Beeldenstorm tegen eenzijdig godsbeeld
Ook voor christenen zijn er momenten en situaties waarin het gebed om wraak gerechtvaardigd is. Dr. J. Hoek stelde dit dinsdag in Doorn op de tweede dag van de studieweek van de Gereformeerde Bond voor theologiestudenten. Hij hield een lezing over ”Preken over een wraakpsalm - Psalm 137”. „Maar daarbij gaat het nooit om persoonlijke gekrenktheid en mogen al te menselijke sentimenten van haat en wraak geen rol spelen”, voegde hij er direct aan toe.
Hoewel dr. Hoek zelf nog nooit over Psalm 137 preekte, pleitte de predikant ervoor de wraakpsalmen niet te laten liggen in de prediking. „Preken over wraakpsalmen en andere bijbelgedeelten waarin de toorn van God, de jaloersheid en Zijn heilige liefdesijver aan de orde komen, zijn juist in onze tijd van groot belang om telkens weer aan verantwoorde beeldbemiddeling ten aanzien van de levende God te doen en daarmee beeldenstormen uit te oefenen tegenover eenzijdige en daarom valse godsbeelden.”
Het gaat bij toorn en wraak niet om randverschijnselen in het bijbelse getuigenis, zei dr. Hoek, „maar wel degelijk om een hoofdlijn.” Velen willen dit volgens hem ontkennen. „Maar wanneer Gods liefde niet meer als heilige liefde wordt gezien, wordt er het authentieke karakter aan ontnomen.”
Dat schaduwkanten van Gods openbaring te weinig aan bod komen in de verkondiging en mede daardoor ook te weinig weerklank vinden in de geloofsbeleving binnen de gemeente, noemde dr. Hoek als een van de redenen om wel over een wraakpsalm te preken. Een en ander dient zorgvuldig te gebeuren, aldus dr. Hoek, opleidingscoördinator van de opleiding godsdienst pastoraal werk aan de Christelijke Hogeschool Ede. „Op pastoraal doordachte wijze moeten allerlei misverstanden rond woorden als ”wraak” en ”toorn” worden rechtgezet. Het moet in ons spreken duidelijk doorklinken dat de Heere traag is tot toorn en dat wij als gelovigen dan ook geroepen zijn tot vergevingsgezindheid.”
Hij stelde voorop dat bij het preken over een tekst of tekstgedeelte uit de Psalmen de gehele tekst moet meeklinken. „Pas vanuit het geheel van Psalm 137 komen de harde en bittere woorden van de verzen 7 en 8 op hun plaats te staan.” In een preek over Psalm 137 zal het eerst moeten gaan om het positieve, de liefde tot Sion. „Vanuit dat positieve kan er licht vallen over de negatief geladen vloekwoorden aan het slot van de psalm als een schreeuw om recht vanuit de diepte van de verdrukking.”
Met het tweede deel van de psalm, waarin het onder andere gaat over het tegen de rotsen gooien van kinderen, blijken velen moeite te hebben. Dr. Hoek stelde daartegenover dat het beeld past binnen de oorlogsmethoden van die tijd. „In onze tijd zijn de oorlogsmethoden niet veel barmhartiger, bijvoorbeeld het uitwerpen van bommen boven grote steden.”
In reactie op diverse commentaren stelde de predikant „dat het ons ook niet geheel bevredigt wanneer de woorden van Psalm 137 worden gezien als getuigenissen van een voor nieuwtestamentische christenen achterhaald stadium of zelfs als waarschuwing hoe het in ons emotioneel reageren pertinent niet moet.”
Een andere benadering is mogelijk, aldus ds. Hoek, die zich op dit punt aansloot bij een boek van ds. W. Chr. Hovius over moeilijke Psalmen. „De Schrift spreekt inderdaad van liefde ook voor de vijanden. Maar tegelijkertijd is er een haat tegenover alles wat tegen God indruist.”
Woorden van vloek voor de hardnekkige vijanden van God en Zijn volk komen niet alleen in het Oude Testament voor, maar ook in het Nieuwe. Dr. Hoek wees op Openbaring 6, de roep om wraak van de zielen onder het altaar. „Het wraakgebed is niet door het Nieuwe Testament achterhaald.” Daar voegde hij aan toe dat prof. dr. H. G. L. Peels, hoogleraar Oude Testament aan de Theologische Universiteit van de Christelijke Gereformeerde Kerken, wel een heilshistorische verandering ziet optreden. „Omdat het gericht Gods in Christus principieel al is voltrokken, verandert dit de dringende, acute bede om Gods straffend ingrijpen zoals die in het Oude Testament klonk. De zekerheid dat Hij is opgestaan, brengt extra tolerantie mee.”
Bij die verandering hoort dat in het Nieuwe Testament de individuele verantwoordelijkheid sterker naar voren komt. In het Oude Testament is de collectieve verbondenheid sterker. Dr. Hoek zei dit in reactie op een vraag van een student die er moeite mee heeft dat in de psalm kinderen worden gestraft. „Zo letterlijk als het in Psalm 137 staat, zou het in het Nieuwe Testament niet voorkomen.”