Randkerkelijken lijken weer te geven
UTRECHT - Randkerkelijken staan minder negatief ten opzichte van de kerk dan in het verleden het geval was. Tijdens speciaal op hen gerichte proefprojecten van de actie Kerkbalans gaven zij meer dan gebruikelijk.
Dat constateerde D. Bijl, voorzitter van de Interkerkelijke Commissie Geldwerving (ICG), donderdag tijdens de start van actie Kerkbalans in de Utrechtse Gertrudiskapel.De geldwervingsactie wordt de komende weken weer in het hele land gehouden. Aan Kerkbalans doen vijf kerkgenootschappen mee: de Rooms-Katholieke Kerk (RKK), de Protestantse kerk in Nederland (PKN), de Oud-Katholieke Kerk, de Doopsgezinde Sociëteit en de Remonstrantse Broederschap. Motto van de actie is dit jaar: ”Een kerk is van blijvende waarde”.
De secretaris van ICG, E. F. J. Duysens, deelde donderdag mee dat de totale inkomsten van de vijf kerkgenootschappen in 2005 met 1,1 procent zijn gestegen. Die stijging wordt elk jaar procentueel minder en wordt ook door steeds minder mensen opgebracht. Door verbreding en verdieping van de acties hoopt de ICG op betere resultaten.
De verbreding heeft te maken met de randkerkelijken. Op basis van resultaten van proeven rekent de commissie op een respons van 10 procent van alle kerkleden die nu nog niet bijdragen. De verwachting is dat ze gemiddeld 60 euro per jaar gaan betalen. Hierdoor zullen de totale inkomsten van de aangesloten kerkgenootschappen met ongeveer 10 miljoen euro stijgen.
In een toelichting zei voorzitter Bijl dat de algemene teneur is dat randkerkelijken meer belangstelling hebben voor de kerk. Omdat ze uitgekeken raakten op de kerk, gaan ze er niet uit eigen beweging heen, maar als de kerk naar hen toe komt, zijn er volgens hem kansen. Randkerkelijken komen sneller dan in vroeger jaren met zingevingsvragen voor de dag. „We constateren op grond van allerlei signalen dat een gesprek met mensen over de financiën in veel gevallen leidde tot een hernieuwd pastoraal contact over geloof, religie en kerk”, aldus Bijl.
De ICG wil niet alleen extra geld binnenhalen door te verbreden maar ook door te verdiepen. Ze denkt hierdoor aan een meeropbrengst van 13 miljoen euro per jaar te komen. Bij deze zogenoemde Kerkbalans Nieuwe Stijl, waarmee inmiddels al honderd gemeenten en parochies aan de slag gingen, gaat het om benadering op maat. Gemeenteleden worden per brief of persoonlijk gepolst. In sommige gevallen krijgen ze na de brief een telefoontje. Ook worden steeds meer doelgroepen naar leeftijd, geefgedrag en contact met de kerk geselecteerd.
Het versturen van sms’jes door vrijwilligers met een verzoek om een bijdrage lijkt vooralsnog een brug te ver te zijn. Twee gemeenten voelden niet voor een dergelijke proef, waarin jongeren tussen de 18 en 23 jaar ieder tien sms’jes zouden sturen met een oproep.
Bijl constateerde dat ruim de helft van de predikanten binnen de PKN in sterk onvoldoende mate de actie Kerkbalans steunt. In een toelichting zei hij niet te begrijpen waarom ze dat niet doen. De predikanten hoeven volgens hem echt niet te weten hoeveel mensen precies geven, maar het is wel in hun belang als kerkleden geven. Hij vindt het ook jammer dat veel predikanten de speciale preekschets voor Kerkbalans niet gebruiken. Bijl betreurt het verder als predikanten geen contact hebben met degenen die voor Kerkbalans geld ophalen. De commissie zal zoveel mogelijk motieven van predikanten proberen te weten te komen. De voorzitter vroeg zich daarnaast af waarom de implementatie van nieuwe ideeën voor geldwerving in kerkelijke structuren zo lang duurt.
Tijdens de presentatie zijn vier vrijwilligers van vier kerken onderscheiden die zich zeer inspanden om de bijdragen voor het werk van hun plaatselijke kerk te vergroten. Ze kregen de zogenoemde ”Kerkbalans award”.