„Mohammed voor moslim heiliger dan Allah”
LEIDEN - Kritiek uitoefenen op Allah ligt voor een moslim gevoelig. Maar kritiek hebben op de profeet Mohammed is gewoonweg onbestaanbaar. „De profeet is het heiligste dat een moslim kent”, zegt de Deense hoogleraar prof. dr. Tim Jensen. En: „Wetenschappers moeten bedenken dat er andere middelen zijn om moslims toleranter te maken dan opzettelijke belediging.”
Prof. Jensen was deze week twee dagen in Leiden. Daar woonde hij een internationaal symposium bij over de relatie tussen academische vrijheid en godsdienstvrijheid. De godsdienstwetenschapper doceert aan de Universiteit van Zuid-Denemarken, in Odense.Internationale bekendheid kreeg hij vorig jaar, na de Deense cartooncrisis. Nauw betrokken was hij bij de discussie over de opschudding die in de islamitische wereld ontstond over twaalf tekeningen en spotprenten van Mohammed in de Deense krant Jyllands-Posten. Kranten in verschillende Europese landen namen daarop de prenten over, om te tonen waar het om ging. Bovendien zagen veel media de publicatie van de spotprenten als een reactie op alle protesten van moslimzijde, die werden beschouwd als een aanval op de persvrijheid.
Islamofobie
De Deense hoogleraar plaatst de publicatie van de cartoons in het grotere kader van het culturele en politieke klimaat van Denemarken. „De Deense regering stond niet bepaald te trappelen om vluchtelingen toe te laten en wilde de grenzen voor hen sluiten. In brede kringen was sprake van islamofobie. De situatie was dus al bij voorbaat gespannen.”
De Deense krant liet weten de cartoons te publiceren om zo te prikkelen, maar zou niet de intentie hebben gehad om moslims te beledigen. Desondanks reageerden moslims furieus. Dat in de Deense cartoonkwestie de vrijheid van meningsuiting in het geding was, vindt Jensen echter onzin. „Na de aanslagen in Amerika waren in de Deense media al scherpe opmerkingen richting de islam geuit. Ze zou een kanker in de maatschappij zijn of leiden tot een nieuw fascisme in het land. Media hielden zich bepaald niet in als het ging om hun kritiek op de islam.”
Een van de motieven om de cartoons te publiceren, was volgens Jensen de gedachte dat je „om iemand uit te dagen in zijn denken, je hem ook persoonlijk moet prikkelen.” Daar lag een flink risico, verdisconteert Jensen. „De publicisten wisten dat de cartoons beledigend zouden zijn, maar zij wisten absoluut niet wat voor sneeuwbaleffect dit zou hebben op de hele wereld. Zij beschouwden de cartoons als alleen bestemd voor de vijf miljoen Denen. Zij realiseerden zich echter niet dat hun landje deel uitmaakt van de wereldgemeenschap.”
Imams uit Denemarken, die al gefrustreerd waren over de als anti-islamitisch beschouwde politiek van de regering, gingen na publicatie van de cartoons direct naar het Midden-Oosten en vertelden wat er gebeurd was. „Zij beschouwden de cartoons als een bewuste daad van provocatie.”
Toen ging de sneeuwbal rollen. „Het was inderdaad een minderheid van de moslims in het Midden-Oosten die protesteerde. Dat geldt ook voor Denemarken. Maar de meesten hebben de publicatie echter wel degelijk gezien als een aanval op hun minderheidspositie. De sfeer was gelijkwaardig aan de tijd vlak na de aanslagen in de VS, toen de islam het ook flink te verduren kreeg.”
Kent de islam sowieso een verbod om afbeelingen van Mohammed te maken?
„Daarover verschillen onderzoekers van mening. Er zijn afbeeldingen van Mohammed bekend, waarbij het wel een discussiepunt is of zij ook door niet-moslims vervaardigd mogen worden. Maar de kern van het Deense cartoonconflict is dat de cartoons een karikatuur scheppen van Mohammed. Als je de profeet belachelijk maakt, bega je een van de ergste overtredingen. Voor de moslim is Mohammed een dierbare Vader, kenmerk van mannelijkheid, liefde en vriendelijkheid.”
Waarom mag in het Westen Jezus wel openlijk worden gekritiseerd, maar Mohammed niet?
„Dat eerste is nog maar de vraag. Enkele jaren stond in Denemarken een bepaald merk schoenen te koop waarvan op de zolen de naam van Jezus stond. Bij elk stap trapte je op Jezus, zo was de achterliggende gedachte. Christenen in Denemarken protesteerden openlijk en riepen op tot boycot van de schoenen. Het verschil is natuurlijk dat zij niet opriepen tot moord, zoals de demonstranten tegen de cartoons deden, maar dat doet 80 procent van de moslimgemeenschap ook niet. De meeste moslims zijn het helemaal niet eens met het doden van zogenoemde ”ongelovigen”, ook niet wanneer dezen van de islam zijn overgegaan naar een andere religie.”
Jensen benadrukt dat aan de vrijheid van meningsuiting grenzen zijn verbonden. „We zijn nu met de neus op de feiten gedrukt. Maar die grenzen aan de vrijheid van meningsuiting waren er altijd al. Want ook in Denemarken kennen we een wet op de godslastering. Als je kritiek hebt op de islam kun je er beter voor proberen te zorgen dat de islam toleranter wordt. Ik kan als wetenschapper de koran of de Bijbel op een scherpe en ridicule manier bekritiseren, zodat ik aanstoot geef aan gelovigen. Maar wat win ik daarmee? Waarom zou je de islam kritiseren op een beledigende manier, en hiermee op de tenen van anderen gaan staan? Ik zou zeggen: Stop provocaties die niet leiden tot het doel dat je wilt bereiken. Feit is nu eenmaal dat moslims en christenen leven in een multireligieuze en multiculturele samenleving. Het enige alternatief van tolerantie is oorlog. En de cartoonkwestie heeft duidelijk gemaakt dat dit gevaar reëel is.”