Gierzwaluwen passen de vorm van hun vleugels tijdens de vlucht voortdurend aan aan de omstandigheden. Daardoor verbeteren zij hun vliegprestatie met een factor(3. De vogels leggen in hun leven een afstand af van honderdmaal de wereldbol rond, ofwel ruim 4,5 miljoen kilometer, aldus de onderzoekers.Gierzwaluwen zijn niet verwant aan boeren- of huiszwaluwen, maar familie van de kolibrie. De vogels blijven hun hele leven in de lucht en slapen en paren zelfs vliegend. Al vliegend consumeren ze dagelijks ongeveer 20.000 insecten. De beesten kunnen een topsnelheid van ruim 100 kilometer per uur bereiken.

Omdat gierzwaluwen zo efficiënt met hun energie omgaan, bestaat er met name in de luchtvaarttechniek al geruime tijd belangstelling voor het vlieggedrag van de dieren. Het gezamenlijke rapport dat vandaag in het wetenschappelijke tijdschrift Nature werd gepubliceerd, is het eerste grote onderzoek naar de vlucht van de zwaluwen.

De onderzoekers gebruikten vleugels van dode zwaluwen om in windtunnels te meten wat er gebeurde bij belasting door luchtverplaatsing. De uitkomsten vergeleken zij met waarnemingen in de natuur. Gebleken is dat de vogels ruim 60 procent verder kunnen vliegen door hun vleugels maximaal te strekken. Dat houden ze dan ook twee keer langer vol. Harder vliegen doen ze juist door de vleugels schuin naar achteren te richten.

Opmerkelijk is dat de NASA in 2003 al een vliegtuigje ontwierp dat op vergelijkbare wijze de vleugels kan bewegen, aldus de Nederlandse en Zweedse onderzoekers.