Het onpeilbare leed van kinderen
APELDOORN - In de ellende op de wereld zijn het de kinderen die de hoogste prijs betalen. De oorlogen van de laatste tien jaar hebben meer kinderen gedood dan soldaten, stelt dr. Wess Stafford, directeur van Compassion International. „Onze meest kwetsbare burgers zijn de grootste wegwerpartikelen van de wereld geworden.”
Compassion is een internationale kindsponsororganisatie die wereldwijd meer dan 800.000 kinderen ondersteunt. De naam is ontleend aan Matthéüs 15:32. In het Engels staat daar „I have compassion on the multitudes… I will not send them away…” (Ik heb medelijden met de massa’s… Ik zal ze niet wegsturen.) Compassion werkt in 24 landen op drie continenten: Azië, Afrika en Latijns-Amerika. In Nederland is Compassion sinds 1996 actief.Stafford is zoon van een zendingsechtpaar dat jaren in Ivoorkust woonde. Zijn vader, behorend tot de ”conservative baptists” in Amerika, hield zich vooral bezig met Bijbelvertaalwerk. In Staffords recent in het Nederlands vertaalde boek ”Te klein om over het hoofd te zien. Waarom kinderen de grote toekomst zijn” (uitg. Medema, Vaassen) vertelt hij hoe zijn vader in een „afschuwelijke blikken hut” de Evangeliën van Markus en Johannes in de Senaritaal aan het vertalen was.
„Ik had eens om het hoekje gekeken en zag mijn vader geknield liggen bij zijn vouwstoel, omgeven door Franse en Engelse versies van de Bijbel, terwijl de tranen over zijn verweerde gezicht stroomden. Hij voelde zich zo ongeschikt voor deze taak, maar zijn werk was zo ontzettend hard nodig. De vertaalde Bijbel zou eens de kroon op ons werk zijn.”
Kostschool
Dr. Stafford vertelt in zijn boek ook over de vreselijke tijd die hij op de kostschool in Afrika meemaakte. Hij werd daar hij tien maanden per jaar met zijn zusje naar toegestuurd, op 1200 kilometer afstand van het dorp waar zijn ouders woonden. Er volgden maanden van mishandeling, straffen en vernederingen. „Kortom, ik weet wat mishandeling is, ik heb het méégemaakt”, schrijft hij. Hij heeft ook ontdekt dat kinderen de verschrikkelijke geheimen voor zich kunnen houden om degenen die ze liefhebben te beschermen.
De directeur, die enkele dagen in Nederland was, vertelt wat het geheim is om het lot van kinderen te verbeteren: hun aandacht geven en het gevoel dat zij iets betekenen. „Elk kind doet ertoe. Het is een list van de satan om te zeggen: geef het op, je bent niet belangrijk. Kinderen zijn meer dan we denken dat ze zijn. Geef hun het gevoel dat ze belangrijk zijn en dat ze ergens goed in zijn. Bouw vertrouwen op, zodat zij hun levensomstandigheden zelf willen verbeteren.”
Armen klampen zich vast aan de hoop, met name aan het geloof in een liefhebbende God. „Niets is zo erg als het berusten in wanhoop. Overweldigd te worden door de omstandigheden is de ergste emotie die de armen kunnen voelen. De fonkeling van de ogen in kinderen dooft uit. Ze gaan gebogen lopen, met een neerslachtig gezicht.”
In Haïti, waar dr. Stafford vijf jaar werkte, was de reactie van kinderen op de eenvoudigste vraag van zijn kant: „M’pa kone” (Ik weet het niet) of „M’pa gagane” (ik heb het niet).
In Rwanda zag hij de apathische blik van kinderen die hadden moeten toezien hoe hun zwangere moeders door soldaten verkracht werden, waarna hun buiken werden opengesneden. De foetussen werden eruit gehaald, boven een vuur geroosterd en kinderen werden gedwongen het vlees te eten. „Ik stond daar te trillen met tranen in mijn ogen en woedend over deze onbeschrijflijke verdorvenheid.”
Kritisch
Dr. Stafford is kritisch naar ouders in het Westen, waar tal van gezinnen te lijden hebben door echtscheidingen of waar de ouders zo hard werken dat ze geen aandacht voor hun kinderen en hun opvoeding hebben. „Misbruik en verwaarlozing gebeurt evenzeer op het zachte kussen van luxe en welvaart. Kinderen zijn hierdoor soms voor het leven getekend. Kinderen hebben niet alleen fysiologische behoeften, maar ook veiligheid, sociaal contact, aanzien en zelfontplooiing nodig.”
Stafford constateert bij ontwikkelingshulporganisaties angst om de naam Jezus te gebruiken. „We hadden als organisatie wel tien keer zo groot kunnen zijn als we onze drijfveren zouden verzwijgen. Onze leus is echter bevrijding van de armoede „in Jezus’ Naam.” Het kind naar zijn hemelse Vader brengen is het begin van het herstel van de armoede. We willen kinderen niet alleen goed doen, maar hen ook wijzen op Jezus Christus. Alle sponsorkinderen worden dan ook begeleid door een lokale kerk.”
De internationaal directeur stelt tot zijn teleurstelling vast dat kerken en missionaire organisaties nog veel te weinig aandacht aan kinderen besteden. „De statistieken bewijzen dat de meeste mensen christen worden in de periode tussen hun vierde en hun veertiende levensjaar. De satan, die de aarde doorwandelt, weet dit maar al te goed. Er is rond het kind niet alleen een strijd tegen armoede, misbruik en mishandeling gaande, maar ten diepste een geestelijke strijd. De satan weet hoe God Zijn schepsel liefheeft en hij probeert niets liever dan het hart van God te breken.”
Hoe kan dat het ondraaglijke leed van kinderen wereldwijd jaar in jaar uit voortduurt? Kinderslavernij, kinderporno, kindsoldaten, ontwrichte gezinnen, elke dag 30.000 kinderen die sterven van de honger.
„Ik heb als zesjarig kind mijn kussen nat gehuild of God aan mijn lijden in de kostschool een einde wilde maken, maar het gebeurde niet. Het is onderdeel van Gods agenda die je achteraf verstaat. Ik zag achteraf Gods plan voor mijn leven om nu wereldwijd voor mishandelde kinderen op te komen.
Het kinderleed is een krachtig appel aan de kerk om Gods liefde zichtbaar te maken. Het blijft schrijnend dat seculiere organisaties hun jeugdbewegingen hebben, omdat ze weten hoe belangrijk de jeugd is. Waar blijft de kerk? Als het goed is moeten christenen de handen van God zijn die kinderen het gevoel geven dat ze kostbaar zijn in de ogen van de Schepper. Niemand sprak zo duidelijk en bewogen over kinderen als Jezus.”