„We zoeken voortdurend de grenzen van de wet”
WERKENDAM - „Zondigen is in de grond van de zaak de wet wegduwen. Wij hebben problemen met de wet. God weet dat wij voortdurend bezig zijn met het opzoeken van de grenzen. Maar er is niets mis met de wet, ook al belemmert ze ons in onze vrijheden.”
De christelijke gereformeerde emeritus predikant ds. P. den Butter opende met deze woorden zaterdag de jaarlijkse ontmoetingsdag van Bewaar het Pand in Werkendam. Het thema van de dag was: ”Gods wet”.„Jezus heeft de wet vervuld. Stel dat Hij aan zonden, hoe klein ook, had toegegeven. Dan was alles voor niets geweest. Maar Jezus heeft de wet niet slechts vervuld in dadelijke gehoorzaamheid, maar ook in lijdelijke gehoorzaamheid. Daarom heeft Hij alles voldaan.”
Emeritus predikant ds. P. Roos merkte op dat in Romeinen 3:27 wordt gesproken over de „wet des geloofs.” Aan de hand van dit tekstfragment keerde hij zich vooral tegen het zogenaamde neonomianisme. Daarin wordt de mens gedwongen om te geloven. John Wesley was volgens hem iemand die in zijn preken sterk de nadruk legde op de plicht om te geloven, en wel direct en dwingend. „Gij zult geloven.”
Ds. Roos hekelde dwang in de prediking. Zo ontstaat er volgens hem ook een morele dwang om aan het Heilig Avondmaal te gaan. „Vaak wordt ervan uit gegaan dat je het toch wel kunt. Je moet niet in jezelf blijven graven.”
De emeritus predikant vraagt zich af of er in de tekst werkelijk sprake is van een dwingende eis. Dat is volgens hem in tegenstelling met Romeinen 3:11. „Er is niemand die God zoekt. Waarom verdoemt de wet de mens? Omdat de mens de wet niet kan houden. Goddelozen worden gerechtvaardigd, dus niet gelovigen.”
„Hebben wij ook niet iets van dat neonomianisme in ons leven?” zo vroeg ds. Roos zich af. „Stellen ook wij geen voorwaarden? Toen het bevel van bekering tot ons kwam, hebben we toen ook niet zaken aangevoerd als: Is mijn ernst wel genoeg? Je kunt toch niet zomaar geloven? Het neonomianisme komt ook ook bij ons wel voor. Als dat zo is, moeten we buigen onder het bevel van geloof en bekering. Ongeloof is een machtige zonde. Christus is bij machte om u dat geloof te schenken.”
Ds. J. M. J. Kieviet uit Dordrecht belichtte in de middagbijeenkomst een ander aspect van het thema van de dag: het antinomianisme. Dat deed hij aan de hand van Kolossenzen 3: „Indien gij dan met Christus opgewekt zijt, zo zoekt de dingen die boven zijn, waar Christus is.”
„Geweldig dat tot de gemeente wordt gezegd dat ze met Christus opgewekt is”, aldus ds. Kieviet. „Daar houdt het echter niet bij op. Paulus zegt hier niet: Nu is het goed, de zaligheid is onverliesbaar. Nee, ze krijgen een opdracht: Zoekt de dingen die boven zijn.
Het zou een schande zijn wanneer genade een vrijbrief zou zijn om niet toegewijd te leven. In Zijn wet heeft Hij Zijn wil geopenbaard. Die wet van God heb ik lief, ondanks dat die wet mij veroordeelt. De strijd tussen vlees en geest zal er altijd zijn: de zonden haten die ik heimelijk weet te zoeken, die mijn vlees strelen.”
Het slotwoord van ds. K. Visser uit Barendrecht was gekozen uit Hooglied 4:16. „Hier spreekt het verlangen van Gods kerk, de hof, naar de Bruidegom, de Liefste. Wat is het geweldig als je in Gods huis mag verkeren en mag horen dat het toch nog kan”, aldus ds. Visser.
De predikant sprak zijn zorg uit over hoe die hof erbij staat. „Neemt de wereldgelijkvormigheid niet toe, ook in onze gemeenten? Maar wanneer we de nood beleven, geeft God ook inzicht in de therapie.”