Dat zegt de ontwikkelingsorganisatie Oxfam Novib in een rapport dat dinsdag naar buiten is gebracht.Het rapport refereert aan 25 bilaterale en regionale verdragen die ontwikkelingslanden met ontwikkelde landen hebben gesloten. Deze verdragen komen tot stand buiten de Wereldhandelsorganisatie (WTO) om, het podium waar alle landen tezamen over een vrijere handel onderhandelen.

De multilaterale aanpak die de WTO voorstaat, wordt ondermijnd als er meer regionale en bilaterale verdragen komen, stelt Oxfam Novib. Rijke landen gebruiken zulke handelsovereenkomsten „om concessies te winnen die zij niet van de Wereldhandelsorganisatie krijgen.”

Volgens Oxfam Novib gaan de bilaterale verdragen onder meer gepaard met strengere regels voor intellectueel eigendom. Het gevolg daarvan is dat arme mensen geen toegang hebben tot betaalbare medicijnen. In Peru bijvoorbeeld dreigen 900.000 mensen toegang tot medicijnen te verliezen door een handelsovereenkomst tussen dat land en de Verenigde Staten.

De opstellers van het rapport zeggen verder dat de „harde liberalisatie van in- en uitvoertarieven” het bestaan van boeren bedreigt en de eigen toekomstige economische ontwikkeling hindert. Een EU-verdrag met West-Afrika dat nog in de maak is, zal daar leiden tot een flinke stijging van import van goederen, zoals aardappelen. „Dit zal vernietigende gevolgen hebben voor de lokale plattelandssector”, aldus het rapport.

Op dit moment zijn er nog meer handelsovereenkomsten tussen ontwikkelingslanden en rijkere landen in de maak. Oxfam Novib wil dat in alle handelsafspraken wordt erkend dat ontwikkelingslanden een speciale behandeling nodig hebben. In totaal bestaan er 250 regionale handelsakkoorden die meer dan 30 procent van de wereldhandel beslaan, zo staat in het rapport.