„Onze verwachting is dat we in de loop van dit cursusjaar toestemming krijgen van het ministerie voor een havotop”, aldus M. F. van Leeuwen, voorzitter van het college van bestuur van het Van Lodensteincollege, maandagmorgen. Tot nu toe moeten de leerlingen van de hogere leerjaren van de havo uitwijken naar de vestiging in Amersfoort.In Kesteren is al langer onrust over de voorgenomen nieuwbouw van het Van Lodenstein. De huidige school is veel te klein. In de buurt is echter de nodige weerstand tegen de nieuwbouw. Nu de school bovendien een extra uitbreiding wil in verband met de havotop, verwachten veel lokale politici dat die verhoudingen nog slechter worden.

„De school was eerlijker geweest als hij dit voornemen in een veel eerder stadium kenbaar hadden gemaakt”, zegt fractievoorzitter H. Tap van collegepartij CDA van de gemeente Neder-Betuwe. „Wij zitten nu met een nare smaak in de mond.”

Ook collegepartij SGP is niet onverdeeld blij met de plannen. „Ik had het liefst dat die nieuwe school er eerst maar eens stond”, zegt fractievoorzitter C. van Tuijl. „Er wordt al jaren over gesproken, maar er komt niets uit de grond. Ik begrijp natuurlijk best dat het Van Lodenstein met een havotop wil realiseren. Voor onze leerlingen is dat geweldig. Maar dat er nu weer commotie over ontstaat, daar ben ik niet blij mee.”

Extra moeilijkheid is een „gentleman’s agreement” dat de school in 2001 met de gemeente overeenkwam. Daarin staat dat de school een maximumaantal van 960 leerlingen nastreeft. Met de havotop zal dat aantal naar verwachting groeien tot 1200. „Een aantal boven de 960 was alleen al door autonome groei niet te voorkomen”, werpt Van Leeuwen van het Van Lodenstein tegen. „Daardoor zitten we nu al op1040 leerlingen. Dat dit nu nog wat meer wordt, is een kwestie van nader overleg.” Van Leeuwen bestrijdt dat de plannen voor uitbreiding van recente datum zijn. „Dit komt niet opeens nu uit de hoge hoed rollen.”

De gemeente Neder-Betuwe erkent dat de plannen voor een havotop al in oktober vorig jaar zijn besproken. Woordvoerder J. J. Straatman: „Maar wij zeggen: laten we nu eerst die nieuwbouw doen, voordat we weer iets nieuws gaan beginnen.”