„Identiteit kerk handhaven door gesprek”
AMERSFOORT - „Het verlangen naar zuiverheid van de kerk leidt gemakkelijk op doperse zijwegen. De kerken van de Afscheiding zijn daar niet helemaal aan ontkomen. Na een eeuw van repeterende breuken is het goed weer katholiek te leren denken”, stelde P. A. Bergwerff, hoofdredacteur van het Nederlands Dagblad, woensdagavond in Amersfoort.
Zijn lezing over ”Het einde van de Afscheiding” was de derde van de serie ND/VU-lezingen over de kerk in Nederland.„De kerk die God niet tracht te vangen in een bepaald systeem, zal tot bloei komen”, aldus Bergwerff. Hij vroeg zich dan ook af of er toch niet een licht waarheidselement zat in Kuypers leer van de pluriformiteit van de kerk. „In de kerkelijke diversiteit zou zich iets kunnen weerspiegelen van de grootsheid van de schepping. Waarom zouden we die verscheidenheid niet meer honoreren? Naast diensten voor de hele gemeente zouden er ook categorale diensten kunnen zijn, die passen bij de specifieke oriëntatie van mensen en meer aansluiten bij hun karakter.”
Volgens Bergwerff wordt de Afscheiding vandaag door de nazaten ervan nauwelijks meer relevant gevonden. Kerkelijke identiteiten ervaart men niet meer als scheidingmakend. „Sterke evangelische invloeden werken door in de gereformeerde gezindte, tot in de Gereformeerde Gemeenten toe. Daardoor komt een zwaar accent te liggen op beleving, individualiteit en informaliteit. Deze belevingsoecumene, de oecumene van het hart, is echter moeilijk om te zetten in kerkelijke eenheid. Kerkelijke grenzen vindt men gewoon niet meer van belang.”
Bavinck
In zijn lezing vroeg de ND-hoofdredacteur aandacht voor H. Bavincks rectorale oratie uit 1888 over de katholiciteit van christendom en kerk. Bavinck noemde het een zegen van de Reformatie dat zij uiteen liet gaan wat wezenlijk niet bij elkaar hoorde.
Maar de kerken van de Reformatie hebben zichzelf nooit als de enige zaligmakende kerk gezien. Men onderscheidde tussen fundamentele en niet-fundamentele geloofsstukken. Bavinck was zich bewust van de separatistische invloeden onder de afgescheidenen. Volgens historicus G. Puchinger was deze rede voor hem een ”cri de coeur”, bedoeld als medicijn voor de bekrompenheid in eigen kring.
Bergwerff wees zijn gehoor ook op de artikelen die de hervormde K. H. Miskotte in 1934 schreef over de Afscheiding. Miskotte was duidelijk overtuigd van het geestelijk gelijk van de Afscheiding. Die beweging streed voor het exclusieve recht van Gods Woord en bracht het wezenlijke van het Evangelie weer aan de dag. Toch wees hij de Afscheiding af.
Ds. H. P. Scholte was volgens Miskotte een agressieve dweper, die strategisch op een nieuwe kerk aanstuurde. De vele conflicten in afgescheiden kring waren volgens hem het gevolg van de invloed van de Nadere Reformatie met haar scheve voorstelling van de predestinatie. Men ging een kerkje binnen de kerk vormen op basis van de vraag wie uitverkoren was.
Zuiverheid
Tijdens de discussie werd aandacht gevraagd voor het feit dat er ook in de eerste eeuwen al verdeeldheid bestond. De kerk moest immers de waarheid bewaren. Hoe moeten we oordelen over de pluraliteit van de Protestantse Kerk in Nederland (PKN)? In hoeverre is er nog verschil tussen de opstelling van Bergwerff en die van dr. B. Plaisier, de scriba van de PKN, die de eerste lezing in de serie had gehouden?
De ND-hoofdredacteur wees erop dat ook Bavinck vond dat er grenzen waren als het ging om de zuiverheid van de kerk. Maar hij blijft daarover in het vage. Volgens Bergwerff moet de identiteit van de kerk zo krachtig zijn, dat datgene wat daar niet mee strookt, zichzelf uitzuivert. „Door middel van een aanhoudend gesprek moeten we pogen om verder te komen.”
Hij is bereid daarin heel lankmoedig te zijn, zo zei hij. Qua gezindheid zit hij daarmee op dezelfde lijn als dr. Plaisier. Hij was ervan overtuigd geraakt dat het hanteren van strikt juridische maatregelen teneinde de kerk zuiver te houden, vaak het tegendeel uitwerkt. Ook vanuit het gezichtspunt van de christelijke liefde is de weg van het gesprek verkieslijker, aldus Bergwerff.
Desgevraagd verklaarde Bergwerff dat hij het altijd bijzonder jammer heeft gevonden dat in de zogenoemde kleine oecumene de bevindelijk gereformeerden afwezig zijn. Maar, zei hij, dat is vaak hun eigen keuze. Sommige christelijke gereformeerde kerken houden zich bewust afzijdig van de contacten met de vrijgemaakten en de Nederlands gereformeerden en dat geldt ook van de Gereformeerde Gemeenten.
Toch is daar langzamerhand wel wat aan het veranderen. „De gereformeerde bevindelijkheid heeft mijn hart”, aldus Bergwerff. „Maar ik ben wars van een systeemdenken.”