Dopen is hier wel zo mooi
LUIK - De Sint-Bartholoméüskerk is het oudste religieuze gebouw in Luik. Maar het twaalfde-eeuwse godshuis is vooral beroemd om zijn negen eeuwen oude doopvont, een van de zeven belangrijkste kunstschatten van België. Tien koperen ossen dragen de kuip, waarop doopscènes staan afgebeeld.
De Sint-Bartholoméüskerk heeft juist een restauratie achter de rug. Witgepleisterd is ze nu, de pilaren en verticale stroken karmozijnrood en de bogen geel. Zo moet de kerk er vroeger ook hebben uitgezien, denken historici. Van het grauwgrijze kolenzandsteen, waarvan heel Luik wel lijkt te zijn gebouwd, is niets meer te zien.Zo strak en evenwichtig de kerk vanbuiten is, zo barok is ze vanbinnen. Veel goud en tierelantijnen; houten beelden ook, waarvan de witte verf de bezoeker moet doen geloven dat het om marmeren sculpturen gaat. Er hangen schilderijen van apostelen en heiligen. Daar zijn Bartholoméüs en Thomas, Rochus en Ermelinde. En een engelbewaarder.
Taferelen
Op de twaalfde-eeuwse doopvont, achter in de kerk, staan geen heiligen. Of het moet de Griekse filosoof Craton zijn, die volgens een legende door Johannes in Efeze werd gedoopt. Volgens de gids van de Sint-Bartholoméüskerk symboliseert hij de heidenen uit de volken. „Ook Grieken waren welkom in de kerk, net als de Romeinse centurion Cornelius.”
De doop van Christus is het belangrijkste tafereel op de vont. Johannes de Doper buigt zich voorover en legt zijn rechterhand op het hoofd van Christus. Iets verderop roept hij een groep tollenaars op tot boetevaardigheid. Een soldaat kijkt toe. Hij draagt een maliënkolder, een schild en een helm van de Noormannen.
De gids wijst naar Johannes, die twee jonge mensen doopt. Ze staan tot aan de knieën in het water van de Jordaan. Het zijn neofieten, pasbekeerden. „Ik doop u wel met water tot bekering, maar Die na mij komt, is sterker dan ik”, zegt Johannes tegen hen. Twee van zijn volgelingen draaien zich om, naar Christus toe.
Oorspronkelijk droegen twaalf koperen ossen de doopvont. Nu zijn het er nog tien, gericht naar de vier windstreken. Ze symboliseren de opdracht van Christus aan de twaalf apostelen: „Gaat dan henen, onderwijst al de volken, dezelve dopende in de Naam des Vaders, en des Zoons, en des Heiligen Geestes.” Ze verwijzen ook naar de twaalf runderen die de bronzen zee in de tempel van Salomo droegen.
Doopsel
Wie de kunstige doopvont heeft gemaakt, is niet bekend. De meeste kunsthistorici houden het op de twaalfde-eeuwse edelsmid Renier van Hoei. Aartsdeken Hellin zou het bekken hebben besteld voor de Onze-Lieve-Vrouw-der-Doopvont, het enige godshuis in Luik waar gedoopt mocht worden. Die kerk bestaat allang niet meer. In de Franse Revolutie werd ze verwoest, maar de doopvont van Renier vond tijdig onderdak bij particulieren. Wel verdween het originele bronzen deksel, met daarop de figuren van apostelen en profeten.
Wordt de doopvont nog gebruikt? „Jawel, bij alle doopplechtigheden”, weet de gids. „Ouders laten hier graag het doopsel toedienen. Natuurlijk maakt het niet uit in welke doopvont dat gebeurt. Maar die hier is wel zo mooi.”