„Kerk moet meer zichtbaar zijn”
EDE - De kerk moet meer zichtbaar zijn in de samenleving, vindt ChristenUniesenator Van Middelkoop. Een middel om dat te bereiken, is een uniform voor diakenen.
Van Middelkoop sprak zaterdag tijdens de Luisterend dienendag in kerkelijk centrum Emmaüs te Ede. Luisterend Dienen is het diaconale programma van Kerkinactie, dat zich richt op hervormde gemeenten die zich rekenen tot de Gereformeerde Bond. Het thema van de dag was ”Armoede in beeld”.Van Middelkoop sprak voor de diakenen over armoede en de rol van kerk en overheid in het armoedeprobleem. Hij vindt dat de kerken te gemakkelijk denken dat de staat wel voor de armen zorgt. Misschien is de bevrijdingstheologie, die opkomt voor armen wereldwijd, er wel debet aan, veronderstelde de senator. „Christenen zijn misschien iets te veel op het socialistische spoor gaan zitten om veel over te hebben voor de mensheid en minder voor de mensen.”
Antenne
Van Middelkoop zei dat de kerk is verburgerlijkt en een middenklassenkerk is geworden. Dat is op zich niet erg, vindt hij, maar er ligt een grote schuld, omdat de kerk de armen zomaar heeft laten vertrekken. „Streven naar succes kan ertoe leiden dat je de antennes kwijtraakt voor mensen die het minder hebben.”
Het is voor Van Middelkoop een eis dat de kerken zich bezighouden met armoede. Hij citeerde een gedeelte uit de Lofzang van Maria, waar het gaat over hongerigen die Jezus met goederen heeft vervuld en rijken die Hij ledig heengezonden heeft. Ook de wetten van Mozes zijn sociaal, maar niet charitatief. Ze gaan over de noodzaak om de zelfstandigheid te behouden en over het teruggeven van de productiemiddelen, bijvoorbeeld in het jubeljaar.
Het Eerste Kamerlid meent dat in de sociale ethiek van het Oude en het Nieuwe Testament iets liberaals zit. „De overheid moet uitgaan van de eigen verantwoordelijkheid van de mensen.” Daarnaast is de overheid er voor degenen die het echt niet redden. Hij ziet voor de kerk een taak om, nu het tij gunstig is, meer naar buiten te treden, wat in het verleden te veel verwaarloosd zou zijn.
Van Middelkoop pleitte niet alleen voor uniformen voor diakenen, maar ook voor het ontwikkelen van gevoeligheid voor het opsporen van armoede.
Diakenen zouden verder maatschappelijke makelaars moeten worden, die de juiste kanalen weten te vinden om armen te helpen. Dan gaat het niet zozeer om het geven van geld, want vergeleken met dat van de overheid is het geld dat de kerk geeft maar een druppel op een gloeiende plaat. De diakenen moeten actief verwijzen naar de juiste instanties en ze kunnen helpen met het invullen van formulieren, waar nogal wat armen geen raad mee weten.
Tegenzin
Tijdens een workshop, waarin de diakenen met Van Middelkoop over de lezing verder spraken, werd duidelijk dat armoede ook te maken kan hebben met de toenemende complexiteit van de samenleving. „Het kan betekenen”, zei Van Middelkoop, „dat diakenen soms dingen tegen hun zin moeten doen, zoals het invullen van formulieren. Maar het moet wel gebeuren.”
De senator vindt niet dat uitkeringen te laag zijn, wel dat er meer maatwerk moet komen voor schrijnende gevallen. Hij herkent het probleem van de nieuwe armoede: mensen die makkelijk geld lenen en zich diep in de schulden steken. „Het is een maatschappelijke verantwoordelijkheid van energiebedrijven en andere leveranciers om te voorkomen dat de schulden te hoog oplopen en dat mensen in zo’n situatie terechtkomen.”
Diaconaal consulent Jan de Kluijver zei tijdens een intermezzo dat de kerk de armen en de armoede lang niet altijd in beeld heeft. „Gemeenteleden moeten meer in gesprek komen met de armen. De diaconie kan meer overleggen met de eerstelijns hulpverlening, zoals dokters en maatschappelijk werkers. We moeten een socialer gezicht hebben in de samenleving.”
Tijdens een workshop maakte Evert-Jan Hazeleger, teamleider Binnenlands diaconaat van Kerkinactie, bekend dat arme mensen in toenemende mate zaken als ingewikkeld ervaren en formulieren niet meer invullen. Hij denkt aan het aanstellen van speciale diakenen om hen te helpen en het inroepen van de hulp van sociaal raadslieden.
Daarnaast vindt hij interkerkelijke samenwerking van groot belang, om zo gebruik te maken van elkaars deskundigheid.