal. Een verhaal dat de zielloze samenleving aanspreekt omdat het getuigt van lef, visie en verantwoordelijkheidsgevoel. Een verhaal zoals bijvoorbeeld verwoord door YfC-jongerenwerker Daniël de Wolf. In het boek ”Jezus in de Millinx, woorden en daden in een Rotterdamse achterstandswijk” vertelt hij hoe hij vijf jaar geleden betrokken was bij de oprichting van een jongerencentrum The Mall in de Millinxbuurt.
Inmiddels draait de Mall in vijftien grote steden, waarbij de plaatselijke bevolking en overheid groot respect heeft voor de eigentijdse aanpak. Geen zieltjes winnen, maar net als Jezus echt vriendschap sluiten met het uitschot van de samenleving: slikkers, snuivers, delinquenten. ”Service evangelism” wordt het ook wel genoemd. Net zo weerbarstig en tegendraads als Jezus in zijn contacten met hoeren en tollenaars.
Iedere kerk die zichzelf erop betrapt dat het weer teveel gaat over de kleur van de kleedjes, kan hier zijn inspiratie uit halen. Inspiratie om als zichtbare kerk voluit present te zijn in de eigen buurt en in het leven van mensen. In die weerbarstige wisselwerking kom je vanzelf op de woorden die er toe doen en laten zien waar je voor staat.”
Om Sions Wil
„Het huwelijk is een eerbare zaak”, schrijft de apostel Paulus. Maar ook „onder ons” gaat het op dit punt niet goed, signaleert ds. H. Zweistra uit Elspeet in Om Sions Wil (pastoraal blad voor de gereformeerde gezindte).
„In het huwelijksformulier wordt benadrukt dat de Heere de getrouwden wil zegenen, en hen wil bijstaan, gelijk Hij beloofd heeft, daarentegen de hoereerders en overspelers wil Hij oordelen en straffen. Het huwelijk is een eerbare zaak. Wij moeten daar ook niet aan tornen. De getrouwden wil de Heere zegenen en Hij belooft ze bij te staan. Wat Hij belooft, komt de Heere na. Hij staat er niet bij en Hij kijkt er naar als er zorgen en moeiten zijn. Hij is er metterdaad bij. Hij geeft steun en bemoedigt.
Het huwelijk vraagt trouw. Niet voor niets wordt er gesproken over ge-trouw-den! Vanzelfsprekend! Toch is dat niet zo vanzelfsprekend. De ontrouw is sedert de val vanzelfsprekender. Vele getrouwde mannen en vrouwen vertrappen de trouw. We moeten onze ogen daarvoor niet sluiten. De cijfers van onderzoeken liegen er niet om. De zonden op het terrein van het zevende gebod zijn legio. Niet alleen in de wereld. Ook onder ons. Als het in de wereld regent, drupt het bij ons. ”Hoereren en overspel bedrijven” gebeurt op grote schaal. Niet alleen mannen vallen in deze afschuwelijke zonde, ook vrouwen.
Hoe kon het zover komen? Hoe kan een man of vrouw de trouw verlaten? Het is bepaald niet eenvoudig om deze vraag in het kort te beantwoorden. Allereerst wil ik opmerken dat we de schuld niet alleen bij de man of de vrouw moeten neerleggen die in de schoot der zonde is weggezonken. Dat is veel te oppervlakkig en te ongenuanceerd gedacht. Beiden hebben schuld! Daar wil vaak de in-de-steek-gelatene niet van weten. „Ik heb toch altijd hard gewerkt of ik heb toch altijd goed voor de kinderen gezorgd enz. enz.” De teleurgestelden spreken wellicht geen onwaarheid. Het waren veelal hard werkende mannen en ijverige vrouwen. Daarom zitten die mannen en die vrouwen vaak met een massa vragen. Ze begrijpen er helemaal niets van.
Naar mijn diepste overtuiging is één van de oorzaken dat de man of de vrouw over de grens van het huwelijk heengaat het niet volwassen communiceren over de seksualiteit. De seksualiteit is niet op een volwassen wijze geïntegreerd in de huwelijksrelatie. Puberaal gaat men met dit tere levensgebied om. Ik ben het met W. Aalders (”De tijdgeest weerstaan”, blz. 58-111) en J. van Bruggen eens dat de seksualiteit puur in de sfeer van het genot getrokken is. Het lichaam van de ander is middel geworden om eigen zinnen te bevredigen. De commercie heeft zich over het lichaam ontfermd. Trouw dreigt van de aarde te verdwijnen. De waarde van de man of vrouw wordt bepaald door de prikkels die van hem of haar uitgaan. In de persoon zelf stelt men nauwelijks belang.
Het leven van velen draait om luchtige en vluchtige contacten. Door radio, tv, video wordt het denken en het emotionele leven van vele jongeren en ouderen radicaal vervuild. In deze volstrekt verseksualiseerde sfeer ademen ook onze gedoopte jongeren en belijdende lidmaten. We moeten ons hoofd niet in het zand stoppen. De duivel weet dat hij met dit terrein bij voorbaat iedereen op zijn hand heeft.”