„Colombia gebruikt gedemobiliseerde paramilitairen”
AMSTERDAM - Nederland en de Europese Unie zien toe op het vredesproces in Colombia. Er wordt veel geld gestopt in collectieve en individuele demobilisatie. Toch heeft pacificatie van Colombia averechtse effecten. Dit vindt Gloria Cuartas, mensenrechtenactivist en voormalig burgemeester van de vredesgemeenschap San José de Apartado. „De regering mobiliseert gedemobiliseerde paramilitairen.”
Gloria Cuartas (46), klein en strijdbaar. Een glorieus stemvolume. Ongewenst persoon in eigen land. Herhaaldelijk krijgt ze te maken met doodsbedreigingen. Op het antwoordapparaat thuis is het geluid van mitrailleurgeratel niet ongewoon. Anonieme stemmen: „Ga het land uit of we vermoorden je.”Dezer dagen is Cuartas in Nederland, op uitnodiging van de mensenrechtenorganisatie Amnesty International. Ze sprak met CDA-kamerlid Ferrier over Colombia en deed hetzelfde met de Barendrechtse burgemeester Van Belzen.
Gloria Cuartas was van 1995-1997 burgemeester van de vredesgemeenschap San José de Apartado, in de gemeente Apartado, een gebied van pakweg 100.000 inwoners in het departement Antioquia, vlakbij de grens met Panama. De vredesgemeenschap werd opgericht door burgers die zowel gewapende paramilitairen als guerrilla’s buiten het langlopende Colombiaanse conflict wilden houden. Gloria Cuartas was hun eerste burgemeester.
Onlangs zijn inwoners van de vredesgemeenschap opnieuw bedreigd door paramilitairen, gesteund door het leger. Zij eisten informatie over de leiders en individuen die in de gemeenschap werkzaam zijn. De gemeenschap ligt in een strategisch gebied dat rijk is aan olie, steenkool en bananen (Chiquita). Drugshandelaars zijn er actief, net als groepen paramilitairen en de FARC-guerrilla.
Belang
De collectieve demobilisatie van paramilitairen in Apartado hapert. Cuartas: „Paramilitaire groepen zetten hun operaties door en doen dat onder de naam Renacer (Wedergeboorte). Renacer valt onder de paramilitaire parapluorganisatie Agilas Negras. Agilas Negras is de nieuwe algemene paramilitaire organisatie. Vroeger had je kleine groeperingen (bloques) en die heb je nu niet meer. De regering bagatelliseert Agilas Negras en ontkent dat er sprake is van paramilitairen.”
In de optiek van Cuartas heeft de Colombiaanse regering daar belang bij. „Nederland en andere landen steunen het demobilisatieproces met geld. De Colombiaanse regering moet natuurlijk doen voorkomen alsof de demobilisatie naar wens verloopt. Anders loopt ze fondsen mis. Sinds 2002 hebben inderdaad 34.500 paramilitairen in het proces van collectieve demobilisatie de wapens neergelegd.
Nu stelt de Colombiaanse regering dat 5000 paramilitairen de wapens opnieuw hebben opgepakt. De Organisatie van Amerikaanse Staten (OAS) die toeziet op de demobilisatie, spreekt eveneens van 5000. Maar mensenrechtenorganisaties hebben het over 20.000 nieuwe gewapenden. De paraco’s (paramilitairen) stijgen zelfs in waarde. In de hoofdstad Bogota moet je tegenwoordig 1,2 miljoen peso (ca. 430 euro) neertellen om een paraco in te huren. Voorheen was dat de helft minder.”
Cuartas heeft twijfels over het toezicht van de OAS op de demobilisatie. „Waarom heeft de OAS ook het internationale toezicht gehouden op de presidentsverkiezingen van 2002, die Uribe aan de macht bracht? We weten dat toen gekozen parlementariërs banden hadden met paramilitairen en drugshandelaren. Diezelfde congresleden die toen zijn gekozen, zijn degenen die de wetten in ons land maken. En zij maakten ook de wet ”Justicia y Paz” (Vrede en Recht). Dus zij stelden een wet op die hun eigenlijk goed uitkwam. Voordat Uribe in 2002 president werd, had hij een akkoord gesloten met de paramilitairen. Want die vormen de economische en politieke machtsfactor in het land.”
Vakantieperiode
Cuartas hekelt de inspanningen van de Colombiaanse bemiddelaar Carlos Restrepo. „Via de media probeert hij de bevolking gerust te stellen en te sussen om op die manier een sfeer van veiligheid te creëren. Zo worden er bijvoorbeeld in de vakantieperiode bepaalde wegen beveiligd, zodat Colombianen ongestoord naar de kust kunnen rijden. Zowel in de steden als op het platteland kunnen gedemobiliseerde paramilitairen een bedrijfje beginnen. In de stad als kapper, op het platteland bij het bosbeheer. In werkelijkheid zijn zij de nieuwe informanten van de regering. Op die manier gebruikt de regering gedemobiliseerde paramilitairen voor het opbouwen van een nieuw net van informatievoorziening, uiteindelijk om te achterhalen wie de guerrilla’s helpen.”
Gloria Cuartas maakt zich zorgen over de „nieuwe sociale orde”, waarmee de regering gedemobiliseerde paramilitairen voor haar karretje spant. „Uiteindelijk is die bedoeld om een economisch model op te leggen. Het paramilitarisme is behalve een gewapende macht ook een ideologie. Het verdedigt de regering, het economisch model en de buitenlandse investeerders zoals Shell en Coca-Cola. De Nederlandse consument moet zich goed realiseren of hij ”schone” producten koopt die afkomstig zijn uit een regio waar mensenrechten worden gerespecteerd.”